Mediation: samenwerking TOP Expertise – Niels van der Noll-Pleitbezorger

In 2019 heb ik met succes een opleiding tot professioneel MfN mediator gevolgd. Sindsdien heb ik geprobeerd mijn vaardigheden als mediator verder te ontwikkelen, onder andere in de rol van Buurtbemiddelaar. Deze vaardigheden zijn overigens ook bij het voeren van onderhandelingen en het doen van (integriteits-)onderzoek in te zetten.

Nu, een paar jaar verder, ga ik een samenwerking aan met TOP Expertise. TOP Expertise BV is een onafhankelijk expertisebureau, gespecialiseerd in het regelen van technische schades en het uitvoeren van inspecties. TOP expertise is gespecialiseerd in bouwkundige, civieltechnische en installatietechnische schades, vooral op het gebied van aansprakelijkheid-, CAR- en rechtsbijstandverzekeringen.

Behalve voor het regelen van schades en het uitvoeren van inspecties kunnen bedrijven, overheden, particulieren, makelaars en verzekeraars ook bij TOP Expertise terecht voor diverse preventieve diensten, zoals vooropnames, trilling metingen, deformatiemetingen, risicoanalyses en monitoringsadviezen.

Naast de specifieke schade-expertise biedt TOP Expertise aanvullende diensten zoals rechtsbijstand, consultancy en de behandeling van claims. Daar is nu mediation bij gekomen.

Wat kan mediation de opdrachtgevers van TOP Expertise bieden? Een antwoord op deze vraag is met het volgende (fictieve) voorbeeld te geven:

Een Aannemer werkt al jaren samen met een Schildersbedrijf als onderaannemer. De bedrijven kennen elkaar goed en ook persoonlijk hebben de ondernemers een goede band.

Er zijn op ieder moment wel meerdere projecten, waar de Aannemer en het Schildersbedrijf samenwerken. Als een project wordt afgerond, start er meestal al snel weer een volgend gezamenlijk project. Zo gaat het al jaren.

Nu is er een groot project van een gemeente, dat voor de Aannemer van bijzonder belang is. Als dit project goed wordt afgerond kan hij voor die gemeente nog jaren vervolgprojecten uitvoeren. Maar er is een geheimhoudingsclausule, waardoor hij met niemand over die toekomstige projecten mag spreken. Het Schildersbedrijf wordt ook op dit grote project van die gemeente als onderaannemer ingehuurd.

De eigenaar van het Schildersbedrijf wordt ziek tijdens de uitvoering van dat project. Hij is daardoor tijdelijk minder betrokken bij de uitvoering van alle werkzaamheden. Bovendien hebben enkele van zijn beste mensen ontslag genomen en kan hij moeilijk geschikte vervangers vinden. Om het voortbestaan van het bedrijf niet in gevaar te brengen, praat hij niet over zijn ziekte en zijn personeelsproblemen.

Het Schildersbedrijf loopt achter met de werkzaamheden op het grote project. De kwaliteit laat ook te wensen over. De Aannemer meldt dit bij zijn onderaannemer, maar de achterstand en de kwaliteitsproblemen worden eerder groter dan kleiner.

De eigenaar van het Schildersbedrijf blijft stil over zijn ziekte en over zijn personeelsproblemen. De Aannemer zegt niets over het belang van het goed afronden van dit project om toekomstige projecten te mogen doen voor de gemeente.

De spanningen tussen beide ondernemers lopen op. De Aannemer betaalt het Schildersbedrijf niet meer de maandelijkse facturen, omdat er klachten zijn over het (deels niet) uitgevoerde werk. De boekhouder van het Schildersbedrijf schakelt een incassobedrijf in om de facturen betaald te krijgen.

Iedereen kan zich voorstellen hoe dit volledig uit de hand kan lopen. Escalatie ligt op de loer. Terwijl wederzijds gezwegen wordt over belangrijke kwesties rond het project, over de toekomst en over de reden waarom de onderaannemer het werk niet met de gebruikelijke kwaliteit binnen de gestelde termijn oplevert. Allemaal verklaarbaar, maar het voedt de escalatie.

