Conflictbemiddeling als ambacht

Lezend in het Handboek Mediation van A.F.M.Brenninkmeijer cum suis lees ik hoe mediation kan worden gedefinieerd: een vorm van bemiddeling in conflicten, waarbij een neutrale bemiddelingsdeskundige, de mediator, de onderhandelingen van partijen begeleidt teneinde vanuit hun werkelijke belangen tot gezamenlijk gedragen en voor ieder van hen optimale resultaten te komen.

Partijen spannen zich in om een conflict in goede harmonie te beslechten, maar als mediation aan de orde is, is kennelijk een bemiddelingsdeskundige toch de schakel die de ketting compleet kan maken.

Als de mediator zo’n cruciale rol vervult, mogen aan hem hoge eisen worden gesteld.

Het handboek leert dat voor de persoonlijkheid van de mediator de volgende kenmerken van belang zijn: ervaring, evenwichtigheid, integriteit, afstandelijkheid én empathie, en openheid.

Een mediator ontwikkelt zijn vakbekwaamheid op basis van een opleiding en verhoogt zijn niveau door het opdoen van ervaring en het luisteren naar en leren van andere bemiddelingdeskundigen.

Natuurlijk is veel meer te zeggen over kenmerken van een mediator, maar de kern lijkt mij dat conflictbemiddeling een ambacht is.

Partijen doen er bij het kiezen van een mediator goed aan zich dat wel bewust te zijn: een goede ambachtsman is hier waarschijnlijk de beste professional.

Je begrijpt het pas als je het een ander kunt uitleggen

Lang heb ik mij beziggehouden met het uitvoeren van taken, terwijl het stellen van doelen onderbelicht bleef. Het uitvoeren van taken is echter beter vol te houden als er een doel is. Als er een doel is, en je past dat doel zonodig aan de veranderende werkelijkheid aan, dan blijf je ook nieuwsgierig naar wat komen gaat.

Die verandering bewerkstelligen, van taak naar doel, is niet altijd eenvoudig. Ik probeer mijzelf daarin te oefenen en daarvoor heb ik een training gevolgd, die de bouwstenen geeft om mijzelf inderdaad te kunnen trainen.

Zo leer ik niet alleen over mijzelf, maar ook over organisaties en over effectief communiceren.

Ik zie nu ook beter in, dat ik iets pas begrijp als ik het een ander kan uitleggen. Dat klinkt als een Cruijffiaanse spreuk, maar het is een waarheid als een koe.

Dagelijks hoor en lees ik over transities en transformaties. Zouden alle columnisten, politici, wetenschappers, bloggers en anderen die daarover spreken en schrijven het goed begrijpen, zodat ze het ons kunnen uitleggen? Ik begrijp lang niet alles wat over die veranderingen wordt gezegd en geschreven, en ik betwijfel dan ook met regelmaat of degenen die iets beweren, dat zelf begrijpen.

Een organisatie kan transformeren als die zich richt op zijn essentie. Die kern zie je als het goed is terug in de missie ofwel identiteit van de organisatie en de visie en de waarden die daaruit voortkomen.

Organisaties, ook commerciële bedrijven, kunnen bijdragen aan transities als zij zich vanuit een eigen identiteit blijven aanpassen aan de veranderende wereld en bereid zijn een bijdrage te leveren aan meer dan de eigen (winst-)groei.

Ik blijf proberen het aan anderen uit te leggen, opdat ik het zelf steeds beter ga begrijpen.

Groei van de havens van Antwerpen en Rotterdam

In het eerste nummer van 2019 schreef Het Financieel Dagblad dat de Antwerpse haven sterker groeit dan die van Rotterdam (FD, 2 januari 2019, pagina 13). Niet alleen wat betreft de containeroverslag, ook op andere terreinen zoals overslag van natte en droge bulk groeit Antwerpen harder dan Rotterdam.

Daarbij is wel vermeld dat beide havens kampen met mobiliteitsproblemen. Problemen op de weg rond Antwerpen zijn nog groter dan die rond Rotterdam. Het streven is de verbindingen met het achterland via rivieren, kanalen en het spoor te verbeteren.

Rotterdam heeft met onder meer de Tweede Maasvlakte nog het voordeel dat de capaciteit wat gemakkelijker kan worden uitgebreid dan in Antwerpen.

Journalist Pieter Lalkens schrijft dat voorman Allard Castelein van Havenbedrijf Rotterdam weliswaar benadrukt dat verduurzaming van de haven belangrijker is dan de groei, maar dat de achterblijvende groei van Rotterdam ten opzichte van concurrent Antwerpen toch pijn doet.

