Werken in de maritieme wereld

Mijn opa nam mij vaak mee naar de Parkkade in Rotterdam. Dan gingen we “bootjes kijken”. Ik vond dat mooi, maar ik ontwikkelde niet het idee om in haven en scheepvaart te gaan werken. In de laatste klas van de lagere school ben ik met een klasgenoot, met de in dit verband toepasselijke naam Erik Zeeman, nog eens naar Scheveningen geweest. Gewapend met een cassetterecorder gingen we schippers, stuurlui en matrozen aan boord van de vissersschepen interviewen om met de vergaarde informatie een werkstuk te maken. Tot zover de maritieme acties van destijds.

Na mijn studie Russische taal- en letterkunde (propadeuse) en Internationale Betrekkingen (doctoraal) kwam ik bij toeval in haven en scheepvaart terecht. Ik kreeg een baan bij Eggerding & Co in de Coenhaven in Amsterdam. Sindsdien ben ik niet meer losgekomen van werken in de maritieme sector.

Na Eggerding & Co kwam ik terecht bij Van Ommeren Amsterdam. Eerst als coördinator van een joint venture in de haven van St.Petersburg, die na het uiteenvallen van de Sovjet Unie  onder burgemeester Sobstjak openging voor bedrijven buiten Rusland. In die functie kwam ik nog meer in aanraking met scheepvaart, transport en logistiek.

Later werd ik, ook weer geheel toevallig, P&I Club Correspondent bij Van Ommeren Amsterdam. Toen mij erover werd verteld, had ik werkelijk nog geen idee wat P&I betekende, maar toen ik eenmaal in dat werk verzeild raakte, heb ik het niet meer losgelaten.

Via het werk in de P&I sector, kwam ik ook in aanraking met maritieme rechtspraak en arbitrage.

Nu, dertig jaar nadat ik kennismaakte met het werk van een P&I Club Correspondent, ben ik nog steeds in die sector werkzaam. Bij NNPC Correspondents als manager van P&I Correspondenten. Bij UNUM als secretaris van dat arbitrage- en mediationinstituut. En zelfstandig als vereffenaar in zaken bij de Rechtbank Rotterdam waarin reders en bevrachters hun aansprakelijkheid kunnen beperken. Daarnaast is het leuk en interessant om in alle Nederlandse zeehavens beschikbaar te zijn voor kapiteins die een scheepsverklaring willen laten opmaken.

Dat had ik allemaal niet kunnen bedenken toen ik met mijn grootvader naar de bootjes ging kijken op de kade langs de Maas.

Het werk dat ik de afgelopen 30 jaar heb gedaan, en dat ik graag nog een aantal jaren wil blijven doen, was nooit het werk waar ik als jongetje van droomde. Hoe zou dat ook kunnen? P&I verzekeringen. Beperking van aansprakelijkheid. Scheepsverklaringen. Je bedenkt het niet, niet als klein jongetje en ook niet als je je studie hebt afgerond.

Maar er is veel interessant werk in haven en scheepvaart. Het is een wereld waar het overgrote deel van de (internationale) handel in omgaat. Zonder maritieme sector geen handel, geen economische ontwikkeling, geen welvaart. Internationale contacten. Het leren van experts op het gebied van nautische zaken of goederen. Het maakt het werk leuk en afwisselend. Dit geldt voor velen die in de haven en scheepvaart werkzaam zijn.

Voor wie er onbekend mee is, gaat er een nieuwe wereld open als hij of zij claims behandelaar, advocaat, nautisch expert of onderzoeker van ladingschade wordt. Voor mij is het in ieder geval zo gegaan.

 

Europa en de zee

Het boek “Europe and the sea” werd mij cadeau gedaan. Lezend en bladerend door deze prachtige uitgave van het Deutsches Historisches Museum, realiseerde ik mij hoe belangrijk de relatie tussen Europeanen en de zee is. En hoe de zee voor Europa al vele eeuwen van grote betekenis is.

Het duurde even voordat de Europeanen overzicht kregen over de enorme Europese kustlijn. De Grieken waren bekend met wat we nu de Middellandse Zee noemen. De Noormannen kenden het ruige noorden. Later breidde de Europese scheepvaart uit en kwamen Hollanders in de Oostzee en voeren Fransen en Engelse langs de kusten.

