Strategische autonomie en Europese zeehavens

Met regelmaat verschijnen rapporten over geopolitiek, veranderingen in internationale betrekkingen en de positie van Nederland in Europa, en van Europa in een fragmenterende wereldorde.

In juni 2024 verscheen bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid het rapport “Nederland in een fragmenterende wereldorde”. De kernboodschap in dit rapport luidt als volgt:

  1. De tijd is voorbij dat Nederland kan meedeinen op voor ons land gunstige internationale verhoudingen. Het zal kostbare inspanningen moeten plegen om overeind te blijven in een turbulenter, grimmiger wereld die langs drie assen (machtspolen, tonelen van machtsuitoefening, wereldbeelden) fragmenteert.
  1. Daarmee zullen zich vaker spanningen voordoen in de driehoek van waarden, welvaart en weerbaarheid (3W-kader) waarbinnen het buitenlands beleid zich beweegt. Bovendien raakt het roerige geopolitieke vaarwater waarin Nederland terecht is gekomen, steeds vaker ook de binnenlandse verhoudingen. Overheden zullen manieren moeten vinden om keuzes te maken die pijn doen en deze keuzes te legitimeren.
  1. Nederland heeft zich op deze nieuwe realiteit te organiseren. Dit zal niet alleen de klassieke buitenlandpolitieke actoren raken, maar gaat het hele openbaar bestuur en de hele samenleving aan.

In het rapport worden verschillende tonelen van machtsuitoefening genoemd. Ik citeer uit het rapport: Door de steeds grotere rivaliteit tussen grote mogendheden gaan landen hun macht weer uitoefenen via militaire macht, en door allerlei pogingen om economisch en financieel overwicht op rivalen te krijgen. Daarnaast neemt de machtsuitoefening toe op veel andere tonelen, die voorheen goeddeels buiten de geopolitiek bleven. Fragmentatie van tonelen van machtsuitoefening betekent dat activiteiten die voorheen als puur economisch of maatschappelijk werden beschouwd, nu de geopolitiek in worden getrokken. Denk aan fysieke tonelen zoals de zeeën, de polen en de ruimte, maar denk ook aan de discussie over de Rotterdamse haven en potentiële surveillance door de kranen die daar staan.

Deze maand, september 2024, verscheen een rapport dat is geschreven onder de auspiciën van een drietal instituten: Clingendael, China Kennis Netwerk en het “Erasmus Centre for urban, port and transport economics”.

“Port politics: Strategic autonomy and European ports – A case study on Chinese involvement” belicht hoe Europese zeehavens en logistieke ketens niet alleen een sleutelpositie innemen in internationale handel, maar ook een steeds grotere rol spelen in geopolitiek.

Men zou menen dat het buiten kijf staat dat een EU-brede aanpak nodig is om de Europese belangen, en daarmee tegelijkertijd de som van nationale belangen, te beschermen. Europa heeft immers grote mogendheden als China tegenover zich!

Toch wordt er verschillend naar gekeken, zo is in het rapport te lezen:

  1. Landen als Polen, België en Nederland, beschouwen buitenlandse inmenging als een potentiële bedreiging van de veiligheid; een belangrijke kwestie, die dringend moet worden gecoördineerd met andere EU-lidstaten en met de EU als geheel.
  2. Landen als Duitsland en Frankrijk, beschouwen ongewenste buitenlandse betrokkenheid als een potentiële bedreiging van de veiligheid, maar die lijken er de voorkeur aan te geven dit op nationaal niveau aan te pakken.
  3. Landen als Italië, Spanje en Griekenland, zien buitenlandse betrokkenheid in zeehavens en aanverwante logistiek niet als een belangrijk veiligheidsprobleem.

De noodzaak van een strategisch beleidskader lijkt toch wel duidelijk, of dit nu nationaal of Europees wordt geformuleerd. Voor een relatief klein en open land als Nederland, met belangrijke zeehavens en logistieke centra is het aanleiding geweest op een aantal punten het initiatief te nemen. Details zijn te lezen in genoemd rapport.

Een land als China is van groot belang voor Europa. Het zou kwalijk zijn de problemen zo hoog te laten oplopen, dat het tot een enorme breuk zou komen. Dat betreft niet alleen veiligheid, maar ook economie. Het is voor Europa van belang economische relaties met China te onderhouden. Europa dient er echter voor te waken dat China die relaties volledig kan gaan dicteren. Het opkopen van Europese bedrijven, het verwerven van strategisch posities en het kopen of langdurig huren van belangrijke stukken land – China is er meester in. Om nog te zwijgen van de invloed die China op het vlak van de digitale wereld en cyber-veiligheid kan hebben, of misschien beter gezegd: heeft.

Europa, Nederland, de zeehavens en het bedrijfsleven in die havens dienen zich beter bewust te worden welke rol zij vervullen in geopolitieke betekenis, naast die in de belangrijke economische betekenis.