In een Mediation, waarin zoals altijd volledige geheimhouding wordt afgesproken, kunnen partijen weer met elkaar in gesprek komen, kunnen knelpunten worden benoemd (zonder ook de door de gemeente opgelegde geheimhouding te schenden), kunnen de gezamenlijke belangen weer worden gevonden, en kunnen oplossingen voor de korte en de langere termijn worden besproken. Zo kan het project worden afgerond, is de gemeente tevreden, worden toekomstige opdrachten zeker gesteld, en blijven beide bedrijven ook in de toekomst goed samenwerken.

Als Pleitbezorger van mediation als methode van conflictoplossing kijk ik er naar uit om samen met Robert Kruik, Aart Kooiman en het team van TOP Expertise deze extra dienst voor de klanten en opdrachtgevers verder te ontwikkelen. Voor meer informatie: info@topexpertise.nl.

 

N.B.: in alle gevallen worden goede (schriftelijke) afspraken gemaakt om de mediation onafhankelijk en in volledige vertrouwelijkheid te laten plaatsvinden. TOP Expertise zal geen invloed op en belang bij een mediation proces hebben. Het gezamenlijke doel van de initiatiefnemers is een extra dienst aan te bieden voor een effectieve, snelle en betaalbare methode conflictoplossing.

Werken in de maritieme wereld

Mijn opa nam mij vaak mee naar de Parkkade in Rotterdam. Dan gingen we “bootjes kijken”. Ik vond dat mooi, maar ik ontwikkelde niet het idee om in haven en scheepvaart te gaan werken. In de laatste klas van de lagere school ben ik met een klasgenoot, met de in dit verband toepasselijke naam Erik Zeeman, nog eens naar Scheveningen geweest. Gewapend met een cassetterecorder gingen we schippers, stuurlui en matrozen aan boord van de vissersschepen interviewen om met de vergaarde informatie een werkstuk te maken. Tot zover de maritieme acties van destijds.

Na mijn studie Russische taal- en letterkunde (propadeuse) en Internationale Betrekkingen (doctoraal) kwam ik bij toeval in haven en scheepvaart terecht. Ik kreeg een baan bij Eggerding & Co in de Coenhaven in Amsterdam. Sindsdien ben ik niet meer losgekomen van werken in de maritieme sector.

Na Eggerding & Co kwam ik terecht bij Van Ommeren Amsterdam. Eerst als coördinator van een joint venture in de haven van St.Petersburg, die na het uiteenvallen van de Sovjet Unie  onder burgemeester Sobstjak openging voor bedrijven buiten Rusland. In die functie kwam ik nog meer in aanraking met scheepvaart, transport en logistiek.

Later werd ik, ook weer geheel toevallig, P&I Club Correspondent bij Van Ommeren Amsterdam. Toen mij erover werd verteld, had ik werkelijk nog geen idee wat P&I betekende, maar toen ik eenmaal in dat werk verzeild raakte, heb ik het niet meer losgelaten.

Via het werk in de P&I sector, kwam ik ook in aanraking met maritieme rechtspraak en arbitrage.

Nu, dertig jaar nadat ik kennismaakte met het werk van een P&I Club Correspondent, ben ik nog steeds in die sector werkzaam. Bij NNPC Correspondents als manager van P&I Correspondenten. Bij UNUM als secretaris van dat arbitrage- en mediationinstituut. En zelfstandig als vereffenaar in zaken bij de Rechtbank Rotterdam waarin reders en bevrachters hun aansprakelijkheid kunnen beperken. Daarnaast is het leuk en interessant om in alle Nederlandse zeehavens beschikbaar te zijn voor kapiteins die een scheepsverklaring willen laten opmaken.

Dat had ik allemaal niet kunnen bedenken toen ik met mijn grootvader naar de bootjes ging kijken op de kade langs de Maas.

Het werk dat ik de afgelopen 30 jaar heb gedaan, en dat ik graag nog een aantal jaren wil blijven doen, was nooit het werk waar ik als jongetje van droomde. Hoe zou dat ook kunnen? P&I verzekeringen. Beperking van aansprakelijkheid. Scheepsverklaringen. Je bedenkt het niet, niet als klein jongetje en ook niet als je je studie hebt afgerond.