Vanaf de vijftiende eeuw bouwden Europeanen kennis van geografie en navigatie op. Er werden scheepstypen ontwikkeld die hen in staat stelden de zeeën te bevaren en op ontdekkingstochten te gaan. Nieuwe werelden werden ontdekt, althans nieuw vanuit Europees perspectief. Ontmoetingen in Azië werden via de zee tot stand gebracht.

Wind was de stuwkracht voor schepen die de zee bedwongen, met af en toe mankracht aan de riemen ter ondersteuning. Wordt de wind na tijdperken van stoom, olie en gas naast bijvoorbeeld waterstof opnieuw een belangrijke factor in de voortstuwing van schepen?

De zee was belangrijk voor de handel, en ook voor de visserij. Maar ook de zeebodem en wat daarop en daaronder te vinden was trok de belangstelling van de Europeanen. Zo sterk, dat beperkingen op de visserij werden ingesteld om visstanden te beschermen. Vanaf verre kusten gebruikten de Europeanen de zee ook voor piraterij en slavenhandel. Dichterbij huis was de kaapvaart een vorm van zeevaart die niet per sé als positief is te bestempelen. Kortom, er zijn mooie en minder mooie facetten van de zee en scheepvaart.

De zee kan ook bedreigend zijn. Menig kustdeel van Europa wordt beschermd door dijken en andere zeeweringen om de zee op afstand te houden.

 

In de zomer zoeken we strand en zee op om er vakantie door te brengen. In dat jaargetijde houdt de zee zich meestal gewillig koest.

In heel Europa zijn door de eeuwen heen havensteden ontstaan, tot bloei gekomen en soms weer ten onder gegaan. Havens zijn nog steeds de sleutel tot de zee en daarmee tot handel en scheepvaart.

Het is goed dat er historische studies naar de zee, de scheepvaart en havens worden gedaan. Zo blijven we ons bewust van het belang van de zee voor Europa en kunnen we ook huidige ontwikkelingen in perspectief zien en daarvan leren. Het boek “Europe and the sea” is daarvan een prachtige weerslag.

Laten we zuinig zijn op de zee. Laten we waardering hebben voor de Europese havens, de havensteden, de scheepvaart en voor de zeevarenden die dag in dag uit die zee bevaren.

Containervervoer over de wereldzeeën

Jacques R. Saadé was een Frans-Libanese zakenman. Hij was de oprichter en voorzitter van wat nu één van de grootste rederijen van containerschepen ter wereld is, CMA CGM.

Het eerste op LNG aangedreven containerschip ter wereld is naar hem genoemd: m/s “CMA CGM Jacques Saade” is onlangs in de vaart gekomen. Het schip heeft een laadvermogen van 216.900 mt en meet 400 bij 61 meter, bij een diepgang van 16 meter. De capaciteit is 23.112 TEU.

Het schip vaart op de “French Asia Line” en het deed 12 oktober 2020 Singapore aan. Bij vertrek was een aantal van 20.723 geladen containers aan boord. Een recordaantal.

Deze nieuwe aanwinst van CMA CGM wordt geroemd om de innovaties in ontwerp en exploitatie. De milieubelasting is sterk gereduceerd in vergelijking met andere containerschepen en een recordaantal containers kan aan boord worden geladen.

De berichten over “CMA CGM Jacques Saade” vielen mij op toen ik de rapportages las over het incident met containerschip “MSC Zoë”. Zoals bekend verloor dit schip van rederij MSC begin januari 2019 een groot aantal containers ten noorden van de Waddeneilanden.

Er is uitgebreid nationaal en internationaal onderzoek gedaan naar de omstandigheden waarin het incident met “MSC Zoë” zich voordeed.

Bij publicatie van het rapport over het internationale onderzoek naar de toedracht van het voorval met de “MSC Zoë” werden aanbevelingen gedaan om containerverlies, in het bijzonder nabij het Waddengebied, te voorkomen.

