De wil om te vertrouwen

Vertrouwen is een begrip dat heden ten dage te pas en te onpas wordt genoemd. Reden om eens bij dat begrip stil te staan.

Naar aanleiding van het 25-jarig bestaan organiseerde mediation & training specialist The Lime Tree een webinar over vertrouwen. Onder leiding van mediator en trainer Wim Meijer werden deelnemers langs een aantal punten van de route naar het denken over en ervaren van vertrouwen geleid:

– Kijk naar jezelf.

– Neem kennis van theorie (Covey’s vijf cirkels van vertrouwen bijvoorbeeld).

– “Framing” in dagelijks taalgebruik (onder meer in spreekwoorden en gezegden).

– Vertrouwensmythen.

Ik licht hier graag enkele punten van uit.

Ook al ben je duidelijk over de waarden die je belangrijk vindt en heb je de moed om voor die waarden te staan, wil je eerlijk en oprecht zijn in jouw contacten met anderen, hoe lastig kan het dan toch zijn om niet af en toe een leugentje om bestwil te vertellen of om de waarheid enigszins in te kleuren om te bereiken wat je bereiken wilt? En wat doet dat met vertrouwen? Vertrouwen in jezelf, vertrouwen van jou in anderen en vertrouwen van anderen in jou?

Mahatma Gandhi zei, dat zodra er achterdocht ontstaat over iemands motieven, alles wat hij of zij doet besmet raakt. Zo moeilijk kan het zijn met vertrouwen om te (moeten) gaan.

Covey onderscheidt vijf cirkels van vertrouwen:

– Vertrouwen in jezelf.

 

– Relatievertrouwen.

– Organisatievertrouwen.

– Marktvertrouwen.

– Maatschappelijk vertrouwen.

 

Graag sta ik even stil bij het vertrouwen in onszelf of het principe van betrouwbaarheid en geloofwaardigheid. Dan gaat het om integriteit, intenties, capaciteiten en resultaten.

Meijer noemde hierbij ook vertrouwensmythes, misvattingen over vertrouwen. Hij stelde dat vertrouwen niet soft is, maar concreet en meetbaar. Vertrouwen is niet een kwestie van wel of niet als ware het een gegeven, vertrouwen kan worden gecreëerd en ook vernietigd. En je kunt weldegelijk leren iemand te vertrouwen, en dan inzien dat vertrouwen een bruikbaar strategisch voordeel kan bieden.

We kunnen dus invloed hebben op vertrouwen.

Maar het begint steeds bij onszelf. Bij het wel of niet toelaten van het leugentje om bestwil. De eigen betrouwbaarheid en geloofwaardigheid.

De belangrijkste les is echter de volgende:

Het gaat er niet om of je iemand vertrouwt, maar of je die ander zou willen vertrouwen.

NNPC Correspondents: a new P&I Correspondent in the Netherlands

The Noord Nederlandsche P&I Club (NNPC) is launching NNPC Correspondents BV on 20 February 2021 as a subsidiary of the NNPC based in Rotterdam, the Netherlands to provide services in the Netherlands and throughout European waterways as P&I Correspondent.

The NNPC was established in 1937 and has in recent years expanded to become a market leader in P&I insurance and claims handling in the short-sea, inland and bulk sectors in particular for the Dutch market. The NNPC has a proven track record of claims handling, process efficiency and quality, and is drawing on this heritage in establishing NNPC Correspondents BV to offer its unique brand to the international P&I market and shipping community. NNPC Correspondents will provide claims handling and legal services based on quality, transparency, cost efficiency and  a modern approach  to reporting and communication methods.

I am happy to announce that I have been appointed as manager of the Rotterdam office of NNPC Correspondents.

NNPC Correspondents aims to provide a cost effective service without compromising on quality.

In order to achieve this we:

  • Ensure efficient claims handling and quick handling times by avoiding unnecessary delays.
  • Tailor make our services to meet clients’ requirements and needs.
  • Continuously provide and monitor budgets and cost estimates and notify clients of any changes or risks.
  • Provide fixed pricing based for fixed work (such as preloading and draft surveys).
  • Ensure continuous communications with our principals and ensure expectations are managed and deadlines are met.