Over duurzaamheid schrijft Havenbedrijf Rotterdam op de eigen website het volgende:

We maken ons sterk voor een veilige, gezonde en aantrekkelijke haven en omgeving. We willen klimaatverandering tegengaan en er tegelijkertijd voor zorgen dat het havengebied een grote bijdrage blijft leveren aan de Nederlandse welvaart en werkgelegenheid. Onze eigen organisatie dagen we uit. En we nodigen stakeholders in en om de haven uit samen te werken aan de uitdagingen die we tegenkomen bij ontwikkelingen in de haven. Samen economische en maatschappelijke waarde creëren en duurzame groei realiseren”.

Er wordt in de Rotterdamse haven energie opgewekt met windmolens. Er zijn drijvende zonnepalen voor de opwekking van energie. En er zijn meer voorbeelden van inspanningen om bij te dragen aan duurzaamheid en energietransitie.

In andere Europese zeehavens, waaronder Antwerpen, worden ook initiatieven ontplooid om duurzaamheid te verbeteren en energietransitie inhoud te geven.

Het nieuws is echter vooralsnog dat het gaat om de groei en de economische strijd tussen de grote havens. De omslag maken naar werkelijke duurzaamheid en het realiseren van een effectieve energietransitie zijn ook geen geringe opgaven. Pleitbezorgers voor het realiseren van nieuwe doelen met behoud van de bijdrage aan de welvaart die de havens leveren zullen de komende jaren nog meer van zich (moeten) laten horen.

Verlies van containers van zeeschepen

De afgelopen 25 jaar ben ik regelmatig betrokken geweest bij het behandelen van zaken die het verlies van containers vanaf zeeschepen betroffen. Soms ging het om slechts enkele containers, een andere keer om een groter aantal. Menigmaal werden gevaarlijke stoffen uit de containers verloren. Zakjes pesticiden, dozen met toners voor printers, tonnen met chemicaliën en andere zaken spoelden aan. Maar vaak spoelden zaken die geen direct gevaar voor mens, dier of milieu veroorzaakten aan op stranden langs de Nederlandse west- of noordkust of op de Waddeneilanden. In alle gevallen was opruiming natuurlijk noodzakelijk. Verloren lading hoort niet in het milieu achter te blijven. Het opruimen van containers en goederen dient zoveel als redelijkerwijs mogelijk is te gebeuren.

In de meeste gevallen duurde het even voordat volledige en betrouwbare informatie op tafel kwam. Vaak werden gegevens aangepast na ontvangst van nadere informatie van bijvoorbeeld ladingbelanghebbenden. Wat ik hiervan heb geleerd is dat wat als juiste informatie wordt bestempeld in de periode kort nadat het schip de containers heeft verloren, later moet worden aangevuld of gecorrigeerd. En veel informatie ontbreekt eerst nog.

Ook aantallen containers worden niet altijd juist genoemd. Over de oorzaak van zulk een incident doen vaak al snel geruchten de ronde. Kortom, veel van wat gezegd en geschreven wordt over aard en omvang van het voorval dient met enig wantrouwen te worden beoordeeld.

Vandaag, 2 januari 2019, spoelen containers en goederen aan op verschillende Nederlandse Waddeneilanden. Naar verluidt zijn deze containers afkomstig van containerschip “MSC Zoë”, dat ten noorden van Nederland voer.

In eerste instantie werd het verlies van enkele tientallen containers van dit 395 meter lange schip gemeld. Met enkele tussenstappen staat de teller in de middag van 2 januari 2019 op 270 verloren containers, waarvan drie met gemelde potentieel gevaarlijke lading. Het juiste aantal zal nog wel bekend worden, verwacht ik.

Ik meen dat over de inhoud van de (270?) verloren containers nog niet het laatste woord is gezegd of beter: KAN worden gezegd. Hoeveel ladingbelanghebbenden zijn betrokken? Welke vervoerders zijn betrokken? Immers, het schip had ongetwijfeld containers van meerdere vervoerders aan boord. Hoeveel ladingdocumenten zijn nu bij de Duitse en Nederlandse overheden, bij de experts van vervoerders, reder en bevrachter(s) bekend?

Op dit moment, de dag dat het incident plaatsvond, zijn er meer vragen dan antwoorden. Ik pleit dan ook voor grote terughoudendheid wat betreft stellige berichtgeving of stellingname over deze kwestie. Laten eerst experts en deskundigen zaken op een rij zetten. Daar zullen zij nog wel even zoet mee zijn. En voorlopig maar even uitgaan van meer dan drie containers met goederen die niet helemaal ongevaarlijk zijn voor mens. dier en milieu.