Tag Archief van: zeehavens

Strategische autonomie en Europese zeehavens

Met regelmaat verschijnen rapporten over geopolitiek, veranderingen in internationale betrekkingen en de positie van Nederland in Europa, en van Europa in een fragmenterende wereldorde.

In juni 2024 verscheen bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid het rapport “Nederland in een fragmenterende wereldorde”. De kernboodschap in dit rapport luidt als volgt:

  1. De tijd is voorbij dat Nederland kan meedeinen op voor ons land gunstige internationale verhoudingen. Het zal kostbare inspanningen moeten plegen om overeind te blijven in een turbulenter, grimmiger wereld die langs drie assen (machtspolen, tonelen van machtsuitoefening, wereldbeelden) fragmenteert.
  1. Daarmee zullen zich vaker spanningen voordoen in de driehoek van waarden, welvaart en weerbaarheid (3W-kader) waarbinnen het buitenlands beleid zich beweegt. Bovendien raakt het roerige geopolitieke vaarwater waarin Nederland terecht is gekomen, steeds vaker ook de binnenlandse verhoudingen. Overheden zullen manieren moeten vinden om keuzes te maken die pijn doen en deze keuzes te legitimeren.
  1. Nederland heeft zich op deze nieuwe realiteit te organiseren. Dit zal niet alleen de klassieke buitenlandpolitieke actoren raken, maar gaat het hele openbaar bestuur en de hele samenleving aan.

In het rapport worden verschillende tonelen van machtsuitoefening genoemd. Ik citeer uit het rapport: Door de steeds grotere rivaliteit tussen grote mogendheden gaan landen hun macht weer uitoefenen via militaire macht, en door allerlei pogingen om economisch en financieel overwicht op rivalen te krijgen. Daarnaast neemt de machtsuitoefening toe op veel andere tonelen, die voorheen goeddeels buiten de geopolitiek bleven. Fragmentatie van tonelen van machtsuitoefening betekent dat activiteiten die voorheen als puur economisch of maatschappelijk werden beschouwd, nu de geopolitiek in worden getrokken. Denk aan fysieke tonelen zoals de zeeën, de polen en de ruimte, maar denk ook aan de discussie over de Rotterdamse haven en potentiële surveillance door de kranen die daar staan.

Deze maand, september 2024, verscheen een rapport dat is geschreven onder de auspiciën van een drietal instituten: Clingendael, China Kennis Netwerk en het “Erasmus Centre for urban, port and transport economics”.

“Port politics: Strategic autonomy and European ports – A case study on Chinese involvement” belicht hoe Europese zeehavens en logistieke ketens niet alleen een sleutelpositie innemen in internationale handel, maar ook een steeds grotere rol spelen in geopolitiek.

Men zou menen dat het buiten kijf staat dat een EU-brede aanpak nodig is om de Europese belangen, en daarmee tegelijkertijd de som van nationale belangen, te beschermen. Europa heeft immers grote mogendheden als China tegenover zich!

Toch wordt er verschillend naar gekeken, zo is in het rapport te lezen:

  1. Landen als Polen, België en Nederland, beschouwen buitenlandse inmenging als een potentiële bedreiging van de veiligheid; een belangrijke kwestie, die dringend moet worden gecoördineerd met andere EU-lidstaten en met de EU als geheel.
  2. Landen als Duitsland en Frankrijk, beschouwen ongewenste buitenlandse betrokkenheid als een potentiële bedreiging van de veiligheid, maar die lijken er de voorkeur aan te geven dit op nationaal niveau aan te pakken.
  3. Landen als Italië, Spanje en Griekenland, zien buitenlandse betrokkenheid in zeehavens en aanverwante logistiek niet als een belangrijk veiligheidsprobleem.

De noodzaak van een strategisch beleidskader lijkt toch wel duidelijk, of dit nu nationaal of Europees wordt geformuleerd. Voor een relatief klein en open land als Nederland, met belangrijke zeehavens en logistieke centra is het aanleiding geweest op een aantal punten het initiatief te nemen. Details zijn te lezen in genoemd rapport.

Een land als China is van groot belang voor Europa. Het zou kwalijk zijn de problemen zo hoog te laten oplopen, dat het tot een enorme breuk zou komen. Dat betreft niet alleen veiligheid, maar ook economie. Het is voor Europa van belang economische relaties met China te onderhouden. Europa dient er echter voor te waken dat China die relaties volledig kan gaan dicteren. Het opkopen van Europese bedrijven, het verwerven van strategisch posities en het kopen of langdurig huren van belangrijke stukken land – China is er meester in. Om nog te zwijgen van de invloed die China op het vlak van de digitale wereld en cyber-veiligheid kan hebben, of misschien beter gezegd: heeft.