 

Office and contact details:

NNPC Correspondents B.V.

Blaak House

Office 1.01

Blaak 34

3011 TA Rotterdam

The Netherlands

Tel:      +31.(0)85 4833121

E-mail: correspondents@nnpc-correspondents.nl

Mediation inzetten om aantal faillissementen te beperken

In de Nieuwsbrief van de Rechtspraak van 7 januari 2020 is te lezen dat Nederlandse rechters vorig jaar een uitzonderlijk laag aantal faillissementen hebben uitgesproken. Het ging in 2020 om ongeveer 3.900 faillissementen. Driekwart daarvan waren rechtspersonen en een kwart natuurlijke personen. In 2019 werden veel meer faillissementen uitgesproken: 4.776 in totaal. Dit blijkt uit cijfers van de Raad voor de rechtspraak.

De hoeveelheid uitgesproken faillissementen, -zo is verder te lezen-,  is sterk afhankelijk van economische ontwikkelingen en daalt al jaren. Zo werden in 2009, ten tijde van de kredietcrisis die destijds de wereld in zijn greep hield, ruim 11.000 faillissementen uitgesproken. Maar met de coronacrisis in het achterhoofd is het lage aantal faillissementen in 2020 opvallend te noemen. Het zijn voor veel mensen en ondernemingen financieel zware tijden. Een stijging van het aantal faillissementen lijkt dan aannemelijk, maar het tegendeel is op dit moment het geval. De oorzaak van het lage aantal faillissementen is niet onderzocht en het is nog te vroeg om conclusies te trekken.

Het valt wel op dat er op dit moment relatief weinig partijen het faillissement van een schuldenaar aanvragen. Bovendien kijkt de rechter bij de inhoudelijke beoordeling van een faillissementsaanvraag naar alle relevante omstandigheden, waaronder ook de coronacrisis en de daarmee samenhangende (economische) situatie. Dit leidt er toe dat rechters op dit moment ondernemingen die in de kern gezond zijn, niet snel failliet zullen laten gaan. Mogelijk spelen ook de steunmaatregelen van de overheid een rol bij de daling.

Tot zover uit de Nieuwsbrief van de Rechtspraak.

Hoe zal dit beeld zich in de loop van 2021 ontwikkelen? Sommige economen en analisten verwachten sterke economische groei in de loop van het jaar, mits de pandemie onder controle kan worden gehouden. Maar zal dat dan voor alle sectoren gelden? En wat zal gebeuren als de steunmaatregelen van de overheid aflopen of worden aangepast?

Vragen die niet eenvoudig zijn te beantwoorden, maar het staat zeker niet vast dat het aantal faillissementen laag zal blijven. Het zou kunnen zijn dat meer en meer partijen vaker het faillissement van een schuldenaar zullen aanvragen in de maanden en jaren die voor ons liggen.

In bepaalde zaken wordt wel gedacht dat het aanvragen van het faillissement van een schuldenaar nog de enige uitweg is. Maar is dat zo?

Juist als het water iemand aan de lippen staat, zal het hem moeilijk vallen zijn verhaal te doen over de situatie waarin hij is terecht gekomen. Dat belemmert een ander, bijvoorbeeld een schuldeiser, om een realistisch beeld daarvan te krijgen. Daardoor kan die schuldeiser menen dat het aanvragen van faillissement nog de enige optie is. Misschien is het niet de intentie van de schuldeiser om dat te doen, maar ziet hij geen alternatief.

Een mediator is opgeleid om een gesprek tussen partijen te begeleiden en de achtergronden en werkelijke belangen bij een (dreigend) geschil op tafel te krijgen. Zo kunnen partijen ieder hun constructie van de werkelijkheid naar voren brengen, waardoor ruimte kan ontstaan om begrip voor elkaars belangen te krijgen. Dat begrip kan leiden tot inventieve oplossingen als alternatief voor het aanvragen van faillissement.