De hierboven genoemde rapporten roepen daartoe ook op. Meer bewustzijn en een actievere rol van ons allen zijn nodig om veiligheid en welvaart van ons allen te beschermen.

Landen als Frankrijk en Duitsland zouden beter kunnen inzien dat zij kleine staten zijn in vergelijking met landen als China, en dat het kiezen voor een EU-brede aanpak geen luxe maar noodzaak is. Andere EU-lidstaten doen er goed aan in het zuiden de urgentie onder de aandacht te brengen. Ook Zuid-Europese landen kunnen zich niet aan geopolitiek onttrekken.

 

WRR rapport: Nederland in een fragmenterende wereldorde | Rapport | WRR

Clingendael c.s. rapport: Port politics: Strategic autonomy and European ports | Clingendael

 

Foto’s: Niels van der Noll

China op Svalbard

Het blijft interessant om de ontwikkelingen rond de Noordelijke Zeeroute en Svalbard te volgen.

Twee nieuwsberichten die het vermelden waard zijn, omdat die ook ver buiten die regio relevant zijn. Het betreft klimaat en geopolitiek.

Meteoroloog Daan van den Broek meldt op zijn website dat deze zomer op de Noorse archipel Svalbard de derde opeenvolgende warmste zomer ooit was.

Hij concludeerde dat augustus 2024 de warmste maand ooit was, althans sinds de start van de metingen. In de Noorse stad Longyearbyen op Svalbard op 78° NB, in het Noordpoolgebied, werd een gemiddelde temperatuur van 11°C (+-0,1°C) gemeten. Zo las ik in de “Barents Observer”.

Het is overduidelijk dat klimaatverandering enorme effecten heeft op dit gebied. Het heeft een grote invloed op het leven van mensen en dieren in die regio, op de economie (visserij) en op de veiligheid voor het milieu en de militaire veiligheid.

Immers, het Noordpoolgebied trekt steeds meer interesse van steeds meer landen. Voor transport via de Noordelijke Zeeroute, vanwege wetenschappelijk onderzoek, vanwege de militair strategische positie en om economische redenen (grondstoffen).

De “Maritime Executive” signaleert dat China, Turkije en Rusland de afgelopen twee maanden onderzoek delegaties naar Svalbard hebben gestuurd, met het doel om gezamenlijk Arctisch onderzoek te starten.

China heeft al een bestaande Arctische onderzoeksfaciliteit op Svalbard, het “Yellow River Station” in de stad Ny-Alesund. Het is duidelijk dat China erop uit is zijn aanwezigheid op Svalbard uit te breiden. De Noorse veiligheidsdiensten rapporteren in hun nationale dreigingsanalyse voor 2024 een toenemende Chinese interesse in het verwerven van onroerend goed op Svalbard. De “Martime Executive” meldt ook dat China naar verluidt een laserstation wil bouwen in Adventdalen.

Opvallend is ook dat China deze zomer voor het eerst een recordaantal van drie ijsbrekers naar de Arctische regio dirigeerde. De schepen nemen deel aan China’s nieuwste Arctische expeditie, waaronder de grootste ijsbreker van het land, de “Xue Long 2”.

Noorwegen, een NAVO lidstaat, is alert. Die oplettendheid is terecht en zou ons allen moeten gelden. We weten al dat Rusland expansie van grondgebied en macht nastreeft. We zijn oplettend ten aanzien van China, maar misschien dienen we nog alerter te worden om onze eigen militaire en economische veiligheid te waarborgen.

 

 

Cover foto: ‘At the port in Longyearbyen’- Thomas Nilsen, Barents Observer.

De Europese zeeatlas

De Europese zeeatlas heb ik een tijd geleden ontdekt. Op zoek naar informatie vond ik deze interactieve digitale atlas via het internet. Je kunt er veel vinden, maar niet alles wat je zoekt. Soms is de beschikbare informatie van oudere datum, en een enkele keer verbaas je je over wat je hebt gevonden.

De Europese zeeatlas is de Europese zeekaart van de Europese Commissie. Je kunt eenvoudig interactieve kaarten verkennen en informatie weergeven om alles te weten te komen over de Europese zeeën en kusten, hun omgeving, gerelateerde menselijke activiteiten en Europees beleid. Je kunt navigeren in de belangrijkste Europese talen.

In het kader van het geïntegreerde maritieme beleid van de EU biedt de Europese zeeatlas gemakkelijk te navigeren gegevens, evenals gebruiksvriendelijke hulpmiddelen om je eigen kaarten te maken en te delen over onderwerpen als:

Diepte van de zee en onderwater kenmerken

Blauwe energie en maritieme hulpbronnen

Beschermde maritieme gebieden

Getijamplitude en kusterosie

Visbestanden, quota en vangsten

Geografie en statistieken van kustgebieden

Europese vissersvloot

Toerisme

Aquacultuur

Maritiem vervoer en verkeer

Havenstatistieken

Maritiem beleid en initiatieven

Klimaatveranderingen

Milieuaspecten

 

Enzovoorts.

