Maritieme gerechtsdeskundigen in Nederland

Onlangs, 4 april 2019, is door rechter Peter Santema en advocaat Jolien Kruit het rapport “Afkoersen op vaste maritieme gerechtsdeskundigen” gepresenteerd. Zij boden het rapport aan namens de commissie die het heeft geschreven aan de opdrachtgevers voor het opstellen van dit rapport: de Rechtbank Rotterdam, de Nederlandse Vereniging voor Vervoerrecht en de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Zoals verwacht mag worden van een door juristen bemande commissie, is er een degelijk rapport uitgebracht. Het wettelijk kader is omschreven, aan gerechtsdeskundigen te stellen eisen zijn geformuleerd en er zijn voorstellen gedaan.

In het rapport worden vier typen maritieme gerechtsdeskundigen onderscheiden: twee bestaande typen en twee nieuw typen.

De maritieme gerechtsdeskundige “volledig” gaat kort nadat een maritiem incident heeft plaatsgevonden samen met partijdeskundigen ter plaatse, -aan boord van een schip-, om onderzoek te doen. Tijdsduur en kosten van zo’n onderzoek, inclusief rapportage, kunnen afhankelijk van de aard van het incident behoorlijk oplopen.

Daarom is naast de “volledig” deskundige nu de maritieme gerechtsdeskundige “coördinator” geïntroduceerd. Deze heeft  gelijke bevoegdheden als de “volledig” deskundige, maar krijgt een beperkte taakomschrijving. Het gaat om het coördineren van het onderzoek en “fact finding”. De deskundige doet geen nader onderzoek en maakt slechts een kort feitelijk verslag op. Hij trekt geen conclusies uit het onderzoek, – dat wordt overgelaten aan partijen en hun deskundigen. De “coördinator” kan een rol spelen om het onderzoek snel en transparant te laten verlopen en om partijen van alle relevante informatie te voorzien. Snel en tegen relatief beperkte kosten.  

Naast deze twee typen van gerechtsdeskundigen die ter plaatse gaan, worden twee typen onderscheiden die voor of na een zitting van de rechtbank, dus in een veel later stadium, als een gerechtelijke procedure aanhangig is gemaakt, kunnen worden ingeschakeld: de maritieme gerechtsdeskundige “schriftelijk” (maakt rapport; tijdrovend) en de maritieme gerechtsdeskundige “zitting” (mondeling verslag of beantwoording van vragen ter zitting).

Wellicht kan een groep van vaste maritieme gerechtsdeskundigen een rol spelen in het efficiënt uitvoeren of begeleiden van onderzoek aan boord. Echter, in het rapport wordt ook vastgesteld dat geschillen omtrent maritieme incidenten vaak, en bij voorkeur, door partijen onderling worden geregeld. Slechts in een beperkt aantal zaken wordt een beroep gedaan op gerechtsdeskundigen. De vraag is of dit zal veranderen met de introductie van keuzemogelijkheden bij het aanstellen van een type maritieme gerechtsdeskundige. Zou een effectief instrumentarium aan geschillenbeslechting in Nederland, waaronder de figuur van de maritieme gerechtsdeskundige, niet beschikbaar kunnen worden gemaakt voor een grotere doelgroep, ook internationaal, om daar wel verandering in te brengen?

Ik ben Pleitbezorger van het verder ontwikkelen en promoten van “Rotterdam Maritime Capital of Europe”. Niet als een marketing-vlaggetje voor de stad of de haven, maar als aantrekkelijke optie voor nationale en internationale partijen om in Nederland gebruik te maken van de fysieke infrastructuur én  van de (maritieme) dienstverleners die zich inzetten geschillen omtrent (maritieme) incidenten die in Nederland of elders hebben plaatsgevonden op een efficiënte manier tegen aanvaardbare kosten op te lossen: van de maritieme gerechtsdeskundige tot de partijdeskundige, van advocaat tot rechter, van de Maritieme Kamer bij de Rechtbank Rotterdam tot UNUM, het (digitale) platform om via mediation of arbitrage tot oplossing van een geschil te komen.