Maar er is veel interessant werk in haven en scheepvaart. Het is een wereld waar het overgrote deel van de (internationale) handel in omgaat. Zonder maritieme sector geen handel, geen economische ontwikkeling, geen welvaart. Internationale contacten. Het leren van experts op het gebied van nautische zaken of goederen. Het maakt het werk leuk en afwisselend. Dit geldt voor velen die in de haven en scheepvaart werkzaam zijn.

Voor wie er onbekend mee is, gaat er een nieuwe wereld open als hij of zij claims behandelaar, advocaat, nautisch expert of onderzoeker van ladingschade wordt. Voor mij is het in ieder geval zo gegaan.

 

Duurzame Conflictoplossing

Vaak wordt de term geschillenbeslechting gebruikt, ook als het gaat om conflictoplossing. Maar er zijn verschillen. Is het zoeken naar spijkers op laag water of het leggen van zout op alle slakken als ik het verschil bekijk?

Veel problemen worden in goed overleg tussen betrokken partijen opgelost. Een probleem kan echter een conflict worden of uitgroeien tot een geschil. Ook die kunnen onderling worden opgelost, maar dat lukt niet altijd.

Als ze er samen niet uitkomen kunnen partijen een derde vragen hun geschil te beslechten. Dan wordt er geen schikking getroffen, maar een rechter of arbiter neemt een beslissing. Partijen hebben het nemen van een beslissing dan uit handen gegeven. Heel zakelijk kan dat tot een prima uitkomst leiden, waarmee beide partijen tevreden zijn.

Vaak is er echter “een gevoel” bij één of beide partijen dat de beslissing toch niet helemaal recht doet aan de zaak en aan de positie van elk van de partijen. Dat gevoel kan des te sterker zijn als eerder in het proces emotie al een rol speelde, -en dat is vaker het geval dan menigeen zou denken.

Is het geschil dan op een duurzame manier opgelost, zeker als partijen ook na het vellen van een oordeel door een derde nog met elkaar te maken hebben?

Het antwoord op deze vraag kan bevestigend zijn als er een daadwerkelijke oplossing voor het geschil op zowel korte als lange termijn is geboden. Daarbij hoort dan ook een goede verstandhouding tussen partijen, ook op langere termijn. Een juridisch geschil is dan beslecht zonder dat bij partijen of in hun onderlinge relatie (emotionele) “nevenschade” is ontstaan.

Om te voorkomen, of tenminste daartoe een poging doen, dat die “nevenschade” ontstaat, is het de moeite waard een conflict op te lossen tot het verworden is tot een geschil. Al er onvoldoende aandacht is voor de relatie tussen partijen, zeker als zij ook in de toekomst nog met elkaar hebben te maken, of gevoeligheden en emoties blijven onbenoemd, kan een conflict verharden en kan de uiteindelijke uitkomst voor allen teleurstellend zijn. Dan zijn er alleen verliezers, en zeker geen winnaars.

Bij een duurzame conflictoplossing houden partijen het heft in eigen hand. Zij nemen de beslissingen. Zij komen gezamenlijk tot oplossingen. In veel gevallen kunnen zij daarbij worden geholpen door een externe begeleider, een bekwame mediator, die helpt om de emotionele pijnpunten die een duurzame oplossing tussen partijen in de weg staan boven tafel te krijgen. Zodra de pijnpunten duidelijk zijn, kunnen die besproken en in veel gevallen opgelost worden. Dan ontstaat er ruimte om zakelijke geschilpunten of juridische kwesties in goed overleg op te lossen. Door een schikking te treffen of door alsnog een derde beslissingen te laten nemen over die zakelijke punten die nog niet zijn opgelost. Ook in het geval dat een derde wordt ingeschakeld voor het oplossen van de laatste geschilpunten, is er dan draagvlak bij partijen om de beslissing van die derde te aanvaarden. De kou is bij voorbaat uit de lucht gehaald en het resultaat is een duurzame oplossing van het conflict. En dit kost minder tijd, energie, en ook geld dan een probleem laten escaleren tot een conflict dat in een lange en soms moeizame procedure door een ander moet worden beslecht.

Wie wil er luisteren?

Luisteren. Het lijkt zo gemakkelijk. Het is een eenvoudige vaardigheid voor de meeste mensen. Veel mensen kunnen goed luisteren, mits zij kunnen horen natuurlijk, maar kiezen er soms of vaak voor niet te willen luisteren.