Het zijn ongewone tijden. Ik ben pleitbezorger van mediation, juist in deze tijden waarin belangen groot zijn, maar ook onmacht voelbaar is bij vrijwel iedereen. Deze tijden vragen om het gezamenlijk zoeken naar oplossingen voor (grote) problemen en geschillen. Niet eenzijdig stappen nemen. Niet meteen een juridische procedure starten, maar door middel van mediation proberen er samen uit te komen. Indien nodig, is de rechter altijd nog beschikbaar om een oordeel te vellen.

Leiden vanuit de toekomst

Permanente opleiding is een belangrijk element voor wie in deze wereld zijn steentje aan verdere ontwikkeling van wat nodig is wil bijdragen. Ik ben geen pleitbezorger van al te rigide systemen van permanente opleiding (“punten halen om het punten halen”), maar de afgelopen maanden heb ik tijd besteed aan een online cursus die mij nieuwe inzichten heeft geboden.

Ik wil enkele voorbeelden noemen die er voor mij uitsprongen, juist in deze tijd waarin polarisatie tussen individuen, tussen groepen en tussen landen aan de orde van de dag is.

Wij hebben allemaal onze “blinde vlekken”, maar als we die herkennen zijn we ook in staat die weldegelijk in te vullen en werkelijk inhoud te geven.

Het vooroordeel is zo’n blinde vlek. Ontkenning van wat niet in jouw vooringenomen beeld past. Het niet willen zien. Al te zeer bevooroordeeld zijn bevriest ons brein, belemmert ons goed na te denken.

Als je weinig empathie kunt opbrengen en je gevoel geen ruimte geeft, ligt het gevaar van haat en cynisme op de loer. Het moge duidelijk zijn dat haat en cynisme ons niet verder zullen brengen bij het zoeken van toenadering tot elkaar of bij het oplossen van allerlei kwesties, van individueel tot collectief niveau.

We zien zoveel op ons af komen, van klimaatverandering tot pandemie en allerlei zaken die daarvan het gevolg kunnen zijn, dat we soms de wil niet meer kunnen opbrengen om zelf actie te ondernemen. Angst en apathie voeren de boventoon, waardoor we niet tot de zo nodige actie komen.

De cursus bij MITx (u.lab – leading from the emerging future) heeft voor mij bevestigd dat we er zelf zoveel aan kunnen doen om de gevaren die bevooroordeeld, cynisch of apathisch zijn met zich brengen, het hoofd te kunnen bieden.

Luisteren is één van de belangrijkste aspecten die ons kunnen helpen hiermee een begin te maken. In de cursus werden diverse niveaus van luisteren onderscheiden:

  1. downloaden
  2. feitelijk luisteren
  3. empatisch luisteren
  4. luisteren vanuit verbondenheid.

Downloaden is dan iets als “het ene oor in, het andere oor uit”. Met feitelijk luisteren probeer je je eigen vooroordelen bevestigd te krijgen. Met empatisch luisteren doe je een serieuze poging om de subjectieve ervaring of mening van een ander werkelijk op te merken. Met de vierde stap maak je de weg vrij om met erkenning van elkaars meningen en standpunten tot de kern van de zaak door te dringen, met de intentie ook tot acties en oplossingen te komen.

Actief luisteren heb ik ook geleerd in mijn mediation-opleiding, en hier kwam dat zo belangrijke aspect van omgaan met elkaar nog eens goed naar voren. Zonder goed luisteren is het ontzettend moeilijk, zo niet onmogelijk, om gezamenlijk tot oplossing van allerlei kwesties te komen.

Containervervoer over de wereldzeeën

Jacques R. Saadé was een Frans-Libanese zakenman. Hij was de oprichter en voorzitter van wat nu één van de grootste rederijen van containerschepen ter wereld is, CMA CGM.

Het eerste op LNG aangedreven containerschip ter wereld is naar hem genoemd: m/s “CMA CGM Jacques Saade” is onlangs in de vaart gekomen. Het schip heeft een laadvermogen van 216.900 mt en meet 400 bij 61 meter, bij een diepgang van 16 meter. De capaciteit is 23.112 TEU.