Rules on the Efficient Conduct of Proceedings in International Arbitration (Prague Rules)

Waarom is arbitrage in Nederland te verkiezen boven arbitrage in andere landen?

Daar zijn meerdere antwoorden op te geven. Zeker is, dat de Nederlandse arbitragewet en het Nederlandse rechtssysteem bijdragen aan een goede voedingsbodem voor het voeren van arbitrageprocedures op een efficiënte manier. Nederlandse arbitrage-instituten bieden moderne arbitragereglementen en het Nederlandse “polderklimaat” is gericht op het vinden van oplossingen, het beslechten van geschillen. Bovendien worden kosten van arbitrages in Nederland in het algemeen behoorlijk binnen de perken gehouden. Nederland is bij uitstek geschikt om internationale arbitrages te voeren.

Dat zijn wellicht redenen waarom Rules on the Efficient Conduct of Proceedings in International Arbitration (Prague Rules) in Nederland niet bijzonder veel aandacht krijgen. Arbitrages in Nederland worden in de meeste gevallen al op efficiënte wijze gevoerd, al hangt dat ook af van de posities die partijen innemen.

Inmiddels vindt iedere week wel ergens op de wereld een congres of seminar plaats met als onderwerp deze Prague Rules. Zou dat bijdragen aan grotere efficiëntie in het voeren van internationale arbitrageprocedures? Zouden juristen en arbiters die zijn opgevoed met het Common Law systeem zich hier iets aan gelegen laten liggen? De toekomst zal het leren.

Vier jaar lang is gedelibereerd over de regels die efficiëntie in internationale arbitrage zouden moeten bevorderen, voordat de Prague Rules vorig jaar in Praag werden gepresenteerd.

De werkgroep die het document opstelde begon nog voor de pre-ambule met de volgende opmerking:

It has become almost commonplace these days for users of arbitration to be dissatisfied with the time and costs involved in arbitral proceedings.

Deze ontevredenheid komt echter vooral voor in landen waar de praktijk van Common Law wordt gebezigd.

Verloopt arbitrage in Nederland dan altijd efficiënt en snel, en vallen de kosten nimmer tegen? Neen, ook in Nederland dient een partij wel eens een tegenvaller te incasseren of zijn arbiters langer bezig met het schrijven van een vonnis dan wenselijk is. Maar de praktijk die in Prague Rules zo wordt aanbevolen vindt in Nederland al vaak toepassing.

 

Meer weten?

www.unum.world

www.praguerules.com

Conflictbemiddeling als ambacht

Lezend in het Handboek Mediation van A.F.M.Brenninkmeijer cum suis lees ik hoe mediation kan worden gedefinieerd: een vorm van bemiddeling in conflicten, waarbij een neutrale bemiddelingsdeskundige, de mediator, de onderhandelingen van partijen begeleidt teneinde vanuit hun werkelijke belangen tot gezamenlijk gedragen en voor ieder van hen optimale resultaten te komen.

Partijen spannen zich in om een conflict in goede harmonie te beslechten, maar als mediation aan de orde is, is kennelijk een bemiddelingsdeskundige toch de schakel die de ketting compleet kan maken.

Als de mediator zo’n cruciale rol vervult, mogen aan hem hoge eisen worden gesteld.

Het handboek leert dat voor de persoonlijkheid van de mediator de volgende kenmerken van belang zijn: ervaring, evenwichtigheid, integriteit, afstandelijkheid én empathie, en openheid.

Een mediator ontwikkelt zijn vakbekwaamheid op basis van een opleiding en verhoogt zijn niveau door het opdoen van ervaring en het luisteren naar en leren van andere bemiddelingdeskundigen.

Natuurlijk is veel meer te zeggen over kenmerken van een mediator, maar de kern lijkt mij dat conflictbemiddeling een ambacht is.

Partijen doen er bij het kiezen van een mediator goed aan zich dat wel bewust te zijn: een goede ambachtsman is hier waarschijnlijk de beste professional.