Het Verdrag van Singapore inzake Mediation (2019)

In december 2018 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bij consensus het Verdrag van de Verenigde Naties inzake internationale schikkingsovereenkomsten die voortvloeien uit bemiddeling of mediation aangenomen. Het Verdrag staat bekend als het “Verdrag van Singapore inzake Mediation” (het “Verdrag van Singapore”).

Dinsdag 6 en woensdag 7 augustus 2019 wordt in het Shangri-La Hotel in Singapore een Conferentie georganiseerd, waarop ook de formele ondertekeningsceremonie plaatsvindt. Hiermee is de naamgeving van het Verdrag meteen verklaard.

Het Verdrag van Singapore zal de mogelijkheden om mediation toe te passen in grensoverschrijdende kwesties vergemakkelijken door het eenvoudiger te maken naleving van (vaststellings-) overeenkomsten af te dwingen. Het Verdrag van Singapore schept een uniform en efficiënt kader voor internationale schikkingsovereenkomsten die uit bemiddeling of mediation voortkomen.

Het Verdrag van Singapore is ontworpen ter bevordering van de internationale handel en de bevordering van mediation als alternatieve en doeltreffende methode om handelsgeschillen op te lossen. Het verdrag voorziet erin dat een schikking die door partijen wordt bereikt, bindend en afdwingbaar wordt volgens een vereenvoudigde en gestroomlijnde procedure.

In een artikel dat Eveline Jacobs en ondergetekende schreven voor Tijdschrift Vervoer & Recht (TVR, juni 2019) wordt nader ingegaan op de praktijk van mediation. Hierin komt naast Het Verdrag van Singapore ook EU-regelgeving aan de orde. Ik mag u graag naar dit artikel in TVR verwijzen voor meer details.

Meer informatie over de conferentie die in Singapore wordt gehouden en over het Verdrag is te vinden via deze link: https://www.singaporeconvention.org/

Wat betreft het Verdrag: ondertekening door VN-lidstaten is vanaf 7 augustus 2019 mogelijk. Uiteraard volgen na ondertekening ratificatie en verdere stappen, alvorens de bepalingen van het Verdrag van toepassing worden. Partijen hoeven daar in praktijk natuurlijk niet op te wachten. Wat zou ons allen tegenhouden om direct effectieve en efficiënte geschillenbeslechting door middel van mediation toe te passen als onverhoopt een dispuut ontstaat?

Komkommertijd?

Met Wikipedia bij de hand leer ik het volgende over de vraag hoe de term komkommertijd in zwang is gekomen: een mogelijke verklaring is dat komkommertijd een leenwoord is uit het Engels, waar kleermakers de term cucumber-time gebruikten. Dit woord is in 1700 voor het eerst opgetekend, in een Bargoens woordenboekje, met als betekenis “Taylers Holiday, when they have leave to Play, and Cucumbers are in Season”.

Komkommers worden in de zomer geoogst, de adel verliet in de zomer de stad, waardoor er voor de kleermakers niet veel te verdienen viel. Volgens enkele Engelse slangwoordenboeken schijnt cucumber-time aanvankelijk vooral te zijn gebruikt door Duitse kleermakers in Londen. Waarschijnlijk gaat het hier om een vertaling van het Duitse Sauregurkenzeit (‘augurkentijd’, augurken behoren tot dezelfde soort als de komkommers), dat sinds de achttiende eeuw bekend is. In elk geval is de term in Engeland in onbruik geraakt. 

In het Nederlandse taalgebied is komkommertijd voor het eerst opgetekend in 1787. Op 14 juli 1787 schrijft het Rotterdamse patriottenblad Het Saturdags Kroegpraetje, in een tweespraak tussen Piet en Kees: ,,Is er van de week ook wat nieuws van de groote Heeren uit den Haag?’’, vraagt Piet. ,,Neen’’, antwoordt Kees, ,,maar je mot denken, het is, regtevoort [momenteel], in de komkommertyd, en dan staat alles zoo wat stil.’’

Tegenwoordig gebruiken we term nog steeds om een periode aan te duiden waarin niet veel gebeurt, anders dan een voetbaltoernooi, een tenniswedstrijd of een wielerronde.