De betrokken Panamese, Duitse en Nederlandse overheden werd aanbevolen om in IMO-verband de technische eisen die gesteld worden aan containerschepen te herzien. In het bijzonder worden de volgende punten van aandacht genoemd:

  1. de ontwerpeisen die gesteld worden aan sjorsystemen en containers;
  2. de eisen ten aanzien van belading en stabiliteit van containerschepen;
  3. verplichtingen ten aanzien van instrumenten die inzicht bieden in slingerbewegingen en versnellingen;
  4. de technische mogelijkheden tot het detecteren van containerverlies.

Deze aanbevelingen worden ongetwijfeld internationaal gedeeld via IMO en andere organisaties. De vraag rijst of deze aanbevelingen of overwegingen van gelijke aard onder de aandacht waren van de ontwerpers en bouwers van “CMA CGM Jacques Saade”. Ik weet dat niet, maar het viel mij op dat juist op het moment dat belangrijke rapporten over internationale containervaart verschijnen weer een record in omvang van het containervervoer wordt gemeld. Het zal een innovatief schip zijn wat betreft voortstuwing en energietransitie, maar hoe wordt het schip beladen, hoe worden die talrijke containers aan boord gesjord en hoe houdt de 25-koppige bemanning de stabiliteit van het schip in de gaten en hoe kan de bemanning opmerken of op enig moment wellicht containers los geraken of overboord vallen?

 

Zie ook:

https://pleitbezorger.com/2019/01/verlies-van-containers-van-zeeschepen/

https://pleitbezorger.com/2020/03/brand-aan-boord-van-containerschepen/

https://pleitbezorger.com/2019/12/msc-zoe-het-onderzoek/

Mediation in unusual times

We live in extraordinary times, when cooperation to resolve problems is more necessary than ever. Togetherness is predominant at present, but if it has not already started, the moment is near when market parties will try to shift the financial burden in the time of COVID-19, with all disputes and issues as a result of that.

These disputes can be of a special nature, because entrepreneurs have not been able to prepare for a scenario with all restrictions as imposed by authorities today. Unforeseen issues will raise that parties will have to solve together, in a joint effort, in order to be able to continue their cooperation in the future. Current unusual circumstances will not be provided for in all contracts or agreed terms.

Dispute resolution requires an approach that focuses on solutions in the mutual interest of the parties, while doing justice to the interests of each party and with prospect for continued cooperation between the parties. Mediation offers this approach.

UNUM is a dispute resolution institution that provides a platform for conducting professional arbitration and mediation proceedings for the maritime sector (www.unum.world).

UNUM and the professionals working through the platform want to contribute to the resolution of disputes for the benefit of parties in international trade, logistics and the port-related community by making targeted use of their mediation and arbitration capacities.

How can we do that in a time of social distancing?

Parties that are interested in resolving their dispute in this way report themselves to UNUM. Thereupon UNUM appoints a mediator in accordance with the UNUM Mediation Rules. The mediator contacts the parties and concludes an abbreviated mediation agreement with them. The mediator then invites one representative per party for a walk around “Kralingse Plas” (a small lake in a Rotterdam park, but of course a different location can also be chosen). During that walk of a maximum of one hour, during which the mediator and the party representatives keep at least 1.5 meters distance, each of the parties will get half an hour to tell their story. The others listen. If required, the mediator will make up a brief report of what parties have told. One or two sessions via video conferencing may follow, in which the mediator guides parties in a dialogue to find a solution. If required, a settlement agreement can be drawn up.

Mediators work for the walk and up to two one-hour sessions via video conferencing for free. UNUM will bear 50% of the usual administration costs. Each party pays 25% of the usual administration costs only. The standard UNUM rates will be charged for drafting a settlement agreement by the mediator. Only if the mediator incurs significant travel costs, a small fee will be charged to cover these costs.

A mediator is neutral and independent. He shall not make any decisions for or on behalf of the parties, but he guides parties in the process to jointly find a solution of their dispute. The mediator and the parties will agree on confidentiality. Parties can speak freely.

UNUM and the available mediators hope to contribute to swift and efficient resolution of any issues arising from the unexpected COVID-19 crises.

This offer is valid until at least 1 September 2020.

