Tag Archief van: geschillenbeslechting

Duurzame Conflictoplossing

Vaak wordt de term geschillenbeslechting gebruikt, ook als het gaat om conflictoplossing. Maar er zijn verschillen. Is het zoeken naar spijkers op laag water of het leggen van zout op alle slakken als ik het verschil bekijk?

Veel problemen worden in goed overleg tussen betrokken partijen opgelost. Een probleem kan echter een conflict worden of uitgroeien tot een geschil. Ook die kunnen onderling worden opgelost, maar dat lukt niet altijd.

Als ze er samen niet uitkomen kunnen partijen een derde vragen hun geschil te beslechten. Dan wordt er geen schikking getroffen, maar een rechter of arbiter neemt een beslissing. Partijen hebben het nemen van een beslissing dan uit handen gegeven. Heel zakelijk kan dat tot een prima uitkomst leiden, waarmee beide partijen tevreden zijn.

Vaak is er echter “een gevoel” bij één of beide partijen dat de beslissing toch niet helemaal recht doet aan de zaak en aan de positie van elk van de partijen. Dat gevoel kan des te sterker zijn als eerder in het proces emotie al een rol speelde, -en dat is vaker het geval dan menigeen zou denken.

Is het geschil dan op een duurzame manier opgelost, zeker als partijen ook na het vellen van een oordeel door een derde nog met elkaar te maken hebben?

Het antwoord op deze vraag kan bevestigend zijn als er een daadwerkelijke oplossing voor het geschil op zowel korte als lange termijn is geboden. Daarbij hoort dan ook een goede verstandhouding tussen partijen, ook op langere termijn. Een juridisch geschil is dan beslecht zonder dat bij partijen of in hun onderlinge relatie (emotionele) “nevenschade” is ontstaan.

Om te voorkomen, of tenminste daartoe een poging doen, dat die “nevenschade” ontstaat, is het de moeite waard een conflict op te lossen tot het verworden is tot een geschil. Al er onvoldoende aandacht is voor de relatie tussen partijen, zeker als zij ook in de toekomst nog met elkaar hebben te maken, of gevoeligheden en emoties blijven onbenoemd, kan een conflict verharden en kan de uiteindelijke uitkomst voor allen teleurstellend zijn. Dan zijn er alleen verliezers, en zeker geen winnaars.

Bij een duurzame conflictoplossing houden partijen het heft in eigen hand. Zij nemen de beslissingen. Zij komen gezamenlijk tot oplossingen. In veel gevallen kunnen zij daarbij worden geholpen door een externe begeleider, een bekwame mediator, die helpt om de emotionele pijnpunten die een duurzame oplossing tussen partijen in de weg staan boven tafel te krijgen. Zodra de pijnpunten duidelijk zijn, kunnen die besproken en in veel gevallen opgelost worden. Dan ontstaat er ruimte om zakelijke geschilpunten of juridische kwesties in goed overleg op te lossen. Door een schikking te treffen of door alsnog een derde beslissingen te laten nemen over die zakelijke punten die nog niet zijn opgelost. Ook in het geval dat een derde wordt ingeschakeld voor het oplossen van de laatste geschilpunten, is er dan draagvlak bij partijen om de beslissing van die derde te aanvaarden. De kou is bij voorbaat uit de lucht gehaald en het resultaat is een duurzame oplossing van het conflict. En dit kost minder tijd, energie, en ook geld dan een probleem laten escaleren tot een conflict dat in een lange en soms moeizame procedure door een ander moet worden beslecht.

Wie wil er luisteren?

Luisteren. Het lijkt zo gemakkelijk. Het is een eenvoudige vaardigheid voor de meeste mensen. Veel mensen kunnen goed luisteren, mits zij kunnen horen natuurlijk, maar kiezen er soms of vaak voor niet te willen luisteren.

Met luisteren bedoel ik niet gehoorzamen.