Beleven we deze zomer komkommertijd? De Brexit houdt pauze, het Europees parlement stemt toch in met de benoeming van Ursula von der Leyen als nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. In Oekraïne vestigt een nieuwe president zijn macht definitief met een grote overwinning van zijn partij in de parlementsverkiezingen. Presidenten over de gehele wereld doen zich gelden. In de Straat van Hormuz lopen de spanningen op, net als elders. De Nieuwe Zijderoute (het “Chinese Belt And Road Initiative”) wordt iedere dag verder ontplooid. De Noordelijke Zeeroute wordt meer en meer gebruikt en het aantal vraagstukken inzake winning van fossiele grondstoffen en veiligheidsaspecten in de Arctische regio neemt snel toe. Nederlandse reders luiden de noodklok, omdat vluchtelingen die uit zee worden gered in Zuid-Europa niet of nauwelijks meer aan land kunnen worden gebracht. De voorbereidingen voor de invoer van de nieuwe zwavelnormen voor scheepsbrandstoffen zijn in volle gang.

 

Neen, deze zomer zou ik geen komkommertijd willen noemen. Juist op maritiem gebied gebeurt er veel of juist (te) weinig, zoals de Nederlandse reders ervaren. Maar een stille tijd is het niet. Onderwerpen genoeg om over te blijven schrijven. En dat zal ik dan ook doen.

De Scheepsverklaring of “Note of Sea Protest”

Het belang van het opmaken van een goede, juridisch correcte scheepsverklaring wordt niet door iedereen die zich bezighoudt met maritieme claims onderschreven. Ik ben echter Pleitbezorger van het zorgvuldig opstellen door een notaris van een scheepsverklaring of “Note of Sea Protest” in die gevallen dat het ook werkelijk nodig is.

R.P.Cleveringa omschreef de scheepsverklaring in zijn boek “Zeerecht” (vierde druk, Zwolle 1961, p.290-291) als volgt: De scheepsverklaring is een akte, inhoudende een verslag omtrent de voorvallen der reis. Het verslag brengt de kapitein uit voor een notaris, die er een akte van opmaakt. [..] Zij is dus een notariële akte en bewijst als zodanig verplicht volledig hetgeen de kapitein en, indien zij ook van hun bevinding verklaring hebben afgelegd, de schepelingen hebben verklaard. Als notariële akte moet zij ook voldoen aan de vereisten, welke de wet op het notarisambt aan notariële akten stelt.

Dit is tot op de dag van vandaag geldig en van toepassing.

In het Engels is de algemene omschrijving van een “Sea Protest”, zoals verwoord op Wikipedia:

In maritime law, a sea protest is a notarized statement obtained after a ship enters port after a rough voyage. Its purpose is to protect the ship’s chgarterer or owner from liability for damage to the cargo, the ship or to other ships in a collision, where this was caused by the perils of the sea (for example, bad weather).

In welke gevallen is het werkelijk nodig een formele scheepsverklaring of “Note of Sea Protest” te laten opmaken? Op deze vraag valt niet eenduidig antwoord te geven. Het is aan de kapitein te beslissen of hij in bepaalde omstandigheden al dan niet een scheepsverklaring of “Note of Sea Protest” wil laten opmaken. De opleiding en achtergrond van de kapitein, maar ook zijn ervaring en de jurisdictie waarmee hij heeft te maken zullen meewegen als hij zijn beslissing hierover neemt.

Onder Maltees recht, om een voorbeeld te noemen, is het weldegelijk van belang conform de wet een “Note of Sea Protest” te laten opmaken.

De Malta Maritime Law Association publiceerde in juli 2013 het navolgende, dat werd opgetekend door Fenech & Fenech Advocates:

(QUOTE)

Failure to file sea protest correctly can scupper your case

The Maltese flag has established itself as a flag of confidence and a popular choice for many well-reputed shipowners. This is clearly evidenced by the fact that the Maltese registry boasts tonnage of more than 45.6 million gross tons, making it the eighth largest flag in the world and the second largest in Europe. The Maltese flag is flown aboard vessels worldwide. In light of these figures, and bearing in mind that ships at sea will always remain vulnerable to a number of risks, it is probable that Maltese-flagged vessels may become a casualty of some sort from time to time.

Where such an incident results in damage being sustained – whether to the vessel itself, its cargo, another vessel or any other property – the ship, its master, owner or charterer may potentially become exposed to a number of claims. In such cases, it is essential to establish the events that gave rise to the incident in question. Most jurisdictions therefore either oblige or enable the master of a ship to make a so-called ‘sea protest’ shortly after the incident in question, in which he or she can declare the facts of the incident as known to him or her. In this regard, Malta is no exception.