Het schip vaart op de “French Asia Line” en het deed 12 oktober 2020 Singapore aan. Bij vertrek was een aantal van 20.723 geladen containers aan boord. Een recordaantal.

Deze nieuwe aanwinst van CMA CGM wordt geroemd om de innovaties in ontwerp en exploitatie. De milieubelasting is sterk gereduceerd in vergelijking met andere containerschepen en een recordaantal containers kan aan boord worden geladen.

De berichten over “CMA CGM Jacques Saade” vielen mij op toen ik de rapportages las over het incident met containerschip “MSC Zoë”. Zoals bekend verloor dit schip van rederij MSC begin januari 2019 een groot aantal containers ten noorden van de Waddeneilanden.

Er is uitgebreid nationaal en internationaal onderzoek gedaan naar de omstandigheden waarin het incident met “MSC Zoë” zich voordeed.

Bij publicatie van het rapport over het internationale onderzoek naar de toedracht van het voorval met de “MSC Zoë” werden aanbevelingen gedaan om containerverlies, in het bijzonder nabij het Waddengebied, te voorkomen.

De betrokken Panamese, Duitse en Nederlandse overheden werd aanbevolen om in IMO-verband de technische eisen die gesteld worden aan containerschepen te herzien. In het bijzonder worden de volgende punten van aandacht genoemd:

  1. de ontwerpeisen die gesteld worden aan sjorsystemen en containers;
  2. de eisen ten aanzien van belading en stabiliteit van containerschepen;
  3. verplichtingen ten aanzien van instrumenten die inzicht bieden in slingerbewegingen en versnellingen;
  4. de technische mogelijkheden tot het detecteren van containerverlies.

Deze aanbevelingen worden ongetwijfeld internationaal gedeeld via IMO en andere organisaties. De vraag rijst of deze aanbevelingen of overwegingen van gelijke aard onder de aandacht waren van de ontwerpers en bouwers van “CMA CGM Jacques Saade”. Ik weet dat niet, maar het viel mij op dat juist op het moment dat belangrijke rapporten over internationale containervaart verschijnen weer een record in omvang van het containervervoer wordt gemeld. Het zal een innovatief schip zijn wat betreft voortstuwing en energietransitie, maar hoe wordt het schip beladen, hoe worden die talrijke containers aan boord gesjord en hoe houdt de 25-koppige bemanning de stabiliteit van het schip in de gaten en hoe kan de bemanning opmerken of op enig moment wellicht containers los geraken of overboord vallen?

 

Zie ook:

https://pleitbezorger.com/2019/01/verlies-van-containers-van-zeeschepen/

https://pleitbezorger.com/2020/03/brand-aan-boord-van-containerschepen/

https://pleitbezorger.com/2019/12/msc-zoe-het-onderzoek/

Lessons Learned: leiderschap, bedrijfscultuur en communicatie

“Een van de grootste problemen waar de grotere organisaties nu mee worstelen vanwege de ongelijke ontwikkelingssnelheid tussen de mens en de techniek, tussen de mogelijkheden die zich aandienen en het organisatorische vermogen om ervan te profiteren, tussen financiële terughoudendheid en de druk van de concurrentie, [..], is het pijnlijke gebrek aan adaptiviteit, het verlammende gebrek aan aanpassingsvermogen.” – aldus Koos Spee in zijn Handboek voor een Intelligente Bedrijfscultuur.

Over het aanpassingsvermogen en het vermogen om te leren van ervaringen las ik ook bij luitenant-kolonel Marcel Wassenaar. Hij publiceerde over leren van ervaring binnen de krijgsmacht (Militaire Spectator, jaargang 189, nummer 7/8-2020).

Het is letterlijk van levensbelang  voor militaire organisaties zich snel aan te passen aan wijzigende (operationele) omstandigheden. De krijgsmacht die dit het best en het snelst doet heeft daarvan voordelen. Een belangrijk aspect om dit te bereiken is het leren van ervaring, aldus Wassenaar, die daarvoor onderzoek deed bij de Noorse landmacht.

