P&I Club Correspondent

Het is alweer 30 jaar geleden dat ik begon als P&I Club Correspondent bij Van Ommeren Amsterdam. Eén van de eerst grote zaken waarmee ik te maken kreeg was het verlies van containers vanaf het schip “Sherbro”.  NRC Handelsblad schreef daar in janauri 1994 als volgt over:

“In de nacht van 8 op 9 december verloor het containerschip Sherbro van de Franse rederij Maritime Delmas Vieljeux, op weg van Le Havre naar St. Nazaire aan de Loire, in een noordwesterstorm ter hoogte van Bretagne een groot deel van zijn deklading containers. Lading die in Le Havre aan boord was genomen, en lading die al eerder in Felixtowe en Rotterdam was opgenomen.

De Rotterdamse lading was aan boord gebracht aan de Alexander-terminal van ECT aan de Waalhaven en bevatte onder meer tien containers met chemicaliën van Ciba-Geigy. Tenminste een deel van de containers was van Nedlloyd, dat weliswaar zelf containerschepen bezit maar vaak ook ruimte huurt op andere schepen. Volgens voorschrift was de gevaarlijke lading aan dek geplaatst.

Op 19 januari verscheen de inhoud van de Nedlloyd-containers opnieuw voor de Nederlandse kust. Ze bleek te bestaan uit honderdduizenden zakjes Apron Plus, een agressief insekticide dat door Nigeriaans zaaizaad had moeten worden gemengd. In totaal was daarvan 7,2 ton te water geraakt. Tot op de dag van vandaag is men bezig de zakjes van het strand te scheppen, de hemel prijzend dat de Waddenzee gespaard bleef en dat het badseizoen nog ver weg is. En worstelend met de vraag of het ongeluk met de Sherbro een incident was of dat na bijna dertig jaar containervaart wildgroei en normvervaging daar de toon zetten.”

Het was een leerzaam begin, waarbij allerlei aspecten van het P&I werk aan de orde kwamen. Inmiddels weten we dat het verlies van containers van passerende zeeschepen vaker voorkomt. Maar P&I werk omvat meer dan het omgaan met verloren zeecontainers.

Vandaag publiceerde mijn gewaardeerde opdrachtgever De Noord-Nederlandsche P&I Club een leuk gesprek over P&I werk op zijn website: https://www.nnpc.nl/interview-nnpc-correspondents-manager-niels-van-der-noll/

Een terugblik en blik vooruit: de toekomst van een relatief nieuwe speler op de markt, NNPC Correspondents. Ik ben er nog steeds bij. Werk in haven en scheepvaart laat je niet los.

Belarus en de Noordelijke Zeeroute

Belarus is een belangrijke bondgenoot van Rusland. Misschien wel meer dan een bondgenoot. Het lijkt er op, dat beide landen steeds verder integreren, of anders gezegd: het zou kunnen zijn dat Belarus zijn soevereiniteit opgeeft en opgaat in Rusland. Vladimir Poetin en Aleksandr Lukashenko, de president van Rusland respectievelijk Belarus, praten er regelmatig over. Het valt bovendien niet uit te sluiten dat de Russische president enige dwang uitoefent om Belarus weer deel uit te gaan laten maken van wat hij noemt “het Groot-Russische Rijk”.

Lukashenko was in de laatste week van januari 2024 weer eens in St. Petersburg. Bij deze gelegenheid kwam infrastructurele integratie van Belarus en Rusland aan de orde. Niet alleen het gebruik van de spoorwegen in Rusland ten behoeve van Belarus werd besproken, ook het gebruik van Russische zeehavens kwam aan de orde.

Lukashenko zou aandringen op gebruik van de havens van Moermansk en Archangelsk voor Belarus. Hij wil dat het gebruik van de Noordelijke Zeeroute wordt geïntensiveerd.

 

Niet alleen de presidenten van beide landen, ook ambassadeurs en regionale bestuurders houden zich met infrastructurele zaken, en in het bijzonder de zeehavens in het noorden van Rusland, bezig.

De gouverneur van Archangelsk, Aleksandr Tsybulsky, schreef op zijn Telegram account het volgende, nadat hij in december 2023 een ontmoeting had gehad met de ambassadeur van Belarus:

Wit-Russische bedrijven zijn geïnteresseerd in de overslag van vracht via de commerciële zeehaven van Archangelsk om hun stromen van West-Europa naar de Russische markt te heroriënteren in de context van sancties. Onze Wit-Russische partners zijn ook bereid te investeren in de ontwikkeling van havenfaciliteiten: we hebben de mogelijkheid besproken om een gespecialiseerde terminal te bouwen voor de overslag van Wit-Russische vracht, met name minerale meststoffen.

Als Arctische regio zijn wij interessant voor investeerders wat betreft preferentiële belastingregelingen en vereenvoudigde administratieve procedures in de regio.

Het gebruik van de benaming Wit-Rusland is van gouverneur Tsybulsky, niet van mij. Dat taalgebruik past in de politieke context waarin de toenadering tussen beide landen geplaatst kan worden.

 

Zo blijft de Noordelijke Zeeroute in de geo-politieke ontwikkelingen een relevante factor.

Ondertussen gaat Rusland door met de ontwikkeling van die zeeroute. Het land ligt op koers om zijn krachtige vloot van nucleair aangedreven ijsbrekers te moderniseren en uit te breiden. Vorige week woonde de Russische president Vladimir Poetin de kielleggingsceremonie voor de zevende nucleaire ijsbreker in de Project 22220-serie bij. Het evenement vond plaats op de Baltic Shipyard in Sint-Petersburg en Poetin benadrukte dat het nieuwe schip zal helpen om meer handel mogelijk te maken langs de Noordelijke Zeeroute.