 

For further information please contact secretary@unum.world

 

Mediation in ongewone tijden

Het zijn ongewone tijden. Ik ben pleitbezorger van mediation juist in deze tijden waarin belangen groot zijn, maar ook onmacht voelbaar is bij vrijwel iedereen. Deze tijden vragen om het gezamenlijk zoeken naar oplossingen voor (grote) problemen en geschillen. Niet eenzijdig stappen nemen. Niet direct naar de rechter rennen (kostbaar en tijdrovend!), maar door middel van mediation proberen er samen uit te komen.

Het bestuur van UNUM Arbitrage & Mediation heeft op aangeven van Marc Padberg, arbiter, mediator en advocaat bij Kneppelhout in Rotterdam het volgende initiatief genomen.

 

 

Een rondje Kralingse Plas

Unum is een stichting voor geschillenbeslechting die een platform biedt voor het voeren van professionele arbitrage- en mediationprocedures op het gebied van scheepvaart, scheepsbouw, transport, opslag, logistiek en internationale handel.

  • Het zijn ongewone tijden, waarin samenwerking meer dan ooit noodzakelijk is om problemen het hoofd te bieden.
  • Wat kan UNUM er aan bijdragen dat te bewerkstelligen? Een rondje Kralingse Plas! (voor de bewoners van the Maritime Capital of Europe, Rotterdam; maar het kan natuurlijk ook elders plaatsvinden – zie onder).
  • Saamhorigheid voert op dit moment de boventoon, maar niets menselijks is ons vreemd. Zo dat al niet is aangebroken komt er snel een moment waarop marktpartijen zullen proberen de financiële pijn van de Corona-crisis te verleggen, met geschillen en vraagstukken van dien.
  • UNUM en de door middel van dat platform werkende professionals willen ten behoeve van de handel, logistiek en haven gerelateerde gemeenschap een bijdrage leveren aan het oplossen van geschillen door hun Mediation en Arbitrage capaciteiten gericht in te zetten.

 

Het werkt als volgt:

  1. Partijen hebben een zakelijk geschil dat is ontstaan door overmacht of onvoorziene omstandigheden als gevolg van recente ontwikkelingen in de samenleving en de markt.
  2. Zij willen dat geschil bij voorkeur door Mediation, en in geval van het niet slagen van de Mediation, door middel van Arbitrage oplossen respectievelijk doen beslechten.
  3. Het UNUM Mediation- of (waar opportuun) UNUM Arbitragereglement is van toepassing ( zie de website van UNUM, unum.world ).
  4. Er wordt conform het UNUM Mediationreglement een Mediator benoemd.
  5. De Mediation geschiedt om niet, de gebruikelijke UNUM administratiekosten ( zie de website van UNUM, unum.world ) worden voor de ene helft door Partijen gezamenlijk voldaan. De andere helft neemt UNUM voor haar rekening.
  6. Het opmaken van een eventuele vaststellingsovereenkomst door de Mediator bij een geslaagde Mediation is daarentegen om baat en geschiedt tegen de gebruikelijke UNUM tarieven ( zie de website van UNUM, unum.world ), ieder voor de helft door Partijen te betalen.
  7. Mislukt de Mediation, dan komen Partijen voor alsdan overeen de kwestie conform het UNUM Arbitragereglement door middel van UNUM Arbitrage te doen beslechten tegen de bij UNUM gebruikelijke tarieven ( zie de UNUM website, unum.world ). De administratiekosten worden tezamen met een door UNUM in overleg met de Arbiter/Arbiters te bepalen voorschot voor salaris van de Arbiter of Arbiters als te doen gebruikelijk door de eisende partij voorgefinancierd; definitieve allocatie van die kosten en het bedrag van het salaris van Arbiter/Arbiters door de Arbiter/Arbiters in het (eind-) vonnis te bepalen.
  8. De Mediator ‘van dienst’ is (vanzelfsprekend) niet beschikbaar als Arbiter.
  9. Praktisch gaat de Mediation als volgt in zijn werk: na een Mediationovereenkomst conform het UNUM Mediationreglement te hebben gesloten lopen Partijen daadwerkelijk een rondje Kralingse Plas in Rotterdam (of in overleg een andere plek, zeker als partijen buiten Rotterdam zijn gevestigd: een rondje Sloterplas, een wandeling langs de Westerschelde of een rondje Paterswoldsemeer) onder leiding van de Mediator. Iedere Partij is daarbij vertegenwoordigd door slechts één persoon, in totaal dus maximaal 3 personen in vereniging. Het precieze vertrekpunt wordt in overleg bepaald. Partij 1 (daarbij afstand van 1,5 meter houdend) vertelt, Partij 2 en de Mediator doen niets anders dan luisteren. Een half uur gaans stopt Partij 1 met praten en Partijen draaien om. Partij 2 vertelt, Partij 1 en de Mediator luisteren. Totale duur 1 tot anderhalf uur. Desgewenst maakt de Mediator een verslag van de eerste sessie.
  10. Aansluitend via video conference (ZOOM of anders) 1 dan wel 2 Mediation sessies van maximaal één uur.
  11. Het rondje Kralingse Plas resulteert in een oplossing van het geschil en eventueel een vaststellingsovereenkomst, dan wel escalatie naar Arbitrage bij mislukken van Mediation.
  12. Dit initiatief loopt vooralsnog tot 1 september 2020.