Europa, Nederland, de zeehavens en het bedrijfsleven in die havens dienen zich beter bewust te worden welke rol zij vervullen in geopolitieke betekenis, naast die in de belangrijke economische betekenis.

De hierboven genoemde rapporten roepen daartoe ook op. Meer bewustzijn en een actievere rol van ons allen zijn nodig om veiligheid en welvaart van ons allen te beschermen.

Landen als Frankrijk en Duitsland zouden beter kunnen inzien dat zij kleine staten zijn in vergelijking met landen als China, en dat het kiezen voor een EU-brede aanpak geen luxe maar noodzaak is. Andere EU-lidstaten doen er goed aan in het zuiden de urgentie onder de aandacht te brengen. Ook Zuid-Europese landen kunnen zich niet aan geopolitiek onttrekken.

 

WRR rapport: Nederland in een fragmenterende wereldorde | Rapport | WRR

Clingendael c.s. rapport: Port politics: Strategic autonomy and European ports | Clingendael

 

Foto’s: Niels van der Noll

De Europese zeeatlas

De Europese zeeatlas heb ik een tijd geleden ontdekt. Op zoek naar informatie vond ik deze interactieve digitale atlas via het internet. Je kunt er veel vinden, maar niet alles wat je zoekt. Soms is de beschikbare informatie van oudere datum, en een enkele keer verbaas je je over wat je hebt gevonden.

De Europese zeeatlas is de Europese zeekaart van de Europese Commissie. Je kunt eenvoudig interactieve kaarten verkennen en informatie weergeven om alles te weten te komen over de Europese zeeën en kusten, hun omgeving, gerelateerde menselijke activiteiten en Europees beleid. Je kunt navigeren in de belangrijkste Europese talen.

In het kader van het geïntegreerde maritieme beleid van de EU biedt de Europese zeeatlas gemakkelijk te navigeren gegevens, evenals gebruiksvriendelijke hulpmiddelen om je eigen kaarten te maken en te delen over onderwerpen als:

Diepte van de zee en onderwater kenmerken

Blauwe energie en maritieme hulpbronnen

Beschermde maritieme gebieden

Getijamplitude en kusterosie

Visbestanden, quota en vangsten

Geografie en statistieken van kustgebieden

Europese vissersvloot

Toerisme

Aquacultuur

Maritiem vervoer en verkeer

Havenstatistieken

Maritiem beleid en initiatieven

Klimaatveranderingen

Milieuaspecten

 

Enzovoorts.

 

De Europese zeeatlas is ontwikkeld door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Maritieme zaken en visserij (DG MARE) van de Europese Commissie.

 

Vindplaats: European Atlas of the Seas (europa.eu)

P&I Club Correspondent

Het is alweer 30 jaar geleden dat ik begon als P&I Club Correspondent bij Van Ommeren Amsterdam. Eén van de eerst grote zaken waarmee ik te maken kreeg was het verlies van containers vanaf het schip “Sherbro”.  NRC Handelsblad schreef daar in janauri 1994 als volgt over:

“In de nacht van 8 op 9 december verloor het containerschip Sherbro van de Franse rederij Maritime Delmas Vieljeux, op weg van Le Havre naar St. Nazaire aan de Loire, in een noordwesterstorm ter hoogte van Bretagne een groot deel van zijn deklading containers. Lading die in Le Havre aan boord was genomen, en lading die al eerder in Felixtowe en Rotterdam was opgenomen.

De Rotterdamse lading was aan boord gebracht aan de Alexander-terminal van ECT aan de Waalhaven en bevatte onder meer tien containers met chemicaliën van Ciba-Geigy. Tenminste een deel van de containers was van Nedlloyd, dat weliswaar zelf containerschepen bezit maar vaak ook ruimte huurt op andere schepen. Volgens voorschrift was de gevaarlijke lading aan dek geplaatst.

Op 19 januari verscheen de inhoud van de Nedlloyd-containers opnieuw voor de Nederlandse kust. Ze bleek te bestaan uit honderdduizenden zakjes Apron Plus, een agressief insekticide dat door Nigeriaans zaaizaad had moeten worden gemengd. In totaal was daarvan 7,2 ton te water geraakt. Tot op de dag van vandaag is men bezig de zakjes van het strand te scheppen, de hemel prijzend dat de Waddenzee gespaard bleef en dat het badseizoen nog ver weg is. En worstelend met de vraag of het ongeluk met de Sherbro een incident was of dat na bijna dertig jaar containervaart wildgroei en normvervaging daar de toon zetten.”

Het was een leerzaam begin, waarbij allerlei aspecten van het P&I werk aan de orde kwamen. Inmiddels weten we dat het verlies van containers van passerende zeeschepen vaker voorkomt. Maar P&I werk omvat meer dan het omgaan met verloren zeecontainers.