Under Article 104 of the Merchant Shipping Act, a master is obliged to make a sea protest
wherever a vessel flying the Maltese flag:

  • sustains damage;
  • is stranded, abandoned or lost; or
  • owing to the stress of weather or any other cause, is forced to enter port.

Under Maltese law, a sea protest tends to hold significant probative weight in any subsequent settlement negotiations or litigation, since it is often taken as being a correct statement of facts (unless there is evidence to the contrary). However, there is a tendency to assume that the form and method by which such a sea protest is made are not important, so long as the statement produced is truthful and duly sworn before a notary public. This impression is wrong – Maltese law provides clear rules on how a sea protest should be made, together with a detailed procedure.

(UNQUOTE)

Het volledige artikel geeft meer informatie en voorbeelden; vindplaats:

http://mmla.org.mt/failure-to-file-sea-protest-correctly-can-scupper-your-case/

Onder Nederlands recht is artikel 353 van het aloude Wetboek van Koophandel, waarnaar ook Cleveringa verwees, immer nog van toepassing:

[1.]Na aankomst in een haven kan de kapitein door een notaris eene scheepsverklaring doen opmaken omtrent de voorvallen der reis.

[2.] Indien het schip of de zaken aan boord schade hebben geleden of eenig buitengewoon voorval heeft plaats gehad, is de kapitein verplicht binnen 48 uren na aankomst, in de plaats van aankomst of in een nabijgelegen plaats althans eene voorloopige verklaring te doen opmaken. Eene voorloopige verklaring moet binnen acht dagen door eene volledige verklaring worden gevolgd.

[3.] De kapitein heeft zich te wenden in het Koninkrijk buiten Europa tot het bevoegde gezag en buiten het Koninkrijk tot den Nederlandschen consulairen ambtenaar of, bij ontstentenis van zoodanigen ambtenaar, tot het bevoegde gezag.

[4.] De notaris is verplicht van scheepsverklaringen tegen betaling der kosten afschrift uit te reiken aan ieder die het verlangt.

In de maritieme praktijk is het op juiste wijze laten opmaken van een scheepsverklaring ietwat in onbruik geraakt. De aandacht voor bovengenoemd artikel 353 uit het Wetboek van Koophandel is enigszins verslapt. Scheepsagenten en anderen die kapiteins assisteren en adviseren zijn wellicht ook minder op de hoogte van de juiste gang van zaken bij het opmaken van een scheepsverklaring in vergelijking met hun voorgangers in tijden dat het laten opmaken van een scheepsverklaring of “Note of Sea Protest” aan de orde van de dag was.

Ik ben Pleitbezorger van het laten opmaken van een juridisch gedegen scheepsverklaring of “Note of Sea Protest” in die gevallen dat aan boord van een schip tijdens een zeereis substantiële schade is geleden of veroorzaakt of indien tijdens de zeereis een buitengewoon voorval heeft plaatsgehad.

Kapiteins en scheepsagenten, maar ook anderen, kunnen bij mij terecht om in voorkomende gevallen een scheepsverklaring of “Note of Sea Protest” te laten opmaken in een vorm die in een juridische procedure zal standhouden. Door een gestandaardiseerde aanpak kan ik hiervoor een scherp tarief hanteren.

Voor meer informatie: T +31.653.400739 / E niels.van.der.noll@pleitbezorger.com

Maritieme gerechtsdeskundigen in Nederland

Onlangs, 4 april 2019, is door rechter Peter Santema en advocaat Jolien Kruit het rapport “Afkoersen op vaste maritieme gerechtsdeskundigen” gepresenteerd. Zij boden het rapport aan namens de commissie die het heeft geschreven aan de opdrachtgevers voor het opstellen van dit rapport: de Rechtbank Rotterdam, de Nederlandse Vereniging voor Vervoerrecht en de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Zoals verwacht mag worden van een door juristen bemande commissie, is er een degelijk rapport uitgebracht. Het wettelijk kader is omschreven, aan gerechtsdeskundigen te stellen eisen zijn geformuleerd en er zijn voorstellen gedaan.

In het rapport worden vier typen maritieme gerechtsdeskundigen onderscheiden: twee bestaande typen en twee nieuw typen.

De maritieme gerechtsdeskundige “volledig” gaat kort nadat een maritiem incident heeft plaatsgevonden samen met partijdeskundigen ter plaatse, -aan boord van een schip-, om onderzoek te doen. Tijdsduur en kosten van zo’n onderzoek, inclusief rapportage, kunnen afhankelijk van de aard van het incident behoorlijk oplopen.