Luisteren als onderdeel van goede communicatie. Daar gaat het om. Zenden, (veel) praten is de ene zijde van communicatie. Luisteren is de andere kant. We willen graag praten, vertellen wat ons bezighoudt, wat we hebben meegemaakt. Maar we willen ook overbrengen wat we ergens van vinden, wat ons standpunt is. En dat heeft natuurlijk alleen zin als de “andere kant” daarnaar luistert. En andersom: het is zinvol naar een ander te luisteren.

In de politiek lijkt tegenwoordig niet altijd goed te worden geluisterd. Maar het komt ook voor in mediationgesprekken of bij onderhandelingen over het schikken van claims bijvoorbeeld. Door niet goed te luisteren of niet te willen luisteren worden kansen gemist en ontstaan misverstanden of escaleren conflicten.

We zien zoveel op ons af komen, van klimaatverandering tot pandemie of oorlog en allerlei zaken die daarvan het gevolg kunnen zijn, dat we soms de wil niet meer kunnen opbrengen om zelf actie te ondernemen. En dat beïnvloedt meer en meer ons dagelijks handelen, privé en zakelijk. Angst en apathie kunnen de boventoon gaan voeren, waardoor we niet altijd tot de zo nodige (juiste) actie komen.

We kunnen zelf actief zijn om de gevaren die bevooroordeeld, cynisch of apathisch zijn met zich brengen, het hoofd te kunnen bieden. De wil om te luisteren is één van de aspecten die we zelf kunnen activeren.

 

Als de wil om te luisteren er is, komt het er op aan ook goed te luisteren. Er zijn diverse niveaus van luisteren te onderscheiden:

  1. downloaden
  2. feitelijk luisteren
  3. empathisch luisteren
  4. luisteren vanuit verbondenheid.

Downloaden is dan iets als “het ene oor in, het andere oor uit”. Met feitelijk luisteren probeer je je eigen vooroordelen bevestigd te krijgen. Met empathisch luisteren doe je een serieuze poging om de subjectieve ervaring of mening van een ander werkelijk op te merken. Met de vierde stap maak je de weg vrij om met erkenning van elkaars meningen en standpunten tot de kern van de zaak door te dringen, met de intentie ook tot acties en oplossingen te komen.

Zonder goed luisteren is het ontzettend moeilijk, zo niet onmogelijk, om gezamenlijk tot oplossing van allerlei kwesties te komen.

Ik ben Pleitbezorger van het willen luisteren vanuit verbondenheid, maar dat niveau van luisteren is moeilijk. Laten we beginnen met proberen empathisch te luisteren. Dat zal ons al verder kunnen brengen. In zakelijke onderhandelingen. In sociale contacten. En bij alles wat nodig is om ons met elkaar vooruit te brengen.

Kwesties in de sierteeltsector

Net als een aantal andere sectoren in de Nederlandse economie, maakt de sierteeltsector turbulente tijden mee. De afgelopen twee jaren hebben ondernemers zich aan de omstandigheden aangepast en dat heeft beslist niet altijd tot negatieve uitkomsten geleid. Maar het kan verkeren. De in 2021 reeds ingezette stijging van energieprijzen zet door in 2022. De omstandigheden zijn bekend. De vooruitzichten zijn niet voor iedereen rooskleurig.

De energieprijzen, en in het bijzonder de gasprijzen, zijn van grote invloed op het economisch reilen en zeilen van ondernemingen in de sierteeltsector. Ik begrijp van ondernemers uit de sector dat zij om hun bedrijf overeind te houden ingrijpende keuzes hebben te maken. Wat kunnen zij doen?

Ze kunnen de productie voortzetten volgens het gemaakte teelplan en daarbij proberen de gestegen kosten geheel of gedeeltelijk door te bereken aan hun afnemers.

Kostenbesparing kan een alternatief zijn. Innovatie in de bedrijfsvoering of manier van telen zou tot besparingen kunnen leiden.