 

De Europese zeeatlas is ontwikkeld door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Maritieme zaken en visserij (DG MARE) van de Europese Commissie.

 

Vindplaats: European Atlas of the Seas (europa.eu)

Werken in de maritieme wereld

Mijn opa nam mij vaak mee naar de Parkkade in Rotterdam. Dan gingen we “bootjes kijken”. Ik vond dat mooi, maar ik ontwikkelde niet het idee om in haven en scheepvaart te gaan werken. In de laatste klas van de lagere school ben ik met een klasgenoot, met de in dit verband toepasselijke naam Erik Zeeman, nog eens naar Scheveningen geweest. Gewapend met een cassetterecorder gingen we schippers, stuurlui en matrozen aan boord van de vissersschepen interviewen om met de vergaarde informatie een werkstuk te maken. Tot zover de maritieme acties van destijds.

Na mijn studie Russische taal- en letterkunde (propadeuse) en Internationale Betrekkingen (doctoraal) kwam ik bij toeval in haven en scheepvaart terecht. Ik kreeg een baan bij Eggerding & Co in de Coenhaven in Amsterdam. Sindsdien ben ik niet meer losgekomen van werken in de maritieme sector.

Na Eggerding & Co kwam ik terecht bij Van Ommeren Amsterdam. Eerst als coördinator van een joint venture in de haven van St.Petersburg, die na het uiteenvallen van de Sovjet Unie  onder burgemeester Sobstjak openging voor bedrijven buiten Rusland. In die functie kwam ik nog meer in aanraking met scheepvaart, transport en logistiek.

Later werd ik, ook weer geheel toevallig, P&I Club Correspondent bij Van Ommeren Amsterdam. Toen mij erover werd verteld, had ik werkelijk nog geen idee wat P&I betekende, maar toen ik eenmaal in dat werk verzeild raakte, heb ik het niet meer losgelaten.

Via het werk in de P&I sector, kwam ik ook in aanraking met maritieme rechtspraak en arbitrage.

Nu, dertig jaar nadat ik kennismaakte met het werk van een P&I Club Correspondent, ben ik nog steeds in die sector werkzaam. Bij NNPC Correspondents als manager van P&I Correspondenten. Bij UNUM als secretaris van dat arbitrage- en mediationinstituut. En zelfstandig als vereffenaar in zaken bij de Rechtbank Rotterdam waarin reders en bevrachters hun aansprakelijkheid kunnen beperken. Daarnaast is het leuk en interessant om in alle Nederlandse zeehavens beschikbaar te zijn voor kapiteins die een scheepsverklaring willen laten opmaken.

Dat had ik allemaal niet kunnen bedenken toen ik met mijn grootvader naar de bootjes ging kijken op de kade langs de Maas.

Het werk dat ik de afgelopen 30 jaar heb gedaan, en dat ik graag nog een aantal jaren wil blijven doen, was nooit het werk waar ik als jongetje van droomde. Hoe zou dat ook kunnen? P&I verzekeringen. Beperking van aansprakelijkheid. Scheepsverklaringen. Je bedenkt het niet, niet als klein jongetje en ook niet als je je studie hebt afgerond.

Maar er is veel interessant werk in haven en scheepvaart. Het is een wereld waar het overgrote deel van de (internationale) handel in omgaat. Zonder maritieme sector geen handel, geen economische ontwikkeling, geen welvaart. Internationale contacten. Het leren van experts op het gebied van nautische zaken of goederen. Het maakt het werk leuk en afwisselend. Dit geldt voor velen die in de haven en scheepvaart werkzaam zijn.

Voor wie er onbekend mee is, gaat er een nieuwe wereld open als hij of zij claims behandelaar, advocaat, nautisch expert of onderzoeker van ladingschade wordt. Voor mij is het in ieder geval zo gegaan.

 

P&I Club Correspondent

Het is alweer 30 jaar geleden dat ik begon als P&I Club Correspondent bij Van Ommeren Amsterdam. Eén van de eerst grote zaken waarmee ik te maken kreeg was het verlies van containers vanaf het schip “Sherbro”.  NRC Handelsblad schreef daar in janauri 1994 als volgt over:

“In de nacht van 8 op 9 december verloor het containerschip Sherbro van de Franse rederij Maritime Delmas Vieljeux, op weg van Le Havre naar St. Nazaire aan de Loire, in een noordwesterstorm ter hoogte van Bretagne een groot deel van zijn deklading containers. Lading die in Le Havre aan boord was genomen, en lading die al eerder in Felixtowe en Rotterdam was opgenomen.

De Rotterdamse lading was aan boord gebracht aan de Alexander-terminal van ECT aan de Waalhaven en bevatte onder meer tien containers met chemicaliën van Ciba-Geigy. Tenminste een deel van de containers was van Nedlloyd, dat weliswaar zelf containerschepen bezit maar vaak ook ruimte huurt op andere schepen. Volgens voorschrift was de gevaarlijke lading aan dek geplaatst.