Daarom is naast de “volledig” deskundige nu de maritieme gerechtsdeskundige “coördinator” geïntroduceerd. Deze heeft  gelijke bevoegdheden als de “volledig” deskundige, maar krijgt een beperkte taakomschrijving. Het gaat om het coördineren van het onderzoek en “fact finding”. De deskundige doet geen nader onderzoek en maakt slechts een kort feitelijk verslag op. Hij trekt geen conclusies uit het onderzoek, – dat wordt overgelaten aan partijen en hun deskundigen. De “coördinator” kan een rol spelen om het onderzoek snel en transparant te laten verlopen en om partijen van alle relevante informatie te voorzien. Snel en tegen relatief beperkte kosten.  

Naast deze twee typen van gerechtsdeskundigen die ter plaatse gaan, worden twee typen onderscheiden die voor of na een zitting van de rechtbank, dus in een veel later stadium, als een gerechtelijke procedure aanhangig is gemaakt, kunnen worden ingeschakeld: de maritieme gerechtsdeskundige “schriftelijk” (maakt rapport; tijdrovend) en de maritieme gerechtsdeskundige “zitting” (mondeling verslag of beantwoording van vragen ter zitting).

Wellicht kan een groep van vaste maritieme gerechtsdeskundigen een rol spelen in het efficiënt uitvoeren of begeleiden van onderzoek aan boord. Echter, in het rapport wordt ook vastgesteld dat geschillen omtrent maritieme incidenten vaak, en bij voorkeur, door partijen onderling worden geregeld. Slechts in een beperkt aantal zaken wordt een beroep gedaan op gerechtsdeskundigen. De vraag is of dit zal veranderen met de introductie van keuzemogelijkheden bij het aanstellen van een type maritieme gerechtsdeskundige. Zou een effectief instrumentarium aan geschillenbeslechting in Nederland, waaronder de figuur van de maritieme gerechtsdeskundige, niet beschikbaar kunnen worden gemaakt voor een grotere doelgroep, ook internationaal, om daar wel verandering in te brengen?

Ik ben Pleitbezorger van het verder ontwikkelen en promoten van “Rotterdam Maritime Capital of Europe”. Niet als een marketing-vlaggetje voor de stad of de haven, maar als aantrekkelijke optie voor nationale en internationale partijen om in Nederland gebruik te maken van de fysieke infrastructuur én  van de (maritieme) dienstverleners die zich inzetten geschillen omtrent (maritieme) incidenten die in Nederland of elders hebben plaatsgevonden op een efficiënte manier tegen aanvaardbare kosten op te lossen: van de maritieme gerechtsdeskundige tot de partijdeskundige, van advocaat tot rechter, van de Maritieme Kamer bij de Rechtbank Rotterdam tot UNUM, het (digitale) platform om via mediation of arbitrage tot oplossing van een geschil te komen.

Rules on the Efficient Conduct of Proceedings in International Arbitration (Prague Rules)

Waarom is arbitrage in Nederland te verkiezen boven arbitrage in andere landen?

Daar zijn meerdere antwoorden op te geven. Zeker is, dat de Nederlandse arbitragewet en het Nederlandse rechtssysteem bijdragen aan een goede voedingsbodem voor het voeren van arbitrageprocedures op een efficiënte manier. Nederlandse arbitrage-instituten bieden moderne arbitragereglementen en het Nederlandse “polderklimaat” is gericht op het vinden van oplossingen, het beslechten van geschillen. Bovendien worden kosten van arbitrages in Nederland in het algemeen behoorlijk binnen de perken gehouden. Nederland is bij uitstek geschikt om internationale arbitrages te voeren.

Dat zijn wellicht redenen waarom Rules on the Efficient Conduct of Proceedings in International Arbitration (Prague Rules) in Nederland niet bijzonder veel aandacht krijgen. Arbitrages in Nederland worden in de meeste gevallen al op efficiënte wijze gevoerd, al hangt dat ook af van de posities die partijen innemen.

Inmiddels vindt iedere week wel ergens op de wereld een congres of seminar plaats met als onderwerp deze Prague Rules. Zou dat bijdragen aan grotere efficiëntie in het voeren van internationale arbitrageprocedures? Zouden juristen en arbiters die zijn opgevoed met het Common Law systeem zich hier iets aan gelegen laten liggen? De toekomst zal het leren.