Een bedrijf en een militaire organisatie verschillen natuurlijk van elkaar op vele punten. Een bedrijf opereert in een markt, en heeft te maken met concurrentie. Het verschil wordt gemaakt door het bedrijf dat zich onderscheidt ten opzichte van de concurrentie. Een krijgsmacht dient zich (op het slagveld) direct aan te passen aan de concurrent, namelijk de tegenstander waarmee de directe confrontatie wordt aangegaan.

Zowel Spee als Wassenaar benadrukt dat het “leervermogen” van een organisatie wordt beïnvloed door vele factoren, zoals de cultuur van de organisatie en haar structuur. Centraal staan echter de mensen en hun gedragingen, die samen bepalend zijn voor wat de organisatie werkelijk is.

Het zijn ook louter die mensen die individueel ervaringen opdoen. Er is geen eenduidige collectieve ervaring van een organisatie. Een ervaring ontstaat wanneer een individu de relatie begrijpt tussen een actie en haar consequentie(s), zoals Wassenaar schrijft.

Wassenaar haalt literatuur van Kim aan met de volgende omschrijving: het proces dat plaatsvindt wanneer een individu een ervaring opdoet én daarvan leert, kan beschreven worden met behulp van de Observe, Assess, Design, Implement-cyclus: het individu observeert een ervaring, analyseert deze, ontwikkelt een abstracte constructie die gezien de analyse een gepast antwoord lijkt te bieden op de opgedane ervaring, en implementeert deze constructie (D.H. Kim, The link between individual and organizational learning, 39).

Een organisatie leert dan door de mensen die de organisatie vormen, en hun gedragingen. De (bedrijfs-)cultuur en het aanpassingsvermogen van een organisatie zijn bepalend of, en in welke mate, kan worden geleerd van ervaringen.

Om succesvol te leren van lessen uit het verleden dient de cultuur van de organisatie zich onder meer te kenmerken door een groot aanpassingsvermogen in alle lagen van die organisatie. Werkelijk leiderschap creëert dat gewenste aanpassingsvermogen en bevordert goede communicatie binnen en tussen alle lagen van de organisatie. Immers, leren van ervaringen kan alleen succesvol geschieden als (1) de ervaringen van individuen worden verzameld, (2) deze ervaringen worden geanalyseerd, (3) de informatie die daarmee wordt vergaard, wordt opgeslagen en vindbaar is, en (4) dat wat is geleerd goed wordt gecommuniceerd.

 

Het adaptieve vermogen van organisaties is van levensbelang voor die organisaties om zich te kunnen aanpassen aan wat van hen gevraagd gaat worden in de (nabije) toekomst. Voor een bedrijf geldt niet minder dan voor een militaire organisatie dat het aankomt op werkelijk leidinggeven. Dat is leren van door mensen opgedane ervaringen, maar ook de vaardigheid om op alle niveaus in de organisatie de processen en contacten tussen mensen optimaal te laten verlopen.

Aanpassen in veranderende tijden

Vandaag is de langste dag van het jaar. Wat te doen op deze dag in tijden van verandering? We dienen zelf onze beslissingen te blijven nemen. Eigen keuzen te maken. Vandaag hebben wij gekozen voor oliebollen en appelflappen! #klimaatverandering #milieucrisis #grondstoffencrisis #polarisatie #populisme #maritiem #conflictmanagement en niet te vergeten de alles overheersende #socialecrisis

Een kwestie oplossen: It takes two to tango!

Communicatie is ‘zenden’ en ‘ontvangen’. Goed naar een ander luisteren helpt tot inzicht te komen. Inderdaad, It takes two to tango!

Als Pleitbezorger heb ik me jarenlang veelal beziggehouden met kwesties in de maritieme sector, maar ik ben blij dat ik ook in andere sectoren gehoor vind. KAS Magazine belicht in editie 2020-02 hoe ook in de Sierteelt- en Tuinbouwsector aandacht voor het gezamenlijk oplossen van kwesties van belang is (https://online.fliphtml5.com/ohjoa/kqxn/#p=12). Juist als partijen van elkaar afhankelijk zijn om in de nabije toekomst zaken weer op gang te brengen of verder te ontwikkelen, is het van groot belang geschillen op een effectieve manier met elkaar op te lossen.