Op 19 januari verscheen de inhoud van de Nedlloyd-containers opnieuw voor de Nederlandse kust. Ze bleek te bestaan uit honderdduizenden zakjes Apron Plus, een agressief insekticide dat door Nigeriaans zaaizaad had moeten worden gemengd. In totaal was daarvan 7,2 ton te water geraakt. Tot op de dag van vandaag is men bezig de zakjes van het strand te scheppen, de hemel prijzend dat de Waddenzee gespaard bleef en dat het badseizoen nog ver weg is. En worstelend met de vraag of het ongeluk met de Sherbro een incident was of dat na bijna dertig jaar containervaart wildgroei en normvervaging daar de toon zetten.”

Het was een leerzaam begin, waarbij allerlei aspecten van het P&I werk aan de orde kwamen. Inmiddels weten we dat het verlies van containers van passerende zeeschepen vaker voorkomt. Maar P&I werk omvat meer dan het omgaan met verloren zeecontainers.

Vandaag publiceerde mijn gewaardeerde opdrachtgever De Noord-Nederlandsche P&I Club een leuk gesprek over P&I werk op zijn website: https://www.nnpc.nl/interview-nnpc-correspondents-manager-niels-van-der-noll/

Een terugblik en blik vooruit: de toekomst van een relatief nieuwe speler op de markt, NNPC Correspondents. Ik ben er nog steeds bij. Werk in haven en scheepvaart laat je niet los.

Belarus en de Noordelijke Zeeroute

Belarus is een belangrijke bondgenoot van Rusland. Misschien wel meer dan een bondgenoot. Het lijkt er op, dat beide landen steeds verder integreren, of anders gezegd: het zou kunnen zijn dat Belarus zijn soevereiniteit opgeeft en opgaat in Rusland. Vladimir Poetin en Aleksandr Lukashenko, de president van Rusland respectievelijk Belarus, praten er regelmatig over. Het valt bovendien niet uit te sluiten dat de Russische president enige dwang uitoefent om Belarus weer deel uit te gaan laten maken van wat hij noemt “het Groot-Russische Rijk”.

Lukashenko was in de laatste week van januari 2024 weer eens in St. Petersburg. Bij deze gelegenheid kwam infrastructurele integratie van Belarus en Rusland aan de orde. Niet alleen het gebruik van de spoorwegen in Rusland ten behoeve van Belarus werd besproken, ook het gebruik van Russische zeehavens kwam aan de orde.

Lukashenko zou aandringen op gebruik van de havens van Moermansk en Archangelsk voor Belarus. Hij wil dat het gebruik van de Noordelijke Zeeroute wordt geïntensiveerd.

 

Niet alleen de presidenten van beide landen, ook ambassadeurs en regionale bestuurders houden zich met infrastructurele zaken, en in het bijzonder de zeehavens in het noorden van Rusland, bezig.

De gouverneur van Archangelsk, Aleksandr Tsybulsky, schreef op zijn Telegram account het volgende, nadat hij in december 2023 een ontmoeting had gehad met de ambassadeur van Belarus:

Wit-Russische bedrijven zijn geïnteresseerd in de overslag van vracht via de commerciële zeehaven van Archangelsk om hun stromen van West-Europa naar de Russische markt te heroriënteren in de context van sancties. Onze Wit-Russische partners zijn ook bereid te investeren in de ontwikkeling van havenfaciliteiten: we hebben de mogelijkheid besproken om een gespecialiseerde terminal te bouwen voor de overslag van Wit-Russische vracht, met name minerale meststoffen.

Als Arctische regio zijn wij interessant voor investeerders wat betreft preferentiële belastingregelingen en vereenvoudigde administratieve procedures in de regio.

Het gebruik van de benaming Wit-Rusland is van gouverneur Tsybulsky, niet van mij. Dat taalgebruik past in de politieke context waarin de toenadering tussen beide landen geplaatst kan worden.

 

Zo blijft de Noordelijke Zeeroute in de geo-politieke ontwikkelingen een relevante factor.

Ondertussen gaat Rusland door met de ontwikkeling van die zeeroute. Het land ligt op koers om zijn krachtige vloot van nucleair aangedreven ijsbrekers te moderniseren en uit te breiden. Vorige week woonde de Russische president Vladimir Poetin de kielleggingsceremonie voor de zevende nucleaire ijsbreker in de Project 22220-serie bij. Het evenement vond plaats op de Baltic Shipyard in Sint-Petersburg en Poetin benadrukte dat het nieuwe schip zal helpen om meer handel mogelijk te maken langs de Noordelijke Zeeroute.

Rusland geeft de nieuwe ijsbrekers opvallende namen: “Stalingrad” en “Leningrad”.

Stalingrad was het toneel van een enorme veldslag in de Tweede Wereldoorlog, waarin in vijf maanden tijds ten minste een half miljoen Russen het leven verloren.