Aanmeldingen en/of informatie bij:

Kneppelhout: Marc Padberg [ mpd@kneppelhout.nl l – +31 652 050375 ]

UNUM: Niels van der Noll [ secretary@unum.world – +31 653 400739 ]

UNUM: Marcel Verhagen [ m.verhagen@unum.world – +31 653 120782

Duurzaamheid: meer dan een container-begrip

Vandaag liet het kabinet in Den Haag de jaarlijkse Troonrede voorlezen. Hierin werd aandacht gevraagd voor belangrijke zaken voor onze welvaart en ons welzijn: veiligheid, economie, klimaat, rechtsstaat en een deugdelijk migratiestelsel.

Het zijn bekende thema’s, maar duurzaamheid hoorde ik niet overtuigend terug in deze rede. Maar we zijn toch juist op zoek naar duurzame vrede en veiligheid, een economie en verdere inrichting van onze samenleving die duurzaamheid waarborgt?

In de voor onze economie zo belangrijke maritieme en logistieke sector is volop aandacht voor duurzaamheid.

Verladers, rederijen, binnenvaartschippers, havens en overheden voeren het werkprogramma Maritieme Strategie en Zeehavens 2018-2021 uit. Verduurzaming, innovatie en cybersecurity staan daarin centraal.

Transport over water is een goed alternatief voor vervoer over de overvolle Nederlandse en Europese wegen. Er zit beweging in en het levert minder uitstoot van schadelijke stoffen op.

Er wordt ingezet op de ontwikkeling van schonere scheepsmotoren. Tegelijk worden feiten op een rij gezet: het zou weleens zo kunnen zijn dat additieven bij bio-brandstoffen bijdragen aan vergroting van de uitstoot van schadelijke stoffen. Het paard achter de wagen spannen is een fout uit het oude vervoer, maar innovatie die méér schadelijke uitstoot oplevert valt naar mijn opvatting in diezelfde categorie.

Waterstof kan ook een belangrijke bijdrage aan duurzame oplossingen leveren. Ik citeer uit een bericht van Haven Amsterdam: “er wordt een blauwdruk ontwikkeld voor een transport- en distributiesysteem inclusief bunkering in zee- en binnenhavens in Noord-West Europa voor groene waterstof. De ontwikkeling en implementatie van deze waardeketen vraagt om samenwerking tussen de relevante overheden, scheepsbouwers en marktpartijen. Als onderdeel van een pilot zal het nieuwe directievaartuig van Port of Amsterdam, De Havenbeheer, op waterstof in de vorm van natriumboorhydride gaan varen. Natriumboorhydride is een vaste vorm voor waterstof. Het Directievaartuig is een representatief schip dat wordt ingezet om potentiële klanten of hoogwaardigheidsbekleders de haven en de stad te laten zien. Dit vaartuig wordt het komende jaar ontwikkeld en zal ook zo circulair mogelijk worden gebouwd.”.