Ik ben Pleitbezorger van Mediation als methode voor het oplossen van geschillen, ook in de Sierteelt- en Tuinbouwsector.

https://pleitbezorger.com/2020/05/kamer-van-koophandel-vermijd-een-dreigend-conflict/

https://pleitbezorger.com/2020/04/mediation-in-unusual-times/

https://pleitbezorger.com/2020/04/mediation-in-ongewone-tijden/

https://pleitbezorger.com/2019/09/professioneel-mfn-mediator/

https://pleitbezorger.com/2019/01/conflictbemiddeling-als-ambacht/

https://pleitbezorger.com/2019/08/het-verdrag-van-singapore-inzake-mediation-2019/

https://pleitbezorger.com/2019/01/je-begrijpt-het-pas-als-je-het-een-ander-kunt-uitleggen/

COLREGS: verkeersregels op zee

Zijn de verkeersregels op zee nog steeds geschikt voor het doel waarvoor zij zijn ontworpen?

Deze vraag werd kortelings opgeworpen door Harry Hirst in zijn bijdrage aan de online publicatie “The Maritime Executive”. Hirst, Consultant en Master Mariner (Ince, Singapore), stelde de vraag met het oog op veranderingen in de scheepvaart en de mogelijke toekomst met onbemand varende schepen.

Al lange tijd geleden zijn de eerste verkeersregels voor zeescheepvaart geformuleerd. De regels die nu van toepassing zijn, komen uit het verdrag dat in 1972 in Londen werd ondertekend: het Verdrag inzake de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaring op zee (Convention on the International Regulations for Preventing Collisions at Sea, ofwel: COLREGS). In 38 regels (met aanvullende uitleg en bijlagen) wordt bepaald wat een schip dient te ondernemen om aanvaringen op zee te voorkomen. Van uitkijken tot uitwijken.

Het genoemde Verdrag omvat louter de verkeersregels en voorschriften wat te doen om aanvaringen te voorkomen. Het Brussels Aanvaringsverdrag, -een ander Verdrag dus-, geeft bepalingen omtrent aansprakelijkheid. In Nederland zijn de bepalingen opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, maar het Verdrag heeft in Nederland ook directe werking. 

Terug naar de verkeersregels (COLREGS). In de regels wordt “het schip” als uitgangspunt genomen, zoals dat vaker in het zeerecht gebeurt. Er wordt bepaald wat het schip zou moeten doen en laten. En uiteindelijk, -in het verlengde van toepassing van de verkeersregels-, wordt bij de beoordeling van een aanvaring vaak gesproken over de “schuld van het schip”. De vraag of een zaak als een schip schuld kan hebben, laat ik hier verder onbesproken. In verschillende rechtssystemen wordt daar bovendien verschillend naar gekeken.

In de COLREGS wordt onder meer bepaald dat een schip uitkijk moet houden en dat een schip te allen tijde een veilige vaart dient te houden. Regel 5 van de verkeersregels luidt bijvoorbeeld als volgt:

Elk schip dient te allen tijde goede uitkijk te houden door te kijken en te luisteren alsook door gebruik te maken van alle beschikbare middelen die in de heersende omstandigheden en toestanden passend zijn ten einde een volledige beoordeling van de situatie en van het gevaar voor aanvaring te kunnen maken.

Hirst legt in zijn bijdrage nadruk op de verwijzing naar “het schip”. Hij stelt vast dat de regels van toepassing zijn op een schip en niet direct op mensen. Hij merkt op dat als een schip voorzien is van goede sensoren, camera’s en microfoons (om hoornsignalen van andere schepen te kunnen waarnemen bijvoorbeeld), een schip zondermeer aan de regels kan voldoen. Zouden sensoren, camera’s en microfoons met bijhorende computersoftware misschien zelfs betrouwbaarder kunnen zijn dan een menselijke uitkijk?