Met luisteren bedoel ik niet gehoorzamen.

Luisteren als onderdeel van goede communicatie. Daar gaat het om. Zenden, (veel) praten is de ene zijde van communicatie. Luisteren is de andere kant. We willen graag praten, vertellen wat ons bezighoudt, wat we hebben meegemaakt. Maar we willen ook overbrengen wat we ergens van vinden, wat ons standpunt is. En dat heeft natuurlijk alleen zin als de “andere kant” daarnaar luistert. En andersom: het is zinvol naar een ander te luisteren.

In de politiek lijkt tegenwoordig niet altijd goed te worden geluisterd. Maar het komt ook voor in mediationgesprekken of bij onderhandelingen over het schikken van claims bijvoorbeeld. Door niet goed te luisteren of niet te willen luisteren worden kansen gemist en ontstaan misverstanden of escaleren conflicten.

We zien zoveel op ons af komen, van klimaatverandering tot pandemie of oorlog en allerlei zaken die daarvan het gevolg kunnen zijn, dat we soms de wil niet meer kunnen opbrengen om zelf actie te ondernemen. En dat beïnvloedt meer en meer ons dagelijks handelen, privé en zakelijk. Angst en apathie kunnen de boventoon gaan voeren, waardoor we niet altijd tot de zo nodige (juiste) actie komen.

We kunnen zelf actief zijn om de gevaren die bevooroordeeld, cynisch of apathisch zijn met zich brengen, het hoofd te kunnen bieden. De wil om te luisteren is één van de aspecten die we zelf kunnen activeren.

 

Als de wil om te luisteren er is, komt het er op aan ook goed te luisteren. Er zijn diverse niveaus van luisteren te onderscheiden:

  1. downloaden
  2. feitelijk luisteren
  3. empathisch luisteren
  4. luisteren vanuit verbondenheid.

Downloaden is dan iets als “het ene oor in, het andere oor uit”. Met feitelijk luisteren probeer je je eigen vooroordelen bevestigd te krijgen. Met empathisch luisteren doe je een serieuze poging om de subjectieve ervaring of mening van een ander werkelijk op te merken. Met de vierde stap maak je de weg vrij om met erkenning van elkaars meningen en standpunten tot de kern van de zaak door te dringen, met de intentie ook tot acties en oplossingen te komen.

Zonder goed luisteren is het ontzettend moeilijk, zo niet onmogelijk, om gezamenlijk tot oplossing van allerlei kwesties te komen.

Ik ben Pleitbezorger van het willen luisteren vanuit verbondenheid, maar dat niveau van luisteren is moeilijk. Laten we beginnen met proberen empathisch te luisteren. Dat zal ons al verder kunnen brengen. In zakelijke onderhandelingen. In sociale contacten. En bij alles wat nodig is om ons met elkaar vooruit te brengen.

Kwesties in de sierteeltsector

Net als een aantal andere sectoren in de Nederlandse economie, maakt de sierteeltsector turbulente tijden mee. De afgelopen twee jaren hebben ondernemers zich aan de omstandigheden aangepast en dat heeft beslist niet altijd tot negatieve uitkomsten geleid. Maar het kan verkeren. De in 2021 reeds ingezette stijging van energieprijzen zet door in 2022. De omstandigheden zijn bekend. De vooruitzichten zijn niet voor iedereen rooskleurig.

De energieprijzen, en in het bijzonder de gasprijzen, zijn van grote invloed op het economisch reilen en zeilen van ondernemingen in de sierteeltsector. Ik begrijp van ondernemers uit de sector dat zij om hun bedrijf overeind te houden ingrijpende keuzes hebben te maken. Wat kunnen zij doen?

Ze kunnen de productie voortzetten volgens het gemaakte teelplan en daarbij proberen de gestegen kosten geheel of gedeeltelijk door te bereken aan hun afnemers.

Kostenbesparing kan een alternatief zijn. Innovatie in de bedrijfsvoering of manier van telen zou tot besparingen kunnen leiden.