Duurzaamheid is meer dan een containerbegrip: het begrip krijgt betekenis als mensen, – burgers, bestuurders, ondernemers, politici -, laten zien dat duurzaamheid inhoud heeft en behoort te hebben.

Ik ben Pleitbezorger van duurzaamheid in die betekenis, waarbij ik graag zou willen voorkomen het paard achter de wagen te spannen.

Nederland doet mee aan de 36e America’s Cup – 2021!

“Nederland doet mee aan de 36e America’s Cup”. Met deze prikkelende stelling begon één van Nederlands bekendste zeilers, Simeon Tienpont, 27 juni 2019 zijn voordracht bij de Nautische Tafel van de Koninklijke Industrieele Groote Club in Amsterdam over de America’s Cup en zijn ambitie om met een Nederlandse boot aan de volgende editie van dit grootse sportevenement deel te nemen.

Nederland is al eeuwenlang geducht en geroemd als zeilnatie. In 2020 en 2021 wil Simeon die reputatie waarmaken op het wereldtoneel tijdens de prestigieuze America’s Cup zeilwedstrijd.


Simeon maakt zich – na zijn meest recente prestatie als schipper van Team AkzoNobel tijdens de Volvo Ocean Race – sterk voor één van de meest prestigieuze en oudste sportevenementen ter wereld. Gepassioneerd spreekt hij over de ‘Formule 1 van de zeilsport’ en alles wat erbij komt kijken om deelname te kunnen realiseren. Ondanks het feit dat Prins Hendrik (de Zeevaarder) als eerste van Queen Victoria in 1850 de uitnodiging kreeg, is het Nederland als maritieme natie in 168 jaar nog nooit gelukt om deel te nemen aan de wedstrijd. Hoe kan het dat uitgerekend Nederland dit is overkomen? Tijdens de lezing lichtte Simeon toe waarom het nú ons moment is.

De America’s cup of the “Auld Mug” is een zeilwedstrijd of regatta, die voor het eerst in 1851 werd gehouden. Daarmee wordt het door velen beschouwd als het oudste internationale sportevenement. Het is in ieder geval de oudste trofee waar nog om wordt gestreden. De eerste race werd georganiseerd door The Royal Yacht Squadron. De America’s Cup is genoemd naar de eerste winnaar van de race, het jacht “America” van The New York Yacht Club, dus niet naar de Verenigde Staten van Amerika.

De Britse Queen Victoria reikte de eerste maal de prijs uit. Zij sprak daarbij de woorden dat er maar één winnaar van de America’s Cup is, en die fameuze woorden zijn nog steeds glashard van toepassing. De nummer twee telt niet mee.

Simeon Tienpont, de zeer energieke schipper en ondernemer, vertelt gepassioneerd over zijn ambitie om met een Nederlandse boot en een Nederlands team aan de America’s Cup wedstrijden deel te nemen in 2021.

Hij wijst op het grote belang een breed samengesteld team te inspireren om het uiterste te doen om de snelste en meest innovatieve boot in het water te brengen, met een bemanning die met geavanceerde hulpmiddelen de ultieme prestatie levert: het winnen van de America’s Cup in 2021.

Simeon ziet een breed Nederlands team voor zich, waarin de zeilsport, overheid, industrie en wetenschap samenwerken om tot grote prestaties te komen, niet alleen in die ene zo prestigieuze wedstrijd maar ook in de toepassing van de innovaties die de toekomst van Nederland en Europa kunnen verbeteren en verduurzamen. Het is bijna niet mogelijk het verhaal van Simeon kort samen te vatten, maar om een voorbeeld te noemen: traumachirurgen in Erasmus MC zijn graag deel van het team omdat zij met verkregen inzichten en innovaties verwachten het nemen van beslissingen voor of tijdens spoedoperaties te kunnen verbeteren. En zo zien overheden mogelijkheden, kan de transportsector zijn voordeel doen met ervaringen die met de draagvleugels worden opgedaan, maakt de wetenschap gebruik van vele data die tijdens de trainingen en races worden verzameld, en zijn er nog vele voorbeelden te geven. 