Vandaag publiceerde mijn gewaardeerde opdrachtgever De Noord-Nederlandsche P&I Club een leuk gesprek over P&I werk op zijn website: https://www.nnpc.nl/interview-nnpc-correspondents-manager-niels-van-der-noll/

Een terugblik en blik vooruit: de toekomst van een relatief nieuwe speler op de markt, NNPC Correspondents. Ik ben er nog steeds bij. Werk in haven en scheepvaart laat je niet los.

Ondermijning in haven en scheepvaart

Het gebruik van legale infrastructuur, bedrijven en transportmiddelen voor illegale praktijken. Zo zou ondermijning kunnen worden omschreven. Het is de verwevenheid van onder- en bovenwereld.

Het manifesteert zich door smokkel van drugs, mensen, wapens en illegale goederen, door drugscriminaliteit (productie, vervoer, opslag, handel en ook: afval), ladingdiefstal, fraude en witwaspraktijken.

De commerciële scheepvaart heeft er dagelijks mee te maken. Rederijen, en ook kapiteins en bemanningen aan boord worden er regelmatig mee geconfronteerd. Terminals zijn ook een belangrijke schakel in het gebruik van legale infrastructuur ten behoeve van illegale activiteiten.

Rederij MSC en de haven van Antwerpen werden er onlangs dusdanig mee geconfronteerd, dat dit het internationale nieuws haalde. Containerschip “MSC Lorena” was op weg naar Antwerpen toen de politie een bommelding over dit schip ontving. Noodgedwongen keerde het schip terug naar zee, waar op de ankerplaats voor Vlissingen nader onderzoek werd gedaan.

De bommelding bleek vals, maar toen het schip met ruim een week vertraging alsnog in de Antwerpse haven aankwam werd 2.444 kilogram drugs gevonden in een lading cacaobonen, in een container.

“The Maritime Executive” bericht hierover (online): After Bomb Hoax, Officials Find 2.4 Tonnes of Cocaine on Board Boxship (maritime-executive.com)

Antwerpen en Rotterdam zijn belangrijke importhavens voor mensen die drugs naar Europa vervoeren. Overheden en bedrijfsleven in deze havens werken samen om ondermijning tegen te gaan. Dat kan alleen als zoveel mogelijk mensen het juiste doen door afwijkingen te signaleren en daarvan ook melding te doen.

Afwijkingen kunnen zijn gemanipuleerde zegels op een container of andere bijzonderheden die opvallen aan een container, maar ook opvallend gedrag van collega’s.

Melden en ook onderling bespreekbaar maken is gemakkelijk gezegd, maar niet altijd even gemakkelijk uitgevoerd. Toch is het de belangrijkste methode om ondermijning tegen te gaan: corruptie bestrijden en integriteit bevorderen.

Een voedingsbodem voor niet-integer handelen door een persoon ontstaat door de combinatie van druk, rechtvaardiging en gelegenheid.

Druk: financieel, emotioneel of vanuit de omgeving van die persoon.

Rechtvaardiging: iedereen doet het, ik heb het verdiend, ik zou een dief zijn van mijn eigen portemonnee als ik het niet zou doen.

Gelegenheid: positie, vertrouwen, weinig (sociale) controle, kleine kans op sancties.

Het voeren van een actief integriteitsbeleid kan helpen ondermijning te ondermijnen. Door het onderwerp integriteit bespreekbaar te maken, door een gedragscode te hanteren, door werknemers in kwetsbare posities te laten weten dat er altijd steun voor hen is, en die ook te bieden.

Een gedragscode kan effectief gebruikt worden als die voor iedereen van toepassing is. In een gedragscode wordt aandacht besteed aan het voorkomen van machtsmisbruik, aan financiële zaken (anti-fraude), interpersoonlijk (grensoverschrijdend) gedrag, communicatie en PR. Van aandeelhouder en CEO tot de jongste bediende: iedereen dient zich er aan te houden en iedereen wordt erop aangesproken als hij zich structureel niet conform de gedragscode gedraagt.

Dan kan het helpen ondermijning tegen te gaan. Er is nog een lange weg te gaan, en ik ben Pleitbezorger van het kiezen van de juiste en niet per sé de gemakkelijkste weg.

Verbindingen met de Noordzee

Regelmatig schrijf ik over zeeroutes en zaken die met de Nederlandse zeehavens hebben te maken. Vandaag sta ik stil bij de zeeverbindingen van de havens van Rotterdam en Amsterdam. Deze verbindingen brachten de havens van beide steden tot grote bloei.

Nadat de Prins van Oranje 31 oktober 1866 symbolisch, -want zo doen Prinsen van Oranje dat-, de eerste schop in de grond had gezet, begon de aanleg van de Nieuwe Waterweg  in november 1866.