Energiebesparende maatregelen nemen. Het ligt voor de hand, maar het vergt serieuze investeringen. En zijn die op een verantwoorde wijze te doen? Steunen financiers lange termijn plannen in tijden dat het maken van prognoses een nogal onzekere aangelegenheid is?

Kassen leeg laten staan. Dat beperkt kosten. Maar wat betekent dit voor de opbrengsten? Voor de prijsvorming op de markt in het algemeen? En wat betekent dat op termijn voor de continuïteit van de onderneming?

Het zijn geen gemakkelijke keuzen om te maken.

Als dan ook nog afzetmarkten als gevolg van conflicten in Europa krimpen of wegvallen, wordt het ondernemen in de sierteeltsector er niet gemakkelijker op.

Er kunnen kwesties ontstaan met de verhuurder in situaties dat een tuinder zijn kas huurt. Met toeleveranciers en andere relaties kunnen misschien nieuwe afspraken worden gemaakt, maar verschillen van inzicht zullen ook bestaan.

En wat betreft de arbeidsmarkt? Zijn er voldoende arbeidskrachten te vinden? En als je mensen aan je bedrijf hebt kunnen binden en er moet op kosten worden bespaard? Zijn deeltijd-WW en detachering geschikte oplossingen? Kom je daar met elkaar uit?

Tal van kwesties kunnen de ondernemer parten spelen. Hoe gaat hij daarmee om? Dat zal in ieder geval anders zijn, maar belangrijk is altijd om met elkaar in gesprek te blijven, om naar de ander te blijven luisteren en de wil te hebben elkaar te vertrouwen. Belangrijk is dan ook kwesties niet onnodig te laten escaleren.

Zaken uit de hand laten lopen en bij de rechter eindigen: vaak brengt het geen bevredigende oplossing en bovendien kunnen er aanzienlijke  kosten mee zijn gemoeid.

Ik ben pleitbezorger van het gebruiken van mediation als instrument voor het oplossen van kwesties, juist in die gevallen dat beide partijen de wil hebben met elkaar oplossingen te vinden om samen verder te kunnen. Een mediator kan helpen het kaf van het koren te scheiden, de communicatie gaande te houden, begrip voor elkaar te kweken en de uitweg naar vruchtbare onderhandelingen om te komen tot oplossingen te vinden.

 

Zie ook:

Een kwestie oplossen: It takes two to tango! – Pleitbezorger

KAS 2 blader PDF (fliphtml5.com)

 

Balanceren op de rand van de afgrond?

We zien op vele niveaus in de samenleving, de politiek en de internationale betrekkingen polarisatie en kansen op escalatie toenemen. We merken dat in ons dagelijks leven, waar kleine onaangenaamheden tussen mensen steeds vaker lijken voor te komen. We zien het op het wereldtoneel. Tussen dat micro- en macroniveau zijn er nog vele omstandigheden denkbaar waarop zich kwesties of conflicten manifesteren.

Conflicten zijn sociale processen, waarin de dynamiek van allerlei invloeden en verandering mede bepalend is voor de uitkomst van het conflict. Conflicten, betrokkenen bij die kwesties,  maar ook pogingen om die conflicten tot een oplossing te brengen hebben invloed op het gehele proces  van die conflicten en mogelijke oplossingen daarvan.

Onderzoekers van conflicten hebben modellen gemaakt, waarin verschillende stadia van een conflict zijn te onderscheiden. Een bekend model is het escalatiemodel van de Oostenrijker Friedrich Glasl.

Wie is Friedrich Glasl? Maurits Jan Vink schreef het in een artikel op Management Impact (juli 2020) als volgt op:

Friedrich Glasl is geboren in Wenen. Hij studeerde er politieke wetenschappen met als specialisatie internationale politiek, internationaal recht en internationale organisaties. In 1967 promoveerde hij op het onderwerp oorlogspreventie. Vanaf 1966 woonde hij in Nederland en was verbonden aan het NPI Instituut voor Organisatieontwikkeling te Zeist. In 1985 keerde hij terug naar Oostenrijk. Voor zijn terugkeer naar Oostenrijk was hij in 1984 een van de medeoprichters van Trigon Entwicklungsberatung. Glasl was docent organisatieontwikkeling en conflictkunde aan de Universität Salzburg en doceerde ook aan diverse andere universiteiten binnen en buiten Europa.