De gouverneur van Volgograd (zoals Stalingrad nu heet), Andrej Bochkarev, zou het voorstel voor de naamgeving hebben gedaan. Hij noemde het belangrijk de ijsbreker naar zijn stad in de Tweede Wereldoorlog te vernoemen voor het behoud van de herinnering aan de dapperheid van de beschermers van Stalingrad tijdens de Grote Patriottische Oorlog, zoals de Tweede Wereldoorlog in Rusland wordt genoemd.

Het valt mij op, dat dit wel heel goed past in het narratief van het Kremlin ten aanzien van de aanval op Oekraïne en de verhouding tot Europa en de Verenigde Staten. Het past wederom in de internationale politieke context anno 2024.Temeer, daar ook de naamgeving “Leningrad” erbij aansluit. Die verwijst naar de geschiedenis van St. Petersburg in de Tweede Wereldoorlog. De kielleggingsceremonie viel samen met de 80e verjaardag van het einde van het beleg door de Duitsers van Leningrad, de naam van de stad (St.Petersburg) van 1924 tot 1991.

 

Bronnen: Telegram. The Barents Observer. The Maritime Executive (newsletter).

Wie kent Jan Haring nog?

De geopolitieke ontwikkelingen die sinds enige jaren steeds manifester worden, hebben ook invloed op de economie, het transport en de veiligheid van Nederland en Europa. De Koninklijke Marine speelt een permante rol in en rond Nederland, -in samenwerking met de Belgische Marine-, is daarom ook aanwezig in Zuid-Amerika, en is natuurlijk actief in NAVO-verband. Voor de beveiliging van maritieme handelsroutes heeft onder andere Zr Ms Tromp een belangrijke rol gespeeld bij de bestrijding van piraterij.

Kortom, in het huidige tijdsgewricht is de betekenis van de Koninklijke Marine voor onze veiligheid, en ook voor de bescherming van onze economische belangen voor velen weer duidelijk geworden.

Als we aan de marine denken, gaan de gedachten al gauw naar een admiraal als Michiel Adriaenszoon de Ruyter, die slag leverde met zijn Engelse tegenvoeters of naar schout-bij-nacht Karel Doorman, die met zijn schip Hr Ms De Ruyter deelnam aan de slag in de Javazee.

Maar de geschiedenis van het ontstaan van de Koninklijke Marine gaat verder terug dan de tijd van admiraal De Ruyter.

Net als het ontstaan van Nederland als natiestaat of de opkomst van de republieken die de voorgangers van het Koninkrijk der Nederlanden als staat waren, is de beginfase van een oorlogsvloot een proces.

Nog voordat de Republiek bestond, vond een zeeslag plaats die wel wordt gezien als het begin van een marine of oorlogsvloot van de Republiek in wording. Die zeeslag vond plaats op de Zuiderzee.

In de strijd met de Spaanse Koning Filips II, die heerste over wat nu Nederlands grondgebied is, kwamen meerdere steden in opstand.

Alkmaar wordt belegerd door de Spanjaarden. Hoorn schiet Alkmaar te hulp. Ondertussen zint het Spaansgezinde Amsterdam op maatregelen om de zeevaartroute vanuit het noorden over de Zuiderzee  te beschermen. De aanvoer van graan uit het Oostzeegebied is van groot belang voor de stad.

Vanuit Amsterdam wordt een vloot noordwaarts de Zuiderzee op gestuurd om de belangen van de Amsterdammers te behartigen. Behalve Hoorn treffen ook Edam, Monnickendam en andere steden maatregelen om weerstand te kunnen bieden. Aanvankelijk is Cornelis Dirksz., burgemeester van Monnickendam,  aanvoerder van de Geuzenvloot die de Spaansgezinde schepen uit Amsterdam zou moeten tegenhouden. Als hij gewond raakt, neemt de Hoornse schipper Jan Floor het bevel van hem over.

Er wordt hevig slag geleverd tussen de oorlogsvloten, waarbij de vloot uit Amsterdam een overwicht lijkt te hebben. Maar de Watergeuzen en ook de Hoornse bevolking strijden voor wat zij waard zijn.

De moed van de Hoornse visserman of matroos Jan Haring wordt legendarisch, nadat hij het Amsterdamse admiraliteitsschip opgaat, het want in klimt en de admiraliteitsvlag naar beneden haalt. Jan wordt weliswaar uit de mast geschoten. Hij valt dodelijk getroffen op het scheepsdek. Maar door zijn daad wordt aan boord van de andere Amsterdams-Spaanse schepen gedacht dat hun admiraal zich heeft overgegeven aan de Watergeuzen. Zij staken de strijd.

De Slag op de Zuiderzee wordt wel gezien als het begin van de opbouw van wat nu de Koninklijke Marine is. En we mogen ons Jan Haring daarbij herinneren als een sleutelfiguur.

 

 

 

In Monnickendam en Hoorn wordt de zeeslag dit jaar op verschillende manieren herdacht en gevierd. De overwinning betekende het begin van een bloeitijd van steden in het noorden van Holland en West-Friesland.

