Zeevaartroute ten noorden van Rusland

Prof. Dr. Alex Oude Elferink is directeur van het NILOS en hoogleraar internationaal recht van de zee. Zijn expertise ligt op het gebied van het internationale publiekrecht, met bijzondere aandacht voor het recht van de zee. Voor online platform Raam op Rusland (www.raamoprusland.nl) schreef hij een bijdrage over de vraag of Rusland het recht heeft “de vaart om de noord” te controleren.

De vraag is de afgelopen jaren vaker gesteld, maar is nu actueel omdat een hoge Russische defensiefunctionaris, Michaïl Mizintsev, heeft aangekondigd dat vanaf 2019 een meldingsplicht geldt voor buitenlandse marineschepen die willen varen over de Noordelijke Zeeroute.

Rusland zou nieuwe nationale wetgeving willen maken om die meldingsplicht af te dwingen. Maar mag dit onder geldende bepalingen van internationaal zeerecht? Zoals vaker in zaken die internationaal recht betreffen lopen juridische redeneringen en politieke motiveringen door elkaar. In dit geval is het duidelijk dat Rusland de wateren ten noorden van Siberië wil beheersen. Het betreft een nieuwe en economisch bijzonder interessante doorvaart, die inmiddels door bijvoorbeeld rederij Maersk al met een groot containerschip is benut.

Rusland zal ongetwijfeld aandacht op zowel koopvaardijschepen als marineschepen in de noordelijke wateren blijven richten. Internationale handelsstromen en geopolitieke belangen zijn hierbij de kernbegrippen. Voor de koopvaardij is de Russische Noordelijke Zeeroute Administratie van de Russische Federatie relevant. De Administratie is onder andere verantwoordelijk voor de infrastructuur van de route en het aanbieden van loodsdiensten en ijsbrekers om schepen langs de route te begeleiden.

Oude Elferink betoogt dat niet-Russische marineschepen onbelemmerd door Russische zeegebieden mogen varen onder bepalingen van geldend internationaal recht. Marineschepen hoeven zich niets aan te trekken van de Russische Noordelijke Zeeroute Administratie. Immers, het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het Recht van de Zee garandeert het recht van onschuldige doorvaart. Oude Elferink laat zien dat hier nog wel haken en ogen aan zitten. Onduidelijkheid bestaat bijvoorbeeld over het regime van een aantal zeestraten tussen het Russische vasteland en eilanden ten noorden van deze kust en tussen deze eilanden. Rusland beschouwt deze zeestraten als Russische binnenwateren, waarvoor andere bepalingen gelden dan voor zeestraten die niet als binnenwateren zijn te beschouwen. Niet geheel onverwacht is gebleken dat andere landen, waaronder de Verenigde Staten van Amerika, hierover een andere opvatting koesteren.

De analyse van het Zeerechtverdrag zou niet compleet zijn, zo stelt Oude Elferink, zonder artikel 234, de zogenaamde Arctic exception, te noemen. Dit artikel staat kuststaten toe om in met ijs bedekte gebieden ter bescherming van het milieu regels op te stellen die afwijken van het algemene regime. Dit geldt voor koopvaardijschepen, maar niet voor marineschepen.

Bescherming van milieu en veiligheid in de poolzeeën zijn voor de koopvaardij geregeld in de zogenaamde Polar Code van de Internationale Maritieme Organisatie van de Verenigde Naties: the International Code for Ships Operating in Polar Waters, bepalingen waarvan onder the Convention for the Safety of Life at Sea (SOLAS) en the International Convention for the Prevention of Pollution from Ships (MARPOL) moeten worden nageleefd. De Polar Code is 1 januari 2017 van kracht geworden.

Havengildediner 2018

Vrijdag 30 november 2018 werd het jaarlijkse Havengildediner gehouden in Amsterdam. Ruim 500 personen kwamen bijeen tijdens een diner dat in Het Financieel Dagblad werd aangekondigd met een menu van strijdpunten op een bedje van tegenstellingen.

Werd de soep zo heet gegeten als die werd opgediend?

Belangrijke onderwerpen als de bouw van de nieuwe zeesluis bij IJmuiden, het gebruik van de passagiersterminal en de behandeling van passagiers die via deze terminal de stad bereiken door het stadsbestuur, kritiek van rederijen op de stad en de plannen voor de bouw van een brug over het IJ passeerden de revue. De minister, wethouders, gedeputeerden en vertegenwoordigers van haven en bedrijfsleven spraken elkaar aan de hoofdtafel. Zouden aan die tafel de verschillen zijn overbrugd?

Wat de verschillende sprekers de zaal meegaven is dat de standpunten ferm zijn, maar dat het gesprek weer op gang moet komen. De voorzitter van Amports wees op gouden kansen voor de regio, de minister gaf haven en nautische veiligheid voorrang en de wethouder sprak over ruimte voor zowel wonen als werken.

Hoe het ook moge zijn, belangen van stad en haven kunnen botsen maar in de regio Amsterdam en het Noordzeekanaalgebied moet het mogelijk zijn voor iedere belanghebbende aanvaardbare afspraken te maken over het gebruik van ruimte, over mobiliteit en het verbinden van de IJ-oevers zonder de haven, -die in omvang en toegevoegde waarde in de top van lijstjes van Europese havens staat-, af te snijden van zijn achterland.

Haven Amsterdam en bedrijven in het Noordzeekanaalgebied zullen bewoners en bestuurders in de regio moeten laten zien wat ze te bieden hebben aan activiteiten, werkgelegenheid, innovatie en duurzame ontwikkeling. De stad en in het bijzonder het stadsbestuur zal oog moeten krijgen voor de grote betekenis van de haven en de havenbedrijven. Ik pleit voor een verbeterde dialoog met focus op zowel resultaten als relaties. Dan kunnen hardnekkige problemen duurzaam worden opgelost.