In een interview geeft hij aan hoe hij zijn leven lang gefascineerd was door conflicten. ‘Het conflictvraagstuk houdt verband met mijn kindertijd, met mijn jeugd. Ik ben in 1941 in Wenen geboren en ik heb sterke herinneringen aan gevechten en schietpartijen in het dorp van mijn grootvader, even buiten de stad. Ik was toen vier. Ook het opgroeien in Wenen zelf, na de oorlog, heeft invloed gehad. Er was veel kapot geschoten en er bestond een vierdeling in een Amerikaanse, een Franse, een Engelse en een Russische sector. Ik groeide op in het Russische gedeelte. Daar maakte ik ook nog iets mee van geweld. Als kinderen speelden we, net als de kinderen tegenwoordig in bijvoorbeeld Afghanistan, met bommen en mijnen, want die lagen daar nog steeds. Dagelijks hoorden we berichten als: ‘Bij die en die is de hand eraf gerukt.’ Al heel jong vroeg ik me af hoe die situatie zover had kunnen komen. Is het een natuurwet of een noodlot?’

Glasl is bekend in de werelden van mediation en managementadvies, maar zijn fascinatie voor conflicten komt van een harde werkelijkheid in het Europa van na de Tweede Wereldoorlog.

Zijn escalatiemodel kent drie hoofdfasen, verdeeld in negen stadia.

In fase 1 is het conflict te zien als probleem, in fase 2 wordt dat een strijd en in fase 3 ontaardt dat in het conflict als oorlog.

In de eerste fase is het conflict in de ogen van betrokkenen nog een probleem dat gezamenlijk kan worden opgelost. Er zijn tegenstellingen, maar er wordt vanuit gegaan dat die tot een oplossing gebracht kunnen worden. Als dit niet lukt, neemt het onderlinge wantrouwen toe.

 

Als het wantrouwen toeneemt, verandert het conflict in een strijd die in de perceptie van elk van de partijen gewonnen moet worden. Het gezamenlijk zoeken naar oplossingen wordt het streven van elk van de betrokken partijen om de ander te overwinnen. Van een mogelijke win-win situatie wordt het een kwestie van winnen of verliezen. Communicatie en de opstelling van eenieder veranderen navenant.

Als het conflict nog verder escaleert ziet Glasl in de derde fase alleen nog verliezers. De polarisatie wordt radicaal en partijen duwen of trekken elkaar de afgrond in.

Als het zover is gekomen, is bemiddeling of mediation een onmogelijke opgave geworden. Maar voordat partijen tezamen de afgrond in duikelen, is mediation een bruikbare methode om het conflict te de-escaleren en partijen te bewegen door zakelijke onderhandeling tot een vergelijk te komen.

In te veel kwesties die we dagelijks meemaken is de polarisatie zo sterk, dat mensen al snel als lemmingen op de afgrond lijken af te rennen. Maar dat verhaal van de lemmingen is een mythe. Er is nooit aangetoond dat die knaagdiertjes massaal over de rand springen. En zo lijkt het mij ook een mythe dat polarisatie in de menselijke verhoudingen niet gekeerd kan worden. Het cliché waar een wil is, is een weg zou hier kunnen gelden. Geen natuurwet, geen noodlot, maar situaties die we zelf kunnen beïnvloeden.

Balanceren op de rand van de afgrond, het zoeken van confrontatie, het niet (willen) luisteren naar een ander, de onwil om een ander te vertrouwen – het kan verkeren, als wij dat willen.

 

Clingendael Course International Politics

In de zomer van 2020 vatte ik het plan op mijn kennis over internationale politiek eens te actualiseren. Ik meldde mij aan voor de Course International Politics bij Clingendael, het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen. De cursus werd in februari en maart 2022 gegeven.

Met de andere deelnemers viel ik met mijn neus in de boter. Er gebeurde in februari en maart 2022 van alles op het gebied van internationale betrekkingen. Veiligheidsconcepten stonden in het centrum van de belangstelling. Rusland ondernam een voor velen toch onverwachte militaire actie. De Europese Unie presenteerde The Strategic Compass. Om maar enkele voorbeelden te noemen.