 

 

 

 

In Hoorn is aan de Slapershaven een gevelsteen te zien, waarop de Slag op de Zuiderzee wordt afgebeeld.

Rusland en de Noordelijke Zeeroute

Augustus 2022 schreef ik op deze website een stukje over de Noordelijke Zeeroute anno 2022. Bij het lezen van een artikel van de hand van Dr. Lawson W. Brigham in een recente (online) editie van The Barents Observer kwam de gedachte op dat stuk hier in de Nederlandse taal samen te vatten als aanvulling op eerdere artikelen over dit onderwerp. Het volgen van de ontwikkelingen met betrekking tot de Noordelijke Zeeroute blijft immers interessant en ook relevant.

In maart 2021, toen de aandacht wereldwijd was gericht op het containerschip “Ever Given” dat het Suezkanaal blokkeerde, verkondigden president Poetin en zijn ministers snel dat de Russische Noordelijke Zeeroute (NZR) en de hele lengte van het Russische maritieme Noordpoolgebied openstonden voor de wereldwijde scheepvaart. Deze alternatieve zeeroutes ten noorden van Rusland zouden korter, veiliger en efficiënter zijn, zo luidde het argument.

 

De situatie rond de NZR en de positie van Rusland zijn na de invasie van Oekraïne en recente operationele problemen die de NZR teisteren aanzienlijk veranderd. De Russische kijk op de nieuwe zeesnelweg heeft een behoorlijke deuk opgelopen.

Er hebben commerciële vrachtschepen vastgezeten in het zware zee-ijs langs de oostelijke wateren van het Russische maritieme noordpoolgebied. Er zijn reddings- en begeleidingsoperaties uitgevoerd waarbij Russische nucleaire ijsbrekers werden ingezet om meer dan twintig schepen die de NZR benutten te ontzetten. Zware ijsgang maakte de zeeroutes van de Stille naar de Atlantische Oceaan ten noorden van Eurazië vaker onbegaanbaar.

De twijfel over de toekomst van betrouwbare scheepvaart langs de Noordpool groeit hierdoor. De natuurlijke belemmeringen zoals de zware ijsgang doen de aandacht vestigen op onzekerheden over  milieubescherming, economische beperkingen en praktische navigatieoverwegingen die de activiteiten op zee in deze afgelegen en gevaarlijke wateren blijven beperken. Weinig verladers wereldwijd kunnen werken met de onvoorspelbaarheid van het zee-ijs en de hoge risico’s van de scheepvaart in dit gebied.

De Russische autoriteiten hopen wel de oostelijke routes naar de Stille Oceaan betrouwbaarder en het hele jaar door beschikbaar te maken om een continue stroom van olie- en LNG-exporten in stand te houden. De duidelijke nationale strategie van Rusland is om meer Arctisch gas uit West-Siberië naar Azië te vervoeren, vooral met het oog op de nasleep van de inval in Oekraïne met sancties en havensluitingen in Europa tot gevolg.

 

Dr. Brigham verwacht echter dat nog afgezien van de politieke en wellicht militaire belemmeringen de NZR geen radicale verandering van de wereldhandelsroutes teweeg zal brengen. Zeer onwaarschijnlijk is het gebruik van Arctische routes door de reusachtige containerschepen die de grote handelsstromen op gang houden, in tegenstelling tot wat velen de afgelopen decennia hebben beweerd. De immense omvang en diepgang van die schepen en hun kwetsbaarheid voor ijsgang maken hen ongeschikt voor Arctische reizen. De aankondiging van Egypte dat het Suezkanaal zal worden uitgebreid om meer capaciteit te kunnen vervoeren en het risico van eventuele toekomstige blokkades te verminderen, wijst erop dat het kanaal een grotere rol zal gaan spelen in de mondiale scheepvaart. Het verkeer in het Suezkanaal zal niet worden vervangen door reizen over de Noordelijke IJszee.

Bij de beoordeling of het gebruik van de NZR zal groeien spelen meer complexe factoren een rol. Een fundamenteel en vaak verkeerd begrepen feit is dat de Noordelijke IJszee de komende decennia 6 tot 8 maanden per jaar geheel of gedeeltelijk met ijs bedekt blijft. Als de toegangs- en vaarseizoenen in wezen seizoensgebonden zijn, kan de wereldwijde containervaart de Russische Arctische routes niet gebruiken, zelfs als er geschikte schepen beschikbaar zouden zijn. De wereldwijde handel en het daaraan verbonden transport kan niet met zulke onzekerheden rekening houden.

Het lijdt geen twijfel dat de Russische NZR vooralsnog een nationale Arctische waterweg is die in de eerste plaats bedoeld is om het vervoer van Russische Arctische natuurlijke hulpbronnen naar de wereldmarkten te vergemakkelijken. Het toekomstige gebruik van de Russische Arctische zeeroutes zal worden bepaald door de internationale grondstoffenprijzen en de economische dictaten van de mondiale scheepvaartsector. Beide factoren zijn onlosmakelijk verbonden met de mondiale reacties op de klimaatverandering in een tijdperk van energietransitie. Bijgevolg blijven er grote onzekerheden en complexe uitdagingen bestaan voor elk uitgebreid maritiem gebruik in een beter toegankelijke Noordelijke IJszee, zo concludeert Dr. Brighham.