En wat te zeggen over het begrip “goed zeemanschap”? Goed zeemanschap is wellicht te omschrijven als een begrip dat duidt op het veilig omgaan met een schip op basis van beoordelen en handelen op grond van kennis, vaardigheid, inzicht en ervaring. Goed zeemanschap wordt ook geacht aan boord van een schip beschikbaar te zijn om de verkeersregels juist toe te passen en om zo nodig efficiënt en effectief te kunnen improviseren. Verwijst dit dan niet naar eigenschappen van mensen aan boord van een schip? Hirst schrijft hierover:

The answer, I believe, will be provided by artificial intelligence (AI). Computers can be programmed to learn (think: Chess; Go), and it would appear therefore, that the technology may already exist to program a vessel computer to know what the practice of good seamanship requires.

Hirst is dan ook van mening dat de regels niet wezenlijk hoeven worden aangepast wanneer onbemande schepen aan het verkeer zullen gaan deelnemen. De COLREGS schrijven immers al voor waar “het schip” aan dient te voldoen. Ook zonder bemanning zou dat kunnen, aldus Hirst.

En voldoen de regels nog in de hedendaagse praktijk? Hirst schrijft dat het verbeteren van de kennis van de regels bij de verkeersdeelnemers belangrijker en effectiever is dan het aanpassen van de regels, die nog goed voldoen.

In een recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam komt naar voren dat de rechter ook heden ten dage uit de voeten kan met de COLREGS. In een zaak over de aanvaring tussen een vrachtschip en een loodskotter werd geoordeeld over de waarde van de uitkijk, de betekenis van een beperkt manoeuvreerbaar schip in de zin van de COLREGS en het causaal verband tussen gemaakte fouten door één van de schepen en de aanvaring. (ECLI:NL:RBROT:2020:3391, 25 maart 2020)

 

Het artikel van Harry Hirst: https://maritime-executive.com/editorials/colregs-still-fit-for-purpos

Kamer van Koophandel: vermijd een dreigend conflict!

Dit is natuurlijk de eerste vraag: heb ik een kwestie aan de hand die de moeite waard is om mij druk over te maken? Is het antwoord JA, zet dan de volgende stap, maar vermijd escalatie. Een mediator kan je helpen om samen met jouw wederpartij tot een vruchtbare oplossing te komen.

Lees meer: https://www.kvk.nl/corona/vermijd-een-dreigend-conflict/

Maar kan ik mij niet simpelweg op het met de ander gesloten contract beroepen? Geldt dan niet contract = contract? Natuurlijk blijft een overeenkomst van belang. Het mag ook niet zo zijn dat één partij zich eenzijdig niets meer van het contract aantrekt. Maar juist in deze tijden komen kwesties aan de orde waaraan bij het opstellen van het contract niet is gedacht.

Wat is dan te verkiezen: meteen naar de rechter stappen of door middel van Mediation gezamenlijk naar een oplossing zoeken? En stel dat een partij direct naar de rechter of naar arbitrage stapt, maar tegen de tijd dat er vonnis is gewezen, is er op de wederpartij niets te verhalen? Gelijk krijgen en geld bij de wederpartij halen zijn twee verschillende zaken. In dringende omstandigheden is snelheid geboden. In tijden van financiële krapte is het van belang kosten laag te houden. Om na het verminderen van de beperkende maatregelen de draad weer op te pakken hebben we juist elkaar nodig. Wat pleit ervoor om niet eerst Mediation te proberen?

De hiervoor genoemde punten komen bij Mediation aan bod: snel, lage kosten, de kans dat onderling begrip ontstaat en de relatie kan blijven bestaan is groot; en als het is geprobeerd, maar het lukt niet om tot een oplossing te komen, dan is weinig tijd verloren, zijn geen hoge kosten gemaakt en blijft de weg naar de rechter of arbitrage open.

Een Mediator is opgeleid om een gesprek tussen partijen over de vraag wie de rekening van de crisis zal betalen goed te begeleiden; om zo de kans te grijpen om partijen gezamenlijk tot een oplossing te laten komen. Die begeleiding kan gemakkelijk worden onderschat. “Ach, we zijn volwassen mensen, dat kunnen we toch zelf wel bespreken” – hoor je vaak, maar dat leidt niet zelden tot escalatie waarbij een oplossing uit zicht geraakt.