Om een basis te leggen voor deelname aan de America’s Cup en tegelijk voor een permanent fundament voor de zeilsport, inclusief volgende edities van de Volvo Ocean Race, Olympische Spelen en de sport in brede zin, en innovaties die er uit voorkomen toepasbaar te maken, is een stichting opgericht: https://www.dutchsail.com/ . Graag verwijs ik naar die website voor meer informatie, waaruit een breder belang voor Nederland en Europa, juist ook voor de gehele maritieme sector, duidelijk naar voren komt.

Ook deze website is natuurlijk interessant: www.americascup.com .

Juist het brede belang, de kansen om te innoveren en als maatschappij ons voordeel te doen met verworven inzichten en toepasbare vernieuwende technieken in deze tijden van grote veranderingen en noodzakelijke aanpassingen van onze levensstijl, spreken mij aan.

Ik verbaas me echter over de moeite die Simeon en de stichting Dutch Sail hebben om voldoende fondsen te werven om met EUR 60 miljoen aan budget niet alleen de America’s Cup te winnen, maar ook innovaties een enorme stimulans te geven. Ik ben Pleitbezorger van brede steun, ook financieel, voor Dutch Sail. We zullen er allemaal baat bij hebben.

“Staal & Lavendel” – de levensladder van Cornelis Verolme

Deze week zag ik de documentairefilm “Staal & Lavendel”. De film, die in 2007 werd genomineerd voor een Gouden Kalf. Regisseur Rudolf van den Berg, bekend van onder meer “De Avonden” en “Tirza”, schetst in deze film de opkomst en neergang van de grenzeloos ambitieuze, naar lavendel geurende scheepsbouwer en koopman Cornelis Verolme (1900-1981). Hij sprak met openhartige voor- en tegenstanders, familieleden en oud-bewindslieden. Cornelis Verolme wist na de oorlog, toen hij al bijna 50 jaar oud was, met lef, visie en doorzettingsvermogen in korte tijd een wereldconcern op te bouwen, met scheepswerven in Nederland, Brazilië, Ierland en Noorwegen. Hij was de eerste Nederlandse scheepsbouwer die mammoettankers ging bouwen. In de loop van de jaren zestig bouwde Verolme het mammoetdok in de Botlek, dat nu in bezit is van Damen Shipyards en dat nog steeds het grootste reparatiedok van Europa is. Voor dit dok had hij echter financiering van de overheid nodig en hij kreeg deze ook, maar op voorwaarde dat de NDSM-werf in Amsterdam werd overgenomen. Daar de situatie in de Nederlandse scheepsbouw door de internationale concurrentie snel verslechterde, werd Verolme vervolgens – zeer tegen zijn zin – gedwongen te fuseren met het Rijn-Schelde-concern. Uiteindelijk spatte het roemruchte RSV-concern begin jaren tachtig uiteen. De film ‘Staal & Lavendel – de levensladder van Cornelis Verolme’ is mede gebaseerd op de biografie ‘Cornelis Verolme, opkomst en ondergang van een scheepsbouwer’ van Ariëtte Dekker.

Een leerzame film, waarin niet alleen de ijdelheid en hoogmoed, en ook het doorzettingsvermogen en het ondernemerschap van een boerenzoon die de levensladder tot grote hoogte beklimt aan de orde komt, maar ook de nogal elitaire houding van de gevestigde Rotterdamse scheepsbouwers. Aan het slot komt ook nog even Jozef Molkenboer aan het woord als hij wordt ondervraagd door Cees van Dijk, Tweede Kamerlid die hem tijdens de parlementaire enquete over de RSV-affaire het vuur aan de schenen legt. Molkenboer was duidelijk niet gewend dat hem kritische vragen werden gesteld. Het doet denken aan legendarische televisieuitzendingen van Den Haag Vandaag in de jaren 80 v.d.v.e. Leerzaam, ook voor politici en ambtenaren en niet alleen voor ijdele ondernemers die hun grenzen net te ver verleggen.

 

Voor geïnteresseerden verwijs ik graag naar YouTube, waar de film in zijn geheel (90 minuten) is te zien: https://www.youtube.com/watch?v=z6ps9eoNSrY