Ik voeg daar nog aan toe dat gelet op de geopolitieke ontwikkelingen het gebruik van de Noordelijke Zeeroute door niet-Russische schepen voorlopig net erg voor de hand ligt.

 

Dr. Lawson W. Brigham is a Global Fellow in the Wilson Center’s Polar Institute and a researcher at the University of Alaska Fairbanks. He was chair of the Arctic Council’s Arctic Marine Shipping Assessment.

 

(foto: Northern Shipping Company)

Ondermijning in haven en scheepvaart

Het gebruik van legale infrastructuur, bedrijven en transportmiddelen voor illegale praktijken. Zo zou ondermijning kunnen worden omschreven. Het is de verwevenheid van onder- en bovenwereld.

Het manifesteert zich door smokkel van drugs, mensen, wapens en illegale goederen, door drugscriminaliteit (productie, vervoer, opslag, handel en ook: afval), ladingdiefstal, fraude en witwaspraktijken.

De commerciële scheepvaart heeft er dagelijks mee te maken. Rederijen, en ook kapiteins en bemanningen aan boord worden er regelmatig mee geconfronteerd. Terminals zijn ook een belangrijke schakel in het gebruik van legale infrastructuur ten behoeve van illegale activiteiten.

Rederij MSC en de haven van Antwerpen werden er onlangs dusdanig mee geconfronteerd, dat dit het internationale nieuws haalde. Containerschip “MSC Lorena” was op weg naar Antwerpen toen de politie een bommelding over dit schip ontving. Noodgedwongen keerde het schip terug naar zee, waar op de ankerplaats voor Vlissingen nader onderzoek werd gedaan.

De bommelding bleek vals, maar toen het schip met ruim een week vertraging alsnog in de Antwerpse haven aankwam werd 2.444 kilogram drugs gevonden in een lading cacaobonen, in een container.

“The Maritime Executive” bericht hierover (online): After Bomb Hoax, Officials Find 2.4 Tonnes of Cocaine on Board Boxship (maritime-executive.com)

Antwerpen en Rotterdam zijn belangrijke importhavens voor mensen die drugs naar Europa vervoeren. Overheden en bedrijfsleven in deze havens werken samen om ondermijning tegen te gaan. Dat kan alleen als zoveel mogelijk mensen het juiste doen door afwijkingen te signaleren en daarvan ook melding te doen.

Afwijkingen kunnen zijn gemanipuleerde zegels op een container of andere bijzonderheden die opvallen aan een container, maar ook opvallend gedrag van collega’s.

Melden en ook onderling bespreekbaar maken is gemakkelijk gezegd, maar niet altijd even gemakkelijk uitgevoerd. Toch is het de belangrijkste methode om ondermijning tegen te gaan: corruptie bestrijden en integriteit bevorderen.

Een voedingsbodem voor niet-integer handelen door een persoon ontstaat door de combinatie van druk, rechtvaardiging en gelegenheid.

Druk: financieel, emotioneel of vanuit de omgeving van die persoon.

Rechtvaardiging: iedereen doet het, ik heb het verdiend, ik zou een dief zijn van mijn eigen portemonnee als ik het niet zou doen.

Gelegenheid: positie, vertrouwen, weinig (sociale) controle, kleine kans op sancties.

Het voeren van een actief integriteitsbeleid kan helpen ondermijning te ondermijnen. Door het onderwerp integriteit bespreekbaar te maken, door een gedragscode te hanteren, door werknemers in kwetsbare posities te laten weten dat er altijd steun voor hen is, en die ook te bieden.

Een gedragscode kan effectief gebruikt worden als die voor iedereen van toepassing is. In een gedragscode wordt aandacht besteed aan het voorkomen van machtsmisbruik, aan financiële zaken (anti-fraude), interpersoonlijk (grensoverschrijdend) gedrag, communicatie en PR. Van aandeelhouder en CEO tot de jongste bediende: iedereen dient zich er aan te houden en iedereen wordt erop aangesproken als hij zich structureel niet conform de gedragscode gedraagt.

Dan kan het helpen ondermijning tegen te gaan. Er is nog een lange weg te gaan, en ik ben Pleitbezorger van het kiezen van de juiste en niet per sé de gemakkelijkste weg.

Verbindingen met de Noordzee

Regelmatig schrijf ik over zeeroutes en zaken die met de Nederlandse zeehavens hebben te maken. Vandaag sta ik stil bij de zeeverbindingen van de havens van Rotterdam en Amsterdam. Deze verbindingen brachten de havens van beide steden tot grote bloei.