Vier jaar lang is gedelibereerd over de regels die efficiëntie in internationale arbitrage zouden moeten bevorderen, voordat de Prague Rules vorig jaar in Praag werden gepresenteerd.

De werkgroep die het document opstelde begon nog voor de pre-ambule met de volgende opmerking:

It has become almost commonplace these days for users of arbitration to be dissatisfied with the time and costs involved in arbitral proceedings.

Deze ontevredenheid komt echter vooral voor in landen waar de praktijk van Common Law wordt gebezigd.

Verloopt arbitrage in Nederland dan altijd efficiënt en snel, en vallen de kosten nimmer tegen? Neen, ook in Nederland dient een partij wel eens een tegenvaller te incasseren of zijn arbiters langer bezig met het schrijven van een vonnis dan wenselijk is. Maar de praktijk die in Prague Rules zo wordt aanbevolen vindt in Nederland al vaak toepassing.

 

Meer weten?

www.unum.world

www.praguerules.com

Conflictbemiddeling als ambacht

Lezend in het Handboek Mediation van A.F.M.Brenninkmeijer cum suis lees ik hoe mediation kan worden gedefinieerd: een vorm van bemiddeling in conflicten, waarbij een neutrale bemiddelingsdeskundige, de mediator, de onderhandelingen van partijen begeleidt teneinde vanuit hun werkelijke belangen tot gezamenlijk gedragen en voor ieder van hen optimale resultaten te komen.

Partijen spannen zich in om een conflict in goede harmonie te beslechten, maar als mediation aan de orde is, is kennelijk een bemiddelingsdeskundige toch de schakel die de ketting compleet kan maken.

Als de mediator zo’n cruciale rol vervult, mogen aan hem hoge eisen worden gesteld.

Het handboek leert dat voor de persoonlijkheid van de mediator de volgende kenmerken van belang zijn: ervaring, evenwichtigheid, integriteit, afstandelijkheid én empathie, en openheid.

Een mediator ontwikkelt zijn vakbekwaamheid op basis van een opleiding en verhoogt zijn niveau door het opdoen van ervaring en het luisteren naar en leren van andere bemiddelingdeskundigen.

Natuurlijk is veel meer te zeggen over kenmerken van een mediator, maar de kern lijkt mij dat conflictbemiddeling een ambacht is.

Partijen doen er bij het kiezen van een mediator goed aan zich dat wel bewust te zijn: een goede ambachtsman is hier waarschijnlijk de beste professional.

Je begrijpt het pas als je het een ander kunt uitleggen

Lang heb ik mij beziggehouden met het uitvoeren van taken, terwijl het stellen van doelen onderbelicht bleef. Het uitvoeren van taken is echter beter vol te houden als er een doel is. Als er een doel is, en je past dat doel zonodig aan de veranderende werkelijkheid aan, dan blijf je ook nieuwsgierig naar wat komen gaat.

Die verandering bewerkstelligen, van taak naar doel, is niet altijd eenvoudig. Ik probeer mijzelf daarin te oefenen en daarvoor heb ik een training gevolgd, die de bouwstenen geeft om mijzelf inderdaad te kunnen trainen.

Zo leer ik niet alleen over mijzelf, maar ook over organisaties en over effectief communiceren.

Ik zie nu ook beter in, dat ik iets pas begrijp als ik het een ander kan uitleggen. Dat klinkt als een Cruijffiaanse spreuk, maar het is een waarheid als een koe.

Dagelijks hoor en lees ik over transities en transformaties. Zouden alle columnisten, politici, wetenschappers, bloggers en anderen die daarover spreken en schrijven het goed begrijpen, zodat ze het ons kunnen uitleggen? Ik begrijp lang niet alles wat over die veranderingen wordt gezegd en geschreven, en ik betwijfel dan ook met regelmaat of degenen die iets beweren, dat zelf begrijpen.

Een organisatie kan transformeren als die zich richt op zijn essentie. Die kern zie je als het goed is terug in de missie ofwel identiteit van de organisatie en de visie en de waarden die daaruit voortkomen.

Organisaties, ook commerciële bedrijven, kunnen bijdragen aan transities als zij zich vanuit een eigen identiteit blijven aanpassen aan de veranderende wereld en bereid zijn een bijdrage te leveren aan meer dan de eigen (winst-)groei.

Ik blijf proberen het aan anderen uit te leggen, opdat ik het zelf steeds beter ga begrijpen.