Energiebesparende maatregelen nemen. Het ligt voor de hand, maar het vergt serieuze investeringen. En zijn die op een verantwoorde wijze te doen? Steunen financiers lange termijn plannen in tijden dat het maken van prognoses een nogal onzekere aangelegenheid is?

Kassen leeg laten staan. Dat beperkt kosten. Maar wat betekent dit voor de opbrengsten? Voor de prijsvorming op de markt in het algemeen? En wat betekent dat op termijn voor de continuïteit van de onderneming?

Het zijn geen gemakkelijke keuzen om te maken.

Als dan ook nog afzetmarkten als gevolg van conflicten in Europa krimpen of wegvallen, wordt het ondernemen in de sierteeltsector er niet gemakkelijker op.

Er kunnen kwesties ontstaan met de verhuurder in situaties dat een tuinder zijn kas huurt. Met toeleveranciers en andere relaties kunnen misschien nieuwe afspraken worden gemaakt, maar verschillen van inzicht zullen ook bestaan.

En wat betreft de arbeidsmarkt? Zijn er voldoende arbeidskrachten te vinden? En als je mensen aan je bedrijf hebt kunnen binden en er moet op kosten worden bespaard? Zijn deeltijd-WW en detachering geschikte oplossingen? Kom je daar met elkaar uit?

Tal van kwesties kunnen de ondernemer parten spelen. Hoe gaat hij daarmee om? Dat zal in ieder geval anders zijn, maar belangrijk is altijd om met elkaar in gesprek te blijven, om naar de ander te blijven luisteren en de wil te hebben elkaar te vertrouwen. Belangrijk is dan ook kwesties niet onnodig te laten escaleren.

Zaken uit de hand laten lopen en bij de rechter eindigen: vaak brengt het geen bevredigende oplossing en bovendien kunnen er aanzienlijke  kosten mee zijn gemoeid.

Ik ben pleitbezorger van het gebruiken van mediation als instrument voor het oplossen van kwesties, juist in die gevallen dat beide partijen de wil hebben met elkaar oplossingen te vinden om samen verder te kunnen. Een mediator kan helpen het kaf van het koren te scheiden, de communicatie gaande te houden, begrip voor elkaar te kweken en de uitweg naar vruchtbare onderhandelingen om te komen tot oplossingen te vinden.

 

Zie ook:

Een kwestie oplossen: It takes two to tango! – Pleitbezorger

KAS 2 blader PDF (fliphtml5.com)

 

Balanceren op de rand van de afgrond?

We zien op vele niveaus in de samenleving, de politiek en de internationale betrekkingen polarisatie en kansen op escalatie toenemen. We merken dat in ons dagelijks leven, waar kleine onaangenaamheden tussen mensen steeds vaker lijken voor te komen. We zien het op het wereldtoneel. Tussen dat micro- en macroniveau zijn er nog vele omstandigheden denkbaar waarop zich kwesties of conflicten manifesteren.

Conflicten zijn sociale processen, waarin de dynamiek van allerlei invloeden en verandering mede bepalend is voor de uitkomst van het conflict. Conflicten, betrokkenen bij die kwesties,  maar ook pogingen om die conflicten tot een oplossing te brengen hebben invloed op het gehele proces  van die conflicten en mogelijke oplossingen daarvan.

Onderzoekers van conflicten hebben modellen gemaakt, waarin verschillende stadia van een conflict zijn te onderscheiden. Een bekend model is het escalatiemodel van de Oostenrijker Friedrich Glasl.

Wie is Friedrich Glasl? Maurits Jan Vink schreef het in een artikel op Management Impact (juli 2020) als volgt op:

Friedrich Glasl is geboren in Wenen. Hij studeerde er politieke wetenschappen met als specialisatie internationale politiek, internationaal recht en internationale organisaties. In 1967 promoveerde hij op het onderwerp oorlogspreventie. Vanaf 1966 woonde hij in Nederland en was verbonden aan het NPI Instituut voor Organisatieontwikkeling te Zeist. In 1985 keerde hij terug naar Oostenrijk. Voor zijn terugkeer naar Oostenrijk was hij in 1984 een van de medeoprichters van Trigon Entwicklungsberatung. Glasl was docent organisatieontwikkeling en conflictkunde aan de Universität Salzburg en doceerde ook aan diverse andere universiteiten binnen en buiten Europa.