Nadat de Prins van Oranje 31 oktober 1866 symbolisch, -want zo doen Prinsen van Oranje dat-, de eerste schop in de grond had gezet, begon de aanleg van de Nieuwe Waterweg  in november 1866.

In 1872 kwam de directe verbinding tussen de Rotterdamse haven en de Noordzee tot stand. De doorgraving van de duinen nabij ’s-Gravenzande was het sluitstuk van het plan van de in Zierikzee geboren Ir. Pieter Caland om de haven van Rotterdam beter bereikbaar te maken. Het opstellen, uitwerken en uitvoeren van dat plan, dat strekte van Krimpen aan den IJssel tot aan de duinen bij ’s-Gravenzande, werd mogelijk gemaakt door de aanname van een wet van 24 januari 1863. Deze wet legde vast dat in het belang van handel en scheepvaart de waterweg van Rotterdam naar zee zou kunnen worden verbeterd.

Rotterdam kon na de realisatie van de directe verbinding met zee uitgroeien van het kleine vissersdorp aan de Rotte tot de grootste haven van de wereld. Eerst vele jaren later zouden elders in de wereld grotere zeehavens tot stand komen. Rotterdam is nog steeds de grootste haven van Europa.

De directe verbinding van de haven van Amsterdam met de Noordzee kwam ook tot stand door middel van doorgraving van de duinen aan de kust, en wel daar waar nu IJmuiden is gelegen. In 1876 werd deze verbinding tussen Amsterdam en de zee in gebruik genomen.

Deze verbinding was niet zonder slag of stoot tot stand gekomen. In januari 1858 had de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam nog bij de Tweede kamer der Staten-Generaal aangedrongen op het nemen van een beslissing tot verbetering van de verbinding tussen Amsterdam en de zee. Waar Koning Willem III, die zich er danig mee bemoeide, kansen zag om het Noord-Hollands kanaal tussen Amsterdam en Den Helder te verbreden en te verdiepen, benadrukte de Kamer van Koophandel en Fabrieken dat het in het belang van Amsterdam zou zijn een nieuw kanaal te graven om de kortste route naar zee te realiseren.

In deel I van het Gedenkboek dat door Dr. J.C. Westermann in 1936 is samengesteld ter gelegenheid van het 125 jarig bestaan van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam, is te lezen hoe de noodzaak om een nieuw kanaal te graven met argumenten kracht werd bijgezet (pagina 339):

De doorgraving zal Amsterdam op een afstand van slechts 5 uren gaans brengen van de zee, dat is ¼ van den tegenwoordigen en naauwelijks 1/3 van den afstand volgens het bestaande Ontwerp der verbetering van het Noord-Hollandsche Kanaal, een verschil dat nog grooter wordt door de omstandigheid, dat het nieuwe kanaal langs de stad zal loopen … Daarbij zal de nieuwe haven Zuidelijker dan het Nieuwe Diep en dus voor de groote vaart en geheel Zuidelijk Europa gunstiger gelegen zijn niet alleen, maar bepaaldelijk voor de vaart op Engeland een vereischte bezitten, zonder hetwelk die vaart zich niet kan ontwikkelen.

Ook de Amsterdamse haven kon zich verder ontwikkelen, nadat een directe verbinding met de zee tot stand was gebracht. Dat ging echter niet zonder slag of stoot.

Het Noordzeekanaal was bij wet van 19 december 1882 overgenomen door de Staat. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam kreeg daardoor direct te maken met het landsbestuur en de Tweede Kamer als het ging om het wegnemen van belemmeringen voor optimaal gebruik van het Noordzeekanaal ten gunste van handel en scheepvaart.

Reeds in de tachtiger jaren van de 19e eeuw werd aandacht gevraagd voor het veelvuldig gebruik van de Hembrug, -de spoorbrug bij Zaandam-, dat de scheepvaart maar belemmerde. Ook de heffing van ijsgeld was onderwerp van discussie. Moest die heffing immers niet geacht worden reeds te zijn inbegrepen bij het kanaalgeld dat voor passage moest worden voldaan?

Van grote betekenis was ook de strijd die werd gevoerd voor de bouw van een tweede, grotere sluis in IJmuiden (meer dan 100 jaar later zou dit wederom een actueel thema worden). Een belangrijk argument hiervoor was de ontoegankelijkheid van de haven die zou ontstaan indien de enige bestaande sluis gestremd zou raken. Toen in juli 1884 een stoomschip schade aan de sluis toebracht en de scheepvaart daarvan nogal wat hinder ondervond, kreeg dit argument des te meer kracht.

Kort daarna zou een eerste ontwerp voor een tweede schutsluis gereed zijn, maar het duurde nog tot 31 mei 1887 totdat een wet tot stand kwam die de bouw van de tweede sluis en bovendien de aanleg van een vissershaven in IJmuiden mogelijk maakte.

Daarna kon Amsterdam (de Noordezeekanaalhavens) uitgroeien tot de vierde haven van Europa en kon in IJmuiden een zelfstandige haven tot stand komen, die later verder zou groeien.