Interessante onderwerpen als (de buitenlandse politiek van) Rusland en China kwamen aan bod, maar ook veiligheidsconcepten, de geopolitieke dimensies van het veranderend klimaat en transities in het Midden-Oosten.

De ontwikkeling van nieuwe technologie en de invloed daarvan op internationale politiek en de nieuwe dimensie van de ruimte (“outer space”) voor internationale betrekkingen boden voldoende stof om verder over na te denken.

Leerzaam was ook de afsluitende sessie scenario building. Over het zoeken naar onzekerheden, zonder vooringenomenheid. Over feiten en aannames. Kun je het onvoorspelbare toch in kaart brengen?

De cursus bood actuele informatie, theoretische achtergronden en nieuwe inzichten. Niet alleen interessant vanuit een breed perspectief bekeken, maar ook relevant in combinatie met onderwerpen waarmee ik mij regelmatig bezighoud. Geschillenbeslechting. De invloed van corruptie (integriteit) in relatie tot veiligheid op verschillende niveaus. De rol van transport en de invloed van stagnatie in transportlijnen, niet alleen in de internationale politiek maar juist ook in de praktijk van alledag voor velen.

Waarom noem ik dit alles? Omdat ik Pleitbezorger ben van een brede blik op zaken. Het kennen van feiten. Het omgaan met onzekerheden. Het luisteren naar anderen. Het daarmee bevorderen van integer gedrag en begrip voor de standpunten van anderen. In relatie tot internationale betrekkingen, maar juist ook als het gaat om bijvoorbeeld geschillenbeslechting in de vorm van arbitrage of mediation of het bevorderen van een goede omgang met elkaar.

Integriteit en Compliance

Vorig jaar had ik vanuit verschillende invalshoeken te maken met vraagstukken van Integriteit en Compliance.

Hierbij kwamen onder meer aan de orde visie en missie van organisaties en personen, vertrouwen en de wil om iemand te vertrouwen, luisteren, bedrijfscultuur, onderlinge omgangsvormen, maar ook machtsmisbruik en mogelijkheden te frauderen. Waarden en normen, regels en gedrag, aanspreekbaarheid, communicatie, een risicomatrix – het bleek allemaal relevant voor het onderwerp.

Gaandeweg kwam ik tot de conclusie dat ik “bewust onbekwaam” was als het om dit onderwerp ging. Ik kreeg inzicht in de materie, maar ontdekte dat er nog veel was waarover ik niet of onvoldoende had nagedacht. Het onderwerp is veel breder, en nog belangrijker, dan ik had vermoed.

Om in een deel van de leemtes te voorzien volgde ik in december de meerdaagse training Governance en Integriteit bij de Bestuursacademie Nederland. Het was een eerste stap om mij verder in het onderwerp te verdiepen.

Ik ben Pleitbezorger van integer handelen, maar eerst en vooral wil ik verder onderzoeken wat dat betekent. In alledaagse omgang met mensen, in organisaties, op specifieke terreinen als haven en scheepvaart, in politiek en in internationale betrekkingen. In het nieuwe jaar 2022 ga ik er verder mee aan de slag. Op deze website zal ik daar af en toe verslag van doen.

Onderhandelen

We zijn allemaal onderhandelaar. In het dagelijks leven onderhandelen we allemaal iedere dag wel ergens over. Met dochterlief over het op tijd thuiskomen. Met de buren over het plaatsen van een nieuwe schutting. Met een zakelijke partner over het oplossen van een kwestie. En ga zo maar door.

Sommige mensen houden van onderhandelen, andere verafschuwen het. Maar je komt er niet altijd onderuit. Je kunt jezelf een harde onderhandelaar vinden, die altijd een goed resultaat bereikt. Je kunt denken dat je geen goede onderhandelaar bent en daardoor te veel in je kaarten laten kijken. Maar klopt dat wel? Het is goed af en toe stil te staan bij wat onderhandelen is.

Onderhandelen kan worden omschreven als een methode om een vooraf bepaalde uitkomst te bereiken. Er zijn twee of meer partijen bij betrokken. Wie onderhandelt heeft een doel voor ogen en wil tot een overeenkomst komen met een ander om dat doel te bereiken of tenminste zo dicht mogelijk te benaderen.