In een interview geeft hij aan hoe hij zijn leven lang gefascineerd was door conflicten. ‘Het conflictvraagstuk houdt verband met mijn kindertijd, met mijn jeugd. Ik ben in 1941 in Wenen geboren en ik heb sterke herinneringen aan gevechten en schietpartijen in het dorp van mijn grootvader, even buiten de stad. Ik was toen vier. Ook het opgroeien in Wenen zelf, na de oorlog, heeft invloed gehad. Er was veel kapot geschoten en er bestond een vierdeling in een Amerikaanse, een Franse, een Engelse en een Russische sector. Ik groeide op in het Russische gedeelte. Daar maakte ik ook nog iets mee van geweld. Als kinderen speelden we, net als de kinderen tegenwoordig in bijvoorbeeld Afghanistan, met bommen en mijnen, want die lagen daar nog steeds. Dagelijks hoorden we berichten als: ‘Bij die en die is de hand eraf gerukt.’ Al heel jong vroeg ik me af hoe die situatie zover had kunnen komen. Is het een natuurwet of een noodlot?’

Glasl is bekend in de werelden van mediation en managementadvies, maar zijn fascinatie voor conflicten komt van een harde werkelijkheid in het Europa van na de Tweede Wereldoorlog.

Zijn escalatiemodel kent drie hoofdfasen, verdeeld in negen stadia.

In fase 1 is het conflict te zien als probleem, in fase 2 wordt dat een strijd en in fase 3 ontaardt dat in het conflict als oorlog.

In de eerste fase is het conflict in de ogen van betrokkenen nog een probleem dat gezamenlijk kan worden opgelost. Er zijn tegenstellingen, maar er wordt vanuit gegaan dat die tot een oplossing gebracht kunnen worden. Als dit niet lukt, neemt het onderlinge wantrouwen toe.

 

Als het wantrouwen toeneemt, verandert het conflict in een strijd die in de perceptie van elk van de partijen gewonnen moet worden. Het gezamenlijk zoeken naar oplossingen wordt het streven van elk van de betrokken partijen om de ander te overwinnen. Van een mogelijke win-win situatie wordt het een kwestie van winnen of verliezen. Communicatie en de opstelling van eenieder veranderen navenant.

Als het conflict nog verder escaleert ziet Glasl in de derde fase alleen nog verliezers. De polarisatie wordt radicaal en partijen duwen of trekken elkaar de afgrond in.

Als het zover is gekomen, is bemiddeling of mediation een onmogelijke opgave geworden. Maar voordat partijen tezamen de afgrond in duikelen, is mediation een bruikbare methode om het conflict te de-escaleren en partijen te bewegen door zakelijke onderhandeling tot een vergelijk te komen.

In te veel kwesties die we dagelijks meemaken is de polarisatie zo sterk, dat mensen al snel als lemmingen op de afgrond lijken af te rennen. Maar dat verhaal van de lemmingen is een mythe. Er is nooit aangetoond dat die knaagdiertjes massaal over de rand springen. En zo lijkt het mij ook een mythe dat polarisatie in de menselijke verhoudingen niet gekeerd kan worden. Het cliché waar een wil is, is een weg zou hier kunnen gelden. Geen natuurwet, geen noodlot, maar situaties die we zelf kunnen beïnvloeden.

Balanceren op de rand van de afgrond, het zoeken van confrontatie, het niet (willen) luisteren naar een ander, de onwil om een ander te vertrouwen – het kan verkeren, als wij dat willen.