Rusland geeft de nieuwe ijsbrekers opvallende namen: “Stalingrad” en “Leningrad”.

Stalingrad was het toneel van een enorme veldslag in de Tweede Wereldoorlog, waarin in vijf maanden tijds ten minste een half miljoen Russen het leven verloren.

De gouverneur van Volgograd (zoals Stalingrad nu heet), Andrej Bochkarev, zou het voorstel voor de naamgeving hebben gedaan. Hij noemde het belangrijk de ijsbreker naar zijn stad in de Tweede Wereldoorlog te vernoemen voor het behoud van de herinnering aan de dapperheid van de beschermers van Stalingrad tijdens de Grote Patriottische Oorlog, zoals de Tweede Wereldoorlog in Rusland wordt genoemd.

Het valt mij op, dat dit wel heel goed past in het narratief van het Kremlin ten aanzien van de aanval op Oekraïne en de verhouding tot Europa en de Verenigde Staten. Het past wederom in de internationale politieke context anno 2024.Temeer, daar ook de naamgeving “Leningrad” erbij aansluit. Die verwijst naar de geschiedenis van St. Petersburg in de Tweede Wereldoorlog. De kielleggingsceremonie viel samen met de 80e verjaardag van het einde van het beleg door de Duitsers van Leningrad, de naam van de stad (St.Petersburg) van 1924 tot 1991.

 

Bronnen: Telegram. The Barents Observer. The Maritime Executive (newsletter).

Wie kent Jan Haring nog?

De geopolitieke ontwikkelingen die sinds enige jaren steeds manifester worden, hebben ook invloed op de economie, het transport en de veiligheid van Nederland en Europa. De Koninklijke Marine speelt een permante rol in en rond Nederland, -in samenwerking met de Belgische Marine-, is daarom ook aanwezig in Zuid-Amerika, en is natuurlijk actief in NAVO-verband. Voor de beveiliging van maritieme handelsroutes heeft onder andere Zr Ms Tromp een belangrijke rol gespeeld bij de bestrijding van piraterij.

Kortom, in het huidige tijdsgewricht is de betekenis van de Koninklijke Marine voor onze veiligheid, en ook voor de bescherming van onze economische belangen voor velen weer duidelijk geworden.

Als we aan de marine denken, gaan de gedachten al gauw naar een admiraal als Michiel Adriaenszoon de Ruyter, die slag leverde met zijn Engelse tegenvoeters of naar schout-bij-nacht Karel Doorman, die met zijn schip Hr Ms De Ruyter deelnam aan de slag in de Javazee.

Maar de geschiedenis van het ontstaan van de Koninklijke Marine gaat verder terug dan de tijd van admiraal De Ruyter.

Net als het ontstaan van Nederland als natiestaat of de opkomst van de republieken die de voorgangers van het Koninkrijk der Nederlanden als staat waren, is de beginfase van een oorlogsvloot een proces.

Nog voordat de Republiek bestond, vond een zeeslag plaats die wel wordt gezien als het begin van een marine of oorlogsvloot van de Republiek in wording. Die zeeslag vond plaats op de Zuiderzee.

In de strijd met de Spaanse Koning Filips II, die heerste over wat nu Nederlands grondgebied is, kwamen meerdere steden in opstand.

Alkmaar wordt belegerd door de Spanjaarden. Hoorn schiet Alkmaar te hulp. Ondertussen zint het Spaansgezinde Amsterdam op maatregelen om de zeevaartroute vanuit het noorden over de Zuiderzee  te beschermen. De aanvoer van graan uit het Oostzeegebied is van groot belang voor de stad.

Vanuit Amsterdam wordt een vloot noordwaarts de Zuiderzee op gestuurd om de belangen van de Amsterdammers te behartigen. Behalve Hoorn treffen ook Edam, Monnickendam en andere steden maatregelen om weerstand te kunnen bieden. Aanvankelijk is Cornelis Dirksz., burgemeester van Monnickendam,  aanvoerder van de Geuzenvloot die de Spaansgezinde schepen uit Amsterdam zou moeten tegenhouden. Als hij gewond raakt, neemt de Hoornse schipper Jan Floor het bevel van hem over.

Er wordt hevig slag geleverd tussen de oorlogsvloten, waarbij de vloot uit Amsterdam een overwicht lijkt te hebben. Maar de Watergeuzen en ook de Hoornse bevolking strijden voor wat zij waard zijn.

De moed van de Hoornse visserman of matroos Jan Haring wordt legendarisch, nadat hij het Amsterdamse admiraliteitsschip opgaat, het want in klimt en de admiraliteitsvlag naar beneden haalt. Jan wordt weliswaar uit de mast geschoten. Hij valt dodelijk getroffen op het scheepsdek. Maar door zijn daad wordt aan boord van de andere Amsterdams-Spaanse schepen gedacht dat hun admiraal zich heeft overgegeven aan de Watergeuzen. Zij staken de strijd.

De Slag op de Zuiderzee wordt wel gezien als het begin van de opbouw van wat nu de Koninklijke Marine is. En we mogen ons Jan Haring daarbij herinneren als een sleutelfiguur.

 

 

 

In Monnickendam en Hoorn wordt de zeeslag dit jaar op verschillende manieren herdacht en gevierd. De overwinning betekende het begin van een bloeitijd van steden in het noorden van Holland en West-Friesland.

 

 

 

 

In Hoorn is aan de Slapershaven een gevelsteen te zien, waarop de Slag op de Zuiderzee wordt afgebeeld.