Communicatie is een belangrijk onderdeel van onderhandelen. Het gaat er daarbij niet alleen om de eigen boodschap over te brengen, maar vooral ook om goed en actief te luisteren. Onderhandelaars zijn mensen, die fouten maken en die emotioneel kunnen reageren. Dat kan goede communicatie zo moeilijk maken. Daarbij ontbreekt ook niet zelden de oprechte wil om goed te communiceren, onbevangen en actief naar een ander te luisteren, en de ander te vertrouwen.

Wie effectief wil onderhandelen, denkt na over het proces van onderhandelen en hoe op de beste manier een tevoren gesteld doel te bereiken, bij voorkeur zonder daarna met andere betrokkenen ruzie te hebben. Wie daarover nadenkt komt niet zelden uit bij het Harvard Negotiation Project.

In tijden van polarisatie, gebrek aan wederzijds vertrouwen en vaak moeizame communicatie vestig ik graag nog eens de aandacht op de Harvard methode van onderhandelen en enkele belangrijke uitgangspunten daarvan:

  1. onderhandel niet over posities;
  2. scheid de mensen van de kwestie waar het om gaat;
  3. richt je op belangen, niet op standpunten;
  4. zoek naar oplossingen in wederzijds belang;
  5. hanteer objectieve criteria.

Met goede wil en enige wijsheid kunnen onderhandelaars hiermee tot door allen gedragen oplossingen komen. Dat is in ieders belang.

De wil om te vertrouwen

Vertrouwen is een begrip dat heden ten dage te pas en te onpas wordt genoemd. Reden om eens bij dat begrip stil te staan.

Naar aanleiding van het 25-jarig bestaan organiseerde mediation & training specialist The Lime Tree een webinar over vertrouwen. Onder leiding van mediator en trainer Wim Meijer werden deelnemers langs een aantal punten van de route naar het denken over en ervaren van vertrouwen geleid:

– Kijk naar jezelf.

– Neem kennis van theorie (Covey’s vijf cirkels van vertrouwen bijvoorbeeld).

– “Framing” in dagelijks taalgebruik (onder meer in spreekwoorden en gezegden).

– Vertrouwensmythen.

Ik licht hier graag enkele punten van uit.

Ook al ben je duidelijk over de waarden die je belangrijk vindt en heb je de moed om voor die waarden te staan, wil je eerlijk en oprecht zijn in jouw contacten met anderen, hoe lastig kan het dan toch zijn om niet af en toe een leugentje om bestwil te vertellen of om de waarheid enigszins in te kleuren om te bereiken wat je bereiken wilt? En wat doet dat met vertrouwen? Vertrouwen in jezelf, vertrouwen van jou in anderen en vertrouwen van anderen in jou?

Mahatma Gandhi zei, dat zodra er achterdocht ontstaat over iemands motieven, alles wat hij of zij doet besmet raakt. Zo moeilijk kan het zijn met vertrouwen om te (moeten) gaan.

Covey onderscheidt vijf cirkels van vertrouwen:

– Vertrouwen in jezelf.

 

– Relatievertrouwen.

– Organisatievertrouwen.

– Marktvertrouwen.

– Maatschappelijk vertrouwen.

 

Graag sta ik even stil bij het vertrouwen in onszelf of het principe van betrouwbaarheid en geloofwaardigheid. Dan gaat het om integriteit, intenties, capaciteiten en resultaten.

Meijer noemde hierbij ook vertrouwensmythes, misvattingen over vertrouwen. Hij stelde dat vertrouwen niet soft is, maar concreet en meetbaar. Vertrouwen is niet een kwestie van wel of niet als ware het een gegeven, vertrouwen kan worden gecreëerd en ook vernietigd. En je kunt weldegelijk leren iemand te vertrouwen, en dan inzien dat vertrouwen een bruikbaar strategisch voordeel kan bieden.

We kunnen dus invloed hebben op vertrouwen.

Maar het begint steeds bij onszelf. Bij het wel of niet toelaten van het leugentje om bestwil. De eigen betrouwbaarheid en geloofwaardigheid.

De belangrijkste les is echter de volgende:

Het gaat er niet om of je iemand vertrouwt, maar of je die ander zou willen vertrouwen.