 

Mediation inzetten om aantal faillissementen te beperken

In de Nieuwsbrief van de Rechtspraak van 7 januari 2020 is te lezen dat Nederlandse rechters vorig jaar een uitzonderlijk laag aantal faillissementen hebben uitgesproken. Het ging in 2020 om ongeveer 3.900 faillissementen. Driekwart daarvan waren rechtspersonen en een kwart natuurlijke personen. In 2019 werden veel meer faillissementen uitgesproken: 4.776 in totaal. Dit blijkt uit cijfers van de Raad voor de rechtspraak.

De hoeveelheid uitgesproken faillissementen, -zo is verder te lezen-,  is sterk afhankelijk van economische ontwikkelingen en daalt al jaren. Zo werden in 2009, ten tijde van de kredietcrisis die destijds de wereld in zijn greep hield, ruim 11.000 faillissementen uitgesproken. Maar met de coronacrisis in het achterhoofd is het lage aantal faillissementen in 2020 opvallend te noemen. Het zijn voor veel mensen en ondernemingen financieel zware tijden. Een stijging van het aantal faillissementen lijkt dan aannemelijk, maar het tegendeel is op dit moment het geval. De oorzaak van het lage aantal faillissementen is niet onderzocht en het is nog te vroeg om conclusies te trekken.

Het valt wel op dat er op dit moment relatief weinig partijen het faillissement van een schuldenaar aanvragen. Bovendien kijkt de rechter bij de inhoudelijke beoordeling van een faillissementsaanvraag naar alle relevante omstandigheden, waaronder ook de coronacrisis en de daarmee samenhangende (economische) situatie. Dit leidt er toe dat rechters op dit moment ondernemingen die in de kern gezond zijn, niet snel failliet zullen laten gaan. Mogelijk spelen ook de steunmaatregelen van de overheid een rol bij de daling.

Tot zover uit de Nieuwsbrief van de Rechtspraak.

Hoe zal dit beeld zich in de loop van 2021 ontwikkelen? Sommige economen en analisten verwachten sterke economische groei in de loop van het jaar, mits de pandemie onder controle kan worden gehouden. Maar zal dat dan voor alle sectoren gelden? En wat zal gebeuren als de steunmaatregelen van de overheid aflopen of worden aangepast?

Vragen die niet eenvoudig zijn te beantwoorden, maar het staat zeker niet vast dat het aantal faillissementen laag zal blijven. Het zou kunnen zijn dat meer en meer partijen vaker het faillissement van een schuldenaar zullen aanvragen in de maanden en jaren die voor ons liggen.

In bepaalde zaken wordt wel gedacht dat het aanvragen van het faillissement van een schuldenaar nog de enige uitweg is. Maar is dat zo?

Juist als het water iemand aan de lippen staat, zal het hem moeilijk vallen zijn verhaal te doen over de situatie waarin hij is terecht gekomen. Dat belemmert een ander, bijvoorbeeld een schuldeiser, om een realistisch beeld daarvan te krijgen. Daardoor kan die schuldeiser menen dat het aanvragen van faillissement nog de enige optie is. Misschien is het niet de intentie van de schuldeiser om dat te doen, maar ziet hij geen alternatief.

Een mediator is opgeleid om een gesprek tussen partijen te begeleiden en de achtergronden en werkelijke belangen bij een (dreigend) geschil op tafel te krijgen. Zo kunnen partijen ieder hun constructie van de werkelijkheid naar voren brengen, waardoor ruimte kan ontstaan om begrip voor elkaars belangen te krijgen. Dat begrip kan leiden tot inventieve oplossingen als alternatief voor het aanvragen van faillissement.

Het zijn ongewone tijden. Ik ben pleitbezorger van mediation, juist in deze tijden waarin belangen groot zijn, maar ook onmacht voelbaar is bij vrijwel iedereen. Deze tijden vragen om het gezamenlijk zoeken naar oplossingen voor (grote) problemen en geschillen. Niet eenzijdig stappen nemen. Niet meteen een juridische procedure starten, maar door middel van mediation proberen er samen uit te komen. Indien nodig, is de rechter altijd nog beschikbaar om een oordeel te vellen.