In 1872 kwam de directe verbinding tussen de Rotterdamse haven en de Noordzee tot stand. De doorgraving van de duinen nabij ’s-Gravenzande was het sluitstuk van het plan van de in Zierikzee geboren Ir. Pieter Caland om de haven van Rotterdam beter bereikbaar te maken. Het opstellen, uitwerken en uitvoeren van dat plan, dat strekte van Krimpen aan den IJssel tot aan de duinen bij ’s-Gravenzande, werd mogelijk gemaakt door de aanname van een wet van 24 januari 1863. Deze wet legde vast dat in het belang van handel en scheepvaart de waterweg van Rotterdam naar zee zou kunnen worden verbeterd.

Rotterdam kon na de realisatie van de directe verbinding met zee uitgroeien van het kleine vissersdorp aan de Rotte tot de grootste haven van de wereld. Eerst vele jaren later zouden elders in de wereld grotere zeehavens tot stand komen. Rotterdam is nog steeds de grootste haven van Europa.

De directe verbinding van de haven van Amsterdam met de Noordzee kwam ook tot stand door middel van doorgraving van de duinen aan de kust, en wel daar waar nu IJmuiden is gelegen. In 1876 werd deze verbinding tussen Amsterdam en de zee in gebruik genomen.

Deze verbinding was niet zonder slag of stoot tot stand gekomen. In januari 1858 had de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam nog bij de Tweede kamer der Staten-Generaal aangedrongen op het nemen van een beslissing tot verbetering van de verbinding tussen Amsterdam en de zee. Waar Koning Willem III, die zich er danig mee bemoeide, kansen zag om het Noord-Hollands kanaal tussen Amsterdam en Den Helder te verbreden en te verdiepen, benadrukte de Kamer van Koophandel en Fabrieken dat het in het belang van Amsterdam zou zijn een nieuw kanaal te graven om de kortste route naar zee te realiseren.

In deel I van het Gedenkboek dat door Dr. J.C. Westermann in 1936 is samengesteld ter gelegenheid van het 125 jarig bestaan van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam, is te lezen hoe de noodzaak om een nieuw kanaal te graven met argumenten kracht werd bijgezet (pagina 339):

De doorgraving zal Amsterdam op een afstand van slechts 5 uren gaans brengen van de zee, dat is ¼ van den tegenwoordigen en naauwelijks 1/3 van den afstand volgens het bestaande Ontwerp der verbetering van het Noord-Hollandsche Kanaal, een verschil dat nog grooter wordt door de omstandigheid, dat het nieuwe kanaal langs de stad zal loopen … Daarbij zal de nieuwe haven Zuidelijker dan het Nieuwe Diep en dus voor de groote vaart en geheel Zuidelijk Europa gunstiger gelegen zijn niet alleen, maar bepaaldelijk voor de vaart op Engeland een vereischte bezitten, zonder hetwelk die vaart zich niet kan ontwikkelen.

Ook de Amsterdamse haven kon zich verder ontwikkelen, nadat een directe verbinding met de zee tot stand was gebracht. Dat ging echter niet zonder slag of stoot.

Het Noordzeekanaal was bij wet van 19 december 1882 overgenomen door de Staat. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam kreeg daardoor direct te maken met het landsbestuur en de Tweede Kamer als het ging om het wegnemen van belemmeringen voor optimaal gebruik van het Noordzeekanaal ten gunste van handel en scheepvaart.

Reeds in de tachtiger jaren van de 19e eeuw werd aandacht gevraagd voor het veelvuldig gebruik van de Hembrug, -de spoorbrug bij Zaandam-, dat de scheepvaart maar belemmerde. Ook de heffing van ijsgeld was onderwerp van discussie. Moest die heffing immers niet geacht worden reeds te zijn inbegrepen bij het kanaalgeld dat voor passage moest worden voldaan?

Van grote betekenis was ook de strijd die werd gevoerd voor de bouw van een tweede, grotere sluis in IJmuiden (meer dan 100 jaar later zou dit wederom een actueel thema worden). Een belangrijk argument hiervoor was de ontoegankelijkheid van de haven die zou ontstaan indien de enige bestaande sluis gestremd zou raken. Toen in juli 1884 een stoomschip schade aan de sluis toebracht en de scheepvaart daarvan nogal wat hinder ondervond, kreeg dit argument des te meer kracht.

Kort daarna zou een eerste ontwerp voor een tweede schutsluis gereed zijn, maar het duurde nog tot 31 mei 1887 totdat een wet tot stand kwam die de bouw van de tweede sluis en bovendien de aanleg van een vissershaven in IJmuiden mogelijk maakte.

Daarna kon Amsterdam (de Noordezeekanaalhavens) uitgroeien tot de vierde haven van Europa en kon in IJmuiden een zelfstandige haven tot stand komen, die later